Investeringen 2026 - 2029

Opvoering MIP activa

Het Boelenspark dient heringericht te worden. Er zijn verschillende opties: volledig herinrichten of uitvoeren groot onderhoud en noodzakelijke vernieuwingen. Er volgt een apart raadsvoorstel, voorgesteld wordt om het besluit tot uitvoering in 2026 te nemen, waarbij gekeken wordt of het binnen de begroting past. Om de lasten op te nemen in de meerjarenbegroting, is een investering van € 1.800.000 opgenomen. De investering wordt afgeschreven in 20 jaar. De hierbij behorende kapitaallasten voor 2030 en verder zijn € 90.000 per jaar en leiden tot een structurele verlaging van het saldo begroting.

Het cameratoezichtsysteem dat nu wordt gebruikt op de dijk van Volendam is afgeschreven. Dit systeem dient te worden vervangen. Daarnaast wordt onderzocht of het systeem ook kan worden toegepast op meerdere locaties in Edam of Volendam. Voorgesteld wordt om hiervoor een investeringskrediet van € 300.000 beschikbaar te stellen. Bij een afschrijvingstermijn van 5 jaar leidt dit tot een jaarlijkse afschrijvingslast van € 60.000. Deze bijstelling leidt met ingang van 2027 tot een structurele verlaging van het saldo begroting van € 60.000.

Wij stellen u voor in 2025 een investeringskrediet van € 30.000 beschikbaar te stellen voor de vervanging en plaatsing van parkeerautomaten op de busparkeerterreinen aan de Parallelweg en het Marinapark. Op de Parallelweg wordt een parkeerautomaat vervangen voor € 10.000, en op het Marinapark worden twee nieuwe parkeerautomaten geplaatst voor € 20.000.

Deze investering wordt in 10 jaar afgeschreven. De bijbehorende kapitaallasten bedragen € 3.000 per jaar vanaf 2026.

Dit voorstel leidt vanaf 2026 structureel tot een verlaging van het saldo begroting van € 3.000 per jaar.

Informatiestrategie visie: Vervanging hardware ESX en Storage

Informatiestrategieplan 2026

Bruggen jaarschijf 2024

In de jaarrekening 2024 is het investeringskrediet voor bruggen jaarschijf 2024 afgesloten. Het restant wordt toegevoegd aan het investeringskrediet van bruggen jaarschijf 2025.

Het doorschuiven van dit restantkrediet heeft geen gevolgen voor het saldo begroting. In de kapitaallasten vanaf 2026 is namelijk al rekening gehouden met de lasten uit het investeringskrediet van bruggen jaarschijf 2024.

Op basis van het geactualiseerde meerjarig onderhoudsplan (MJOP) voor bruggen is gebleken dat aanvullende investeringen noodzakelijk zijn om de instandhouding en veiligheid van de bruggen te waarborgen. Hiervoor wordt voorgesteld om in 2029 een nieuw krediet van € 350.000 beschikbaar te stellen.

De jaarlijkse kapitaallasten die hiermee gemoeid zijn, bedragen structureel € 17.500 per jaar en gaan in vanaf 2030. Deze lasten leiden vanaf 2030 tot een structurele verlaging van het saldo begroting met € 17.500 per jaar.

De Dorpswegbrug te Warder wordt per 01-01-2025 overgenomen van het HHNK. Deze brug heeft een resterende levensduur van 49 jaar en een boekwaarde van € 213.303. Dit leidt tot een verlaging van het saldo begroting voor een bedrag van € 4.400 structureel vanaf 2025.

Kwadijkerbrug, overname van HHNK vanuit de wegenoverdracht (zie raadsvoorstel 13 juni 2024). Betreft een beweegbare brug, levensduur 60 jaar. Brug is in 2023 volledig vernieuwd en de resterende levensduur is 58 jaar. De afschrijvingslasten zijn € 41.000 per jaar en komen ten laste van het saldo begroting voor 2025 en verder.

De 2 uitstroombruggen Oost en West worden per 01-01-2025 overgenomen van HHNK (zie raadsvoorstel d.d. 13 juni 2024). De beide bruggen hebben een resterende levensduur van 46 jaar en hebben samen een boekwaarde van € 117.000. De afschrijvingslast is € € 2.500 per jaar voor 2025 en verder en komen te laste van het saldo begroting voor 2025 en verder.

Opvoering MIP activa

AV Edam Kunstgras binnenterrein vervangen

AV Edam Landingsmat hoogspringen

Dit is een nieuwe investering, voortkomend uit een reeds geaccordeerd krediet welke wordt afgevoerd. Dit krediet staat al een aantal jaar open en wordt jaar op jaar doorgezet. Aangezien de onderbemalingspomp pas wordt vervangen als deze niet meer werkt, wordt er voor gekozen om van dit krediet weer een investering te maken en het krediet af te sluiten (separaat voorstel). Dit heeft geen effect op het saldo begroting omdat met de kapitaallasten reeds rekening was gehouden.

Voor AV-Edam is een krediet benodigd voor hoogspringen en kogelbakken voor een bedrag van € 46.000. Hier staat een bijdrage derden tegenover. Netto is het krediet € 38.000. De bijbehorende kapitaallast is € 3.800 structureel. Dit leidt tot een verlaging van het saldo begroting vanaf 2025 en verder.

Voorgesteld wordt om in 2026 een nieuw krediet beschikbaar te stellen voor led verlichting van de atletiekvereniging AV Edam ter hoogte van € € 97.000. Hier staat een bijdrage derden tegenover van € 17.000. Per saldo gaat het om een netto krediet van € 80.000. De bijbehorende kapitaallast bedraagt € 8.000 structureel. Dit leidt tot een verlaging van het saldo begroting voor het genoemde bedrag vanaf 2026 en verder.

Dit is een nieuwe investering, voortkomend uit een reeds geaccordeerd krediet welke wordt afgevoerd. Dit krediet staat al een aantal jaar open en wordt jaar op jaar doorgezet. Aangezien de beregeningsinstallatie pas wordt vervangen als deze niet meer werkt, wordt er voor gekozen om van dit krediet weer een investering te maken en het krediet af te sluiten (separaat voorstel). Dit heeft geen effect op het saldo begroting omdat met de kapitaallasten reeds rekening was gehouden.

EVC Pomphuis / beregeningsinstallatie

het MJOP is uitgebreid met hekwerk en bestrating per veld. Dit was nog niet opgenomen. Deze investering leidt tot een verlaging van het saldo begroting voor een bedrag van € 900 structureel vanaf 2034.

het MJOP is uitgebreid met hekwerk en bestrating per veld. Dit was nog niet opgenomen. Deze investering leidt tot een verlaging van het saldo begroting voor een bedrag van € 725 structureel vanaf 2026.

De werkelijke kosten zijn hoger dan het oorspronkelijke investeringsbedrag. Deze bijstelling leidt tot een verlaging van het saldo begroting met € 1.000.

het MJOP is uitgebreid met hekwerk en bestrating per veld. Dit was nog niet opgenomen. Deze investering leidt tot een verlaging van het saldo begroting voor een bedrag van € 540 structureel vanaf 2026.

De werkelijke kosten zijn hoger dan het oorspronkelijke investeringsbedrag. Deze bijstelling leidt tot een verlaging van het saldo begroting met € 1.000.

het MJOP is uitgebreid. Voor de ijsbaan dient een put en pomp te worden vervangen Dit was nog niet opgenomen. Deze investering leidt tot een verlaging van het saldo begroting voor een bedrag van € 1.750 structureel vanaf 2026.

Voorgesteld wordt om in 2026 voor alle sportaccommodatie een sleutelplan systeem aan te schaffen. Dit betreft een investering om alle deuren en toegangspoorten, van zowel de binnen- en buitensportaccommodaties, van een elektronisch slot te voorzien. Hierdoor kan de losse verhuur van de sportaccommodaties middels een code op je telefoon, via de mail of in de app, gebruikt worden om toegang te verkrijgen tot de accommodatie. Dit geeft beter inzicht in welke personen en op welk moment gebruik maken van de accommodatie en kan dienen als basis voor de facturatie. Externen (bv schoonmaak) krijgen een tag, waarbij een tijdslot wordt ingesteld om binnen te komen, wel met beperkte toegang inpandig. Medewerkers van de gemeente, zoals bv halbeheerders, krijgen een vaste tag met toegang tot alle locaties. Voorgesteld wordt om hiervoor een investeringskrediet van € 160.000 beschikbaar te stellen. Bij een afschrijvingstermijn van 10 jaar leidt dit tot een jaarlijkse afschrijvingslast van € 16.000. Deze bijstelling leidt met ingang van 2027 tot een structurele verlaging van het saldo begroting van € 16.000.

RKAV Overslagsysteem (containers)

Dit jaar worden de velden 3 en 4 van RKAV gerenoveerd. Dit is een logisch moment om ook de pompinstallatie te vervangen, echter staat deze in het MJOP op de planning voor 2028. Voorgesteld wordt om deze vervanging naar dit jaar te verplaatsen. De netto investering bedraagt € 26.300. Hierdoor beginnen de kapitaallasten 3 jaar eerder. Dit leidt tot een verlaging van het saldo begroting in 2026 tot en met 2028 van € 1.800.

het MJOP is uitgebreid met hekwerk en bestrating per veld. Dit was nog niet opgenomen. Deze investering leidt tot een verlaging van het saldo begroting voor een bedrag van € 1.450 structureel vanaf 2030.

het MJOP is uitgebreid met hekwerk en bestrating per veld. Dit was nog niet opgenomen. Deze investering leidt tot een verlaging van het saldo begroting voor een bedrag van € 1.300 structureel vanaf 2026.

De werkelijke kosten zijn hoger dan het oorspronkelijke investeringsbedrag. Deze bijstelling leidt tot een verlaging van het saldo begroting met € 1.000.

het MJOP is uitgebreid met hekwerk en bestrating per veld. Dit was nog niet opgenomen. Deze investering leidt tot een verlaging van het saldo begroting voor een bedrag van € 950 structureel vanaf 2026.

De werkelijke kosten zijn hoger dan het oorspronkelijke investeringsbedrag. Deze bijstelling leidt tot een verlaging van het saldo begroting met € 1.000.

het MJOP is uitgebreid met hekwerk en bestrating per veld. Dit was nog niet opgenomen. Deze investering leidt tot een verlaging van het saldo begroting voor een bedrag van € 1.400 structureel vanaf 2030

het MJOP is uitgebreid met hekwerk en bestrating per veld. Dit was nog niet opgenomen. Deze investering leidt tot een verlaging van het saldo begroting voor een bedrag van € 1.250 structureel vanaf 2031.

RKAV veld 8 vervangen onderbouw en toplaag kunstgras (huidig FC Volendam)

Conform het MJOP Buitensportaccommodaties wordt de verwachte vervanging kunstgrasveld veld 1 RKAV Volendam in 2029 opgevoerd. Onderbouw en Toplaag. Voorgesteld wordt om hiervoor een investeringskrediet van € 800.000 beschikbaar te stellen.

Conform het MJOP Buitensportaccommodaties wordt de vervanging veld 6 RKAV in 2029 opgevoerd. Dit betreft een vervanging van het totale veld natuurgras. Voorgesteld wordt om hiervoor een investeringskrediet van € 80.000 beschikbaar te stellen. Bij een afschrijvingstermijn van 20 jaar leidt dit tot een jaarlijkse afschrijvingslast van € 4.000 per jaar.

het MJOP is uitgebreid met hekwerk en bestrating per veld. Dit was nog niet opgenomen. Deze investering leidt tot een verhoging van het saldo begroting voor een bedrag van € 1.250 structureel vanaf 2026.

Deze investering hangt nauw samen met de ontwikkeling van het Tase-terrein. Het is moeilijk in te schatten wanneer dit gaat plaatsvinden. Zekerheidshalve wordt deze investering van 2024 opgeschoven naar 2026. Hierdoor begint de afschrijvingslast in 2027 in plaats van in 2025. Dit heeft een positief effect op het saldo begroting voor de jaren 2025 en 2026 van € 10.000.

De verwachte vervanging van de beregeningsinstallatie bij TV Dijkzicht kan later plaatsvinden. De vervanging wordt doorgeschoven van 2025 naar 2033. Voor de jaren 2026 tot en met 2028 leidt dit tot een verhoging van het saldo begroting met € 1.200.

het MJOP is uitgebreid met hekwerk en bestrating per veld. Dit was nog niet opgenomen. Deze investering leidt tot een verlaging van het saldo begroting voor een bedrag van € 1.400 structureel vanaf 2035.

In 2034 wordt het kunstgrasveld van VV Oosthuizen vervangen volgens het bijbehorende MJOP. Dit leidt tot een verlaging van het saldo begroting van € 40.000 structureel vanaf 2035 en verder.

het MJOP is uitgebreid met hekwerk en bestrating per veld. Dit was nog niet opgenomen. Deze investering leidt tot een verlaging van het saldo begroting voor een bedrag van € 1.100 structureel vanaf 2027.

VV Oosthuizen Veld 2 vervangen totale veld natuurgras

het MJOP is uitgebreid met hekwerk en bestrating per veld. Dit was nog niet opgenomen. Deze investering leidt tot een verlaging van het saldo begroting voor een bedrag van € 1.100 structureel vanaf 2027.

De investering voor het vervangen van veld 3 van VV Oosthuizen schuift door van 2025 naar 2026. Hierdoor schuift de kapitaallast van € 3.000 door naar 2027 en verder. Dit leidt tot een verhoging van het saldo begroting in 2026 ter hoogte van € 3.000.

het MJOP is uitgebreid met hekwerk en bestrating per veld. Dit was nog niet opgenomen. Deze investering leidt tot een verlaging van het saldo begroting voor een bedrag van € 750 structureel vanaf 2027.

De investering voor het vervangen van veld 4 van VV Oosthuizen schuift door van 2025 naar 2026. Hierdoor schuift de kapitaallast van € 3.000 door naar 2027 en verder. Dit leidt tot een verhoging van het saldo begroting in 2026 ter hoogte van € 3.000.

Voor de renovatie van de Val van Urk is reeds een investeringskrediet gevoteerd. Er is nu ook in kaart gebracht wat de kosten voor inrichting ongeveer gaan bedragen. Voorgesteld wordt om hiervoor een investeringskrediet beschikbaar te stellen van € 250.000. Dit krediet zal worden afgeschreven in een periode van 10 jaar. Deze bijstelling leidt tot een structurele verlaging van het saldo begroting met € 25.000.

De organisatie is verspreid over meerdere (zwaar) verouderde panden. Dit is duur en maakt ons geen aantrekkelijke werkgever op deze krappe arbeidsmarkt. De huidige panden vereisen flinke investeringen om ze nog 15-20 jaar bruikbaar en duurzaam te houden. Het is waarschijnlijk verstandiger, duurzamer en goedkoper om nieuwbouw neer te zetten. Deze nieuwbouw is dan geschikt voor de komende 40 jaar. Daarbij kunnen dan de oude locaties verkocht/(her)ontwikkeld worden.
Met de raad samen loopt sinds eind 2023 een proces om te bepalen of we nieuwbouw willen toepassen en zo ja, op welke locatie. Afschrijving in 60 jaar is wellicht een mogelijkheid. Voorstellen daarover worden na de zomervakantie aan de raad voorgelegd. Als grove inschatting wordt uitgegaan van een investering van € 35 mln voor een nieuw gebouw, waarbij de investeringen globaal gedaan worden in de periode  2028 – 2032. Dit is mede afhankelijk van de locatiekeuze, sommige locaties zijn sneller te ontwikkelen dan andere.
Hier staat tegenover een lagere exploitatielast en na 2032 opbrengst uit verkoop van de huidige locaties. De investering die nodig is om in de huidige panden te blijven, als er geen nieuwbouw komt, wordt momenteel berekend. Rond de zomer levert het bureau dat ons begeleidt de definitieve berekeningen met betrekking tot de verschillende opties/locaties voor nieuwbouw en voor de keuze om in de huidige panden te blijven.

De fietsenstallingen bij het Stadskantoor en bij de Veermanlaan zijn te klein en er is beperkt toezicht mogelijk. De gemeente wil de medewerkers juist stimuleren om meer te fietsen en de auto minder te gebruiken. Daarnaast heeft de gemeente een aantal elektrische fietsen aangeschaft voor intern gebruik waar nu geen stalling voor is. Wij stellen voor een investeringskrediet beschikbaar te stellen van € 75.000 voor stalling en laadmogelijkheid. Afschrijving van deze investering over een periode van 20 jaar leidt tot een jaarlijkse afschrijvingslast van € 3.750. Dit voorstel leidt tot een structurele verlaging van het saldo begroting 2026 en verder.

Voor de renovatie van de Ark is een duurzaamheidssubsidie toegekend van € 264.000. Deze bijstelling leidt tot een structurele verhoging van het saldo begroting met € 11.000.

Deze investering kan worden afgesloten. Er is reeds een krediet beschikbaar gesteld. Dit voorstel heeft geen gevolgen voor het saldo begroting.

In het kader van de afgesproken bezuinigingsopdracht, vastgesteld in de Kadernota, wordt deze investering afgeraamd. Dit leidt tot een verhoging van het saldo begroting voor een bedrag van € 2.500 structureel vanaf 2025 en verder.

In de jaarrekening 2024 is het investeringskrediet voor Havens jaarschijf 2024 afgesloten. Het resterende bedrag wordt toegevoegd aan het investeringskrediet voor Havens jaarschijf 2025.

Deze verschuiving heeft geen invloed op het begrotingssaldo. In de kapitaallasten vanaf 2026 is namelijk al rekening gehouden met de lasten uit het investeringskrediet voor Havens van jaarschijf 2024.

In het kader van de actualisatie van het Meerjaren Onderhoudsplan (MJOP) voor civiele kunstwerken zijn de benodigde onderhoudskredieten opnieuw beoordeeld. Op basis van de laatste inzichten is het onderhoudsprogramma geactualiseerd, wat heeft geleid tot enkele bijstellingen in de geplande werkzaamheden en bijbehorende budgetten. Voor het krediet Havens jaarschijf 2026 is een verhoging van € 35.000 benodigd. Dit voorstel leidt tot een structurele verlaging van het saldo begroting vanaf 2027 van € 875.

In het kader van de actualisatie van het Meerjaren Onderhoudsplan (MJOP) voor civiele kunstwerken zijn de benodigde onderhoudskredieten opnieuw beoordeeld. Op basis van de laatste inzichten is het onderhoudsprogramma geactualiseerd, wat heeft geleid tot enkele bijstellingen in de geplande werkzaamheden en bijbehorende budgetten. Voor het krediet Havens jaarschijf 2026 is een verhoging van € 2.900.000 benodigd. Dit voorstel leidt tot een structurele verlaging van het saldo begroting vanaf 2027 van € 73.000.

Wij stellen voor om in de Najaarsnota een bedrag van € 32.000 beschikbaar te stellen voor de overname van zeven beveiligingscamera’s. Deze investering vloeit voort uit de juridische overdracht van basisschool De Piramide te Edam, die plaatsvindt op 15 september 2025.

Op dit moment is het schoolgebouw beveiligd met zeven camera’s, geplaatst op speciaal daarvoor geïnstalleerde masten. De camera’s dienen ter voorkoming van vernieling en overlast, ook in de periode van leegstand na de overdracht.

De kapitaallasten die uit dit voorstel voortvloeien, leiden vanaf 2026 tot een structurele verlaging van het saldo begroting met € 6.400.

Met deze mutatie wordt de afschrijftermijn, zoals voorgesteld in de Kadernota, aangepast van 40 jaar naar 60 jaar. Dit leidt tot een verhoging van het saldo begroting vanaf 2027 en verder van 92.500.

De brandweerkazerne Oosthuizen verkeert in slechte staat. Wij stellen voor om in 2025 een investeringskrediet van € 225.000 beschikbaar te stellen om de levensduur van het pand te verlengen en tegelijk waar mogelijk te verduurzamen. Het beschikbaar stellen van dit investeringskrediet leidt tot een structurele verlaging van het saldo begroting 2026 en verder van € 9.000.

De samenvoeging van de brandweerkazernes van Edam en van Volendam is uitgesteld om onder andere tijdelijk units ten behoeve van de opvang van Oekraïense ontheemden te kunnen plaatsen aan De Deimpt. Er is een tijdelijke kazerne in Edam geplaatst voor 5 jaar, met de mogelijkheid voor verlenging met nogmaals 5 jaar. Dat betekent dat de besluitvorming en ontwikkeling van  het terrein op De Deimpt over tenminste 4-5 jaar moet starten, om een tijdige samenvoeging van beide kazernes alsnog mogelijk te maken. De kosten worden vooralsnog ingeschat op 8-10 mln. Deze investeringen zouden dan rond 2030-2032 gedaan moeten worden. De kosten voor de nieuwe kazerne worden geschat op € 9,6 mln. Dit is exclusief de lasten voor slopen van het oude pand en het saneren van de grond.

Voorgesteld wordt om het pand Raadhuisstraat 24 te Oosthuizen grondig te renoveren ter realisatie van een gezondheidscentrum. Voorgesteld wordt om hiervoor een investeringskrediet van € 2.883.000 beschikbaar te stellen. Dit is inclusief het eerder beschikbaar gestelde voorbereidingskrediet van € 100.000. Dit voorbereidingskrediet zal worden afgesloten. Bij een afschrijvingstermijn van 25 jaar zorgt dit met ingang van 2027 voor een structurele afschrijvingslast van € 115.000. Indien de gemeente een gedeelte van de btw terug kan vorderen en subsidies krijgt toegekend voor verduurzamingsmaatregelen dan zullen deze lasten lager uitvallen.

In de Kadernota 2024 staat opgenomen dat de Singel in Edam zal worden gerenoveerd om het CJG in te gaan huisvesten. Het Centrum voor Jeugd en Gezin is momenteel gehuisvest in De Griend. Dit pand is geen eigendom van de gemeente en wordt gehuurd. In de bijstelling die is opgenomen in de Kadernota is uitgegaan van een verhuizing in 2025. Zoals het er nu naar uitziet zal deze overgang pas eind 2026 gaan plaatsvinden. Dit leidt tot een bijstelling van de eerder opgenomen bezuinigingen. Deze bijstelling leidt tot een verhoging van het saldo begroting 2025 en 2027 met respectievelijk € 83.000 en € 40.000. De meevaller in 2025 wordt veroorzaakt doordat de restant boekwaarde van het activum Inrichtingskosten CJG nu niet in 2025 wordt afgeboekt maar in 2026. De meevaller in 2027 wordt veroorzaakt door het wegvallen van afschrijvingslasten van ditzelfde activum. Deze bijstelling leidt in 2026 tot een daling van het saldo begroting van € 120.000. Dit komt doordat de lasten voor huisvesting in de Grind weer worden opgevoerd in dit jaar. Hieronder vallen ook de huurkosten van € 112.000. Dit voorstel komt voor in programma 5 en 6.

Voor 2027 staat het plaatsen van een warmteopwekking systeem in de Singel geraamd. Het is de bedoeling dat de Singel in 2026 grondig zal worden gerenoveerd. Voorgesteld wordt om het investeringskrediet van € 173.000 voor het plaatsen van een warmteopwekking systeem ook in 2026 te realiseren. Deze bijstelling leidt tot een eenmalige verlaging van het saldo begroting 2027 met € 9.000.

Voor 2028 staat een investeringskrediet van € 49.000 geraamd voor het plaatsen van ledverlichting in de Singel. Het is de bedoeling dat de Singel in 2026 grondig zal worden gerenoveerd. Voorgesteld wordt om het investeringskrediet van € 49.000 voor het plaatsen van ledverlichting ook in 2026 beschikbaar te stellen. Deze bijstelling leidt tot een verlaging van het saldo begroting in de jaren 2027 en 2028 met € 2.000.

Voor 2028 staat een investeringskrediet van € 41.000 geraamd voor het plaatsen van zonnepanelen op het dak van de Singel. Het is de bedoeling dat de Singel in 2026 grondig zal worden gerenoveerd. Voorgesteld wordt om het investeringskrediet van € 41.000 voor het plaatsen van zonnepanelen ook in 2026 beschikbaar te stellen. Deze bijstelling leidt tot een verlaging van het saldo begroting in de jaren 2027 en 2028 met € 2.000.

In 2020 heeft de gemeente besloten om het pand Raadhuisstraat 24 te Oosthuizen te verkopen aan een externe partij. Doordat de levering van het pand nog steeds niet heeft plaatsgevonden en het vertrouwen in de externe partij weg is, is besloten een onderhandeling te starten om de koopovereenkomst gedeeltelijk te ontbinden. Er is een vergoeding van € 100.000 exclusief BTW overeengekomen. Deze vergoeding is overeengekomen ter compensatie van de verrichte werkzaamheden van de afgelopen 4 jaar door de koper/ontwikkelaar en het overnemen van onder andere bouwtekeningen, programma van eisen, bouwkostencalculaties en overige informatie en documenten. Na ontbinding zullen wij de voorbereidingen met betrekking tot de renovatie en ontwikkeling van het pand in gang zetten. Wij stellen voor om een voorbereidingskrediet van € 100.000 beschikbaar te stellen voor het voorbereiden van de renovatie en de vergoeding voor de diensten die de externe partij reeds heeft uitgevoerd en voorbereid. In een later stadium zal krediet worden aangevraagd voor de renovatie en verduurzaming van het pand. Dit voorstel heeft geen gevolgen voor het saldo begroting.

Beschoeiingen jaarschijf 2024

In de jaarrekening 2024 is het investeringskrediet voor Beschoeiingen (jaarschijf 2024) afgesloten. Het resterende bedrag wordt toegevoegd aan het investeringskrediet voor Beschoeiingen (jaarschijf 2025).



Vanaf 2025 is ervoor gekozen om de jaarschijf voor beschoeiingen op te splitsen in afzonderlijke kredieten op basis van het gebruikte materiaal: klei, hout en zware constructies. Elk van deze kredieten heeft een eigen afschrijftermijn.


Bij het toevoegen van het resterende krediet uit jaarschijf 2024 is dit bedrag evenredig verdeeld over de nieuwe kredieten, op basis van de hoogte van de bijbehorende budgetten.



Deze verschuiving heeft geen invloed op het begrotingssaldo. In de kapitaallasten vanaf 2026 is namelijk al rekening gehouden met de lasten uit het investeringskrediet voor beschoeiingen van jaarschijf 2024.

In de jaarrekening 2024 is het investeringskrediet voor Beschoeiingen (jaarschijf 2024) afgesloten. Het resterende bedrag wordt toegevoegd aan het investeringskrediet voor Beschoeiingen (jaarschijf 2025).



Vanaf 2025 is ervoor gekozen om de jaarschijf voor beschoeiingen op te splitsen in afzonderlijke kredieten op basis van het gebruikte materiaal: klei, hout en zware constructies. Elk van deze kredieten heeft een eigen afschrijftermijn.


Bij het toevoegen van het resterende krediet uit jaarschijf 2024 is dit bedrag evenredig verdeeld over de nieuwe kredieten, op basis van de hoogte van de bijbehorende budgetten.



Deze verschuiving heeft geen invloed op het begrotingssaldo. In de kapitaallasten vanaf 2026 is namelijk al rekening gehouden met de lasten uit het investeringskrediet voor beschoeiingen van jaarschijf 2024.

In de jaarrekening 2024 is het investeringskrediet voor Beschoeiingen (jaarschijf 2024) afgesloten. Het resterende bedrag wordt toegevoegd aan het investeringskrediet voor Beschoeiingen (jaarschijf 2025).



Vanaf 2025 is ervoor gekozen om de jaarschijf voor beschoeiingen op te splitsen in afzonderlijke kredieten op basis van het gebruikte materiaal: klei, hout en zware constructies. Elk van deze kredieten heeft een eigen afschrijftermijn.


Bij het toevoegen van het resterende krediet uit jaarschijf 2024 is dit bedrag evenredig verdeeld over de nieuwe kredieten, op basis van de hoogte van de bijbehorende budgetten.



Deze verschuiving heeft geen invloed op het begrotingssaldo. In de kapitaallasten vanaf 2026 is namelijk al rekening gehouden met de lasten uit het investeringskrediet voor beschoeiingen van jaarschijf 2024.

In het kader van de actualisatie van het Meerjaren Onderhoudsplan (MJOP) voor civiele kunstwerken zijn de benodigde onderhoudskredieten opnieuw beoordeeld. Op basis van de laatste inzichten is het onderhoudsprogramma geactualiseerd, wat heeft geleid tot enkele bijstellingen in de geplande werkzaamheden en bijbehorende budgetten.

Daarnaast zijn de voorzieningen voor groot onderhoud schoeiingen meerjarig afgeraamd. Dit komt doordat er de komende jaren vrijwel geen werkzaamheden in het groot onderhoud van schoeiingen zijn voorzien; bij schoeiingen gaat het in de praktijk vaak om volledige vervanging in plaats van onderhoud.  Hierdoor valt er structureel € 217.000 vrij binnen de exploitatie voor groot onderhoud schoeiingen. Dit bedrag bestaat uit twee delen: € 118.000, opgenomen in de najaarsnota 2025, en € 99.000, opgenomen in de begroting 2026. Het volledige bedrag wordt nu ingezet voor de verplaatsing naar kredieten, zodat hiermee de bijbehorende kapitaallasten kunnen worden gedekt.

Voor het krediet Beschoeiingen jaarschijf 2026 hout is een verhoging van € 1.420.000 benodigd. Met deze bijstelling zorgen we ervoor dat de onderhoudsopgaven tijdig en verantwoord kunnen worden uitgevoerd, met behoud van de kwaliteit, veiligheid en functionaliteit van de civiele kunstwerken.

Dit voorstel leidt tot een structurele verlaging van het saldo begroting vanaf 2027 van € 71.000.

In het kader van de actualisatie van het Meerjaren Onderhoudsplan (MJOP) voor civiele kunstwerken zijn de benodigde onderhoudskredieten opnieuw beoordeeld. Op basis van de laatste inzichten is het onderhoudsprogramma geactualiseerd, wat heeft geleid tot enkele bijstellingen in de geplande werkzaamheden en bijbehorende budgetten. Daarnaast zijn de voorzieningen voor groot onderhoud schoeiingen meerjarig afgeraamd. Dit komt doordat er de komende jaren vrijwel geen werkzaamheden in het groot onderhoud van schoeiingen zijn voorzien; bij schoeiingen gaat het in de praktijk vaak om volledige vervanging in plaats van onderhoud.  Hierdoor valt er structureel € 217.000 vrij binnen de exploitatie voor groot onderhoud schoeiingen. Dit bedrag bestaat uit twee delen: € 118.000, opgenomen in de najaarsnota 2025, en € 99.000, opgenomen in de begroting 2026. Het volledige bedrag wordt nu ingezet voor de verplaatsing naar kredieten, zodat hiermee de bijbehorende kapitaallasten kunnen worden gedekt. Voor het krediet Beschoeiingen jaarschijf 2026 zware constructie is een verhoging van € 3.617.000 benodigd. Met deze bijstelling zorgen we ervoor dat de onderhoudsopgaven tijdig en verantwoord kunnen worden uitgevoerd, met behoud van de kwaliteit, veiligheid en functionaliteit van de civiele kunstwerken. Dit voorstel leidt tot een structurele verlaging van het saldo begroting vanaf 2027 van € 54.000.

In het kader van de actualisatie van het Meerjaren Onderhoudsplan (MJOP) voor civiele kunstwerken zijn de benodigde onderhoudskredieten opnieuw beoordeeld. Op basis van de laatste inzichten is het onderhoudsprogramma geactualiseerd, wat heeft geleid tot enkele bijstellingen in de geplande werkzaamheden en bijbehorende budgetten. Voor het krediet Beschoeiingen jaarschijf 2027 hout leidt dit tot een verlaging van € 322.000. Dit voorstel leidt tot een structurele verhoging van het saldo begroting vanaf 2028 van € 16.100.

In het kader van de actualisatie van het Meerjaren Onderhoudsplan (MJOP) voor civiele kunstwerken zijn de benodigde onderhoudskredieten opnieuw beoordeeld. Op basis van de laatste inzichten is het onderhoudsprogramma geactualiseerd, wat heeft geleid tot enkele bijstellingen in de geplande werkzaamheden en bijbehorende budgetten. Daarnaast zijn de voorzieningen voor groot onderhoud schoeiingen meerjarig afgeraamd. Dit komt doordat er de komende jaren vrijwel geen werkzaamheden in het groot onderhoud van schoeiingen zijn voorzien; bij schoeiingen gaat het in de praktijk vaak om volledige vervanging in plaats van onderhoud.  Hierdoor valt er structureel € 217.000 vrij binnen de exploitatie voor groot onderhoud schoeiingen. Dit bedrag bestaat uit twee delen: € 118.000, opgenomen in de najaarsnota 2025, en € 99.000, opgenomen in de begroting 2026. Het volledige bedrag wordt nu ingezet voor de verplaatsing naar kredieten, zodat hiermee de bijbehorende kapitaallasten kunnen worden gedekt. Voor het krediet Beschoeiingen jaarschijf 2027 zware constructie is een verhoging van € 30.000 benodigd. Met deze bijstelling zorgen we ervoor dat de onderhoudsopgaven tijdig en verantwoord kunnen worden uitgevoerd, met behoud van de kwaliteit, veiligheid en functionaliteit van de civiele kunstwerken. Dit voorstel leidt tot een structurele verlaging van het saldo begroting vanaf 2028 van € 500.

In het kader van de actualisatie van het Meerjaren Onderhoudsplan (MJOP) voor civiele kunstwerken zijn de benodigde onderhoudskredieten opnieuw beoordeeld. Op basis van de laatste inzichten is het onderhoudsprogramma geactualiseerd, wat heeft geleid tot enkele bijstellingen in de geplande werkzaamheden en bijbehorende budgetten. Voor het krediet Beschoeiingen jaarschijf 2027 hout leidt dit tot een verlaging van € 269.000. Dit voorstel leidt tot een structurele verhoging van het saldo begroting vanaf 2029 van € 13.450.

In het kader van de actualisatie van het Meerjaren Onderhoudsplan (MJOP) voor civiele kunstwerken zijn de benodigde onderhoudskredieten opnieuw beoordeeld. Op basis van de laatste inzichten is het onderhoudsprogramma geactualiseerd, wat heeft geleid tot enkele bijstellingen in de geplande werkzaamheden en bijbehorende budgetten. Daarnaast zijn de voorzieningen voor groot onderhoud schoeiingen meerjarig afgeraamd. Dit komt doordat er de komende jaren vrijwel geen werkzaamheden in het groot onderhoud van schoeiingen zijn voorzien; bij schoeiingen gaat het in de praktijk vaak om volledige vervanging in plaats van onderhoud.  Hierdoor valt er structureel € 217.000 vrij binnen de exploitatie voor groot onderhoud schoeiingen. Dit bedrag bestaat uit twee delen: € 118.000, opgenomen in de najaarsnota 2025, en € 99.000, opgenomen in de begroting 2026. Het volledige bedrag wordt nu ingezet voor de verplaatsing naar kredieten, zodat hiermee de bijbehorende kapitaallasten kunnen worden gedekt. Voor het krediet Beschoeiingen jaarschijf 2028 zware constructie is een verhoging van € 3.050.000 benodigd. Met deze bijstelling zorgen we ervoor dat de onderhoudsopgaven tijdig en verantwoord kunnen worden uitgevoerd, met behoud van de kwaliteit, veiligheid en functionaliteit van de civiele kunstwerken. Dit voorstel leidt tot een structurele verlaging van het saldo begroting vanaf 2029 van € 51.000.

In het kader van de actualisatie van het Meerjaren Onderhoudsplan (MJOP) voor civiele kunstwerken zijn de benodigde onderhoudskredieten opnieuw beoordeeld. Op basis van de laatste inzichten is het onderhoudsprogramma geactualiseerd, wat heeft geleid tot enkele bijstellingen in de geplande werkzaamheden en bijbehorende budgetten. Daarnaast zijn de voorzieningen voor groot onderhoud schoeiingen meerjarig afgeraamd. Dit komt doordat er de komende jaren vrijwel geen werkzaamheden in het groot onderhoud van schoeiingen zijn voorzien; bij schoeiingen gaat het in de praktijk vaak om volledige vervanging in plaats van onderhoud.  Hierdoor valt er structureel € 217.000 vrij binnen de exploitatie voor groot onderhoud schoeiingen. Dit bedrag bestaat uit twee delen: € 118.000, opgenomen in de najaarsnota 2025, en € 99.000, opgenomen in de begroting 2026. Het volledige bedrag wordt nu ingezet voor de verplaatsing naar kredieten, zodat hiermee de bijbehorende kapitaallasten kunnen worden gedekt. Voor het krediet Beschoeiingen jaarschijf 2029 hout is een verhoging van € 375.000 benodigd. Met deze bijstelling zorgen we ervoor dat de onderhoudsopgaven tijdig en verantwoord kunnen worden uitgevoerd, met behoud van de kwaliteit, veiligheid en functionaliteit van de civiele kunstwerken. Dit voorstel leidt tot een structurele verlaging van het saldo begroting vanaf 2030 van € 19.000.

In het kader van de actualisatie van het Meerjaren Onderhoudsplan (MJOP) voor civiele kunstwerken zijn de benodigde onderhoudskredieten opnieuw beoordeeld. Op basis van de laatste inzichten is het onderhoudsprogramma geactualiseerd, wat heeft geleid tot enkele bijstellingen in de geplande werkzaamheden en bijbehorende budgetten. Voor het krediet Beschoeiingen jaarschijf 2029 zware constructie leidt dit tot een verlaging van € 4.500.000. Dit voorstel leidt tot een structurele verhoging van het saldo begroting vanaf 2030 van € 75.000.

Speeltoestellen 2024

Speeltoestellen 2025
Het krediet 2024 is niet uitgegeven. Daarom wordt de oude investering aan het krediet 2025 toegevoegd tot € 200.000. Dit heeft geen gevolgen voor het saldo begroting 2025 en verder.

Speeltoestellen 2026

Speeltoestellen 2027

Speeltoestellen 2028

Speeltoestellen 2029

Speeltoestellen 2030

Speeltoestellen 2031

Speeltoestellen 2032

Deze investering wordt een jaar eerder uitgevoerd (in 2025). Hierdoor start de afschrijving een jaar eerder. Dit leidt tot een verlaging van het saldo begroting met € 1.600 voor het jaar 2026.

Bolwerck; Nieuwe sportvloer uit 2011

Bolwerck; Schoonmaakmachine 2028

Opvoering MIP activa

In het MIP staat voor het jaar 2028 een investering geraamd van € 30.000 voor het isoleren van de gevel van sporthal de Kreil. In het kader van duurzaamheid wordt voorgesteld om deze activiteit dit jaar uit te voeren. Wij stellen voor om het investeringskrediet voor het isoleren van de gevel van sporthal de Kreil in 2025 beschikbaar te stellen. Deze bijstelling leidt tot een verlaging van het saldo begroting 2025 en verder met € 2.000.

Opvoering MIP activa

Opvoering MIP activa

Opvoering MIP activa

Opvoering MIP activa

Opvoering MIP activa

Opvoering MIP activa

Opvoering MIP activa

Deze investering zorgt voor een jaarlijkse afschrijvingslast van € 1.500. Deze bijstelling zorgt voor een structurele verlaging van het saldo begroting vanaf 2027 en verder.

Deze investering is niet benodigd. Dit leidt tot een structurele verlaging van het saldo begroting met  € 3.250 vanaf 2025.

Opperdam: vervangen cv-ketel Remeha

Opperdam: vervangen dakbedekking

Opperdam: vervangen luchtbehandelingsinstallatie

Opperdam: vervangen regeling klimaat en sanitair

Opperdam: vervangen splitsysteem airco

Seinpaal; Schoonmaakmachine uit 2013

Sporthal het Bolwerck is grondig toe aan een grote renovatie. Het betreft levensduur verlengende renovatie zodat de sporthal weer minimaal 25 jaar mee kan. Het gaat onder andere om het renoveren van de buitenschil en de kleedkamers en het vervangen van het dak. Het gaat om een totale investering van € 595.000. Voorgesteld wordt om in 2027 een investeringskrediet van € 595.000 beschikbaar te stellen voor de renovatie van sporthal het Bolwerck. Een afschrijvingstermijn van 25 jaar zorgt voor een afschrijvingslast van € 24.000. Deze bijstelling leidt tot een structurele verlaging van het saldo 2029 en verder met € 24.000.

De houten sportvloer van de sporthal Opperdam (oud) is technisch afgeschreven. De vloer vertoond op een groot aantal plekken oneffenheden die ontstaan zijn door het veelvuldig nat reinigen in verband met het harsgebruik. Daarnaast komen een aantal deksels van vloerpotten uit de vloer omhoog wat kan zorgen voor onveilige situaties. De toplaag en onderlaag moeten vervangen worden. Deze renovatie of vervanging biedt meteen een kans om de nieuwe sportvloer naadloos en obstakel vrij door te leggen in de bergingen en onder de opslaglocatie van de tribunes. Samen met de gebruikers en markpartijen zal er gezocht worden naar innovatieve en duurzame oplossingen voor de sportvloer en belijning zodat deze weer toekomstbestendig is. Een eerste grove CROW-raming laat zien dat de kosten ongeveer € 363.000 inclusief btw zullen bedragen. De vloer wordt afgeschreven in 20 jaar. De hierbij behorende netto kapitaallasten zijn voor 2026 en verder € 14.000 per jaar en leiden tot een structurele verlaging van het saldo begroting.

Om het sleutelbeheer te verbeteren wordt voorgesteld 3 sleutelkasten aan te schaffen en deze op 3 vestigingen te plaatsen. De aanschafkosten van de sleutelkasten zijn € 32.500 en de invesering wordt afgeschreven in 10 jaar. Dit voorstel leidt tot een structurele verlaging van het saldo begroting van € 3.250 per jaar voor 2025 en verder.

Deze investering wordt afgeraamd omdat voor de tractiemiddelen een nieuwe werkwijze is gekozen van jaarschijfinvesteringen per type tractie. Deze mutatie leidt tot een verhoging van het saldo begroting maar het tractiemiddel zal via een nieuwe opvoer weer worden toegevoegd.

Deze investering wordt afgeraamd omdat voor de tractiemiddelen een nieuwe werkwijze is gekozen van jaarschijfinvesteringen per type tractie. Deze mutatie leidt tot een verhoging van het saldo begroting maar het tractiemiddel zal via een nieuwe opvoer weer worden toegevoegd.

Deze investering wordt afgeraamd. Dit leidt tot een verbetering van het saldo begroting van € 4.700 structureel voor de jaren 2029 en verder.

Deze investering wordt afgeraamd omdat voor de tractiemiddelen een nieuwe werkwijze is gekozen van jaarschijfinvesteringen per type tractie. Deze mutatie leidt tot een verhoging van het saldo begroting maar het tractiemiddel zal via een nieuwe opvoer weer worden toegevoegd.

Electrisch voertuig Goupil 54 Werken +

Electrisch voertuig Goupil 57 Werken +

Dit betreft de jaarschijfinvestering voor elektrische voertuigen voor jaarschijf 2027 voor het onderdeel Openbaar Groen. Dit leidt tot een verlaging van het saldo begroting maar dient te worden bezien als geheel, aangezien voor een nieuwe werkwijze is gekozen en in eerste instantie vele investeringen en kredieten zijn afgeraamd.

Dit betreft de jaarschijfinvestering voor fietsen voor jaarschijf 2026 voor het onderdeel OOV. Dit leidt tot een verlaging van het saldo begroting maar dient te worden bezien als geheel, aangezien voor een nieuwe werkwijze is gekozen en in eerste instantie vele investeringen en kredieten zijn afgeraamd.

Dit betreft de jaarschijfinvestering voor fietsen voor jaarschijf 2028 voor het onderdeel Overhead. Dit leidt tot een verlaging van het saldo begroting maar dient te worden bezien als geheel, aangezien voor een nieuwe werkwijze is gekozen en in eerste instantie vele investeringen en kredieten zijn afgeraamd.

Deze investering wordt afgeraamd omdat voor de tractiemiddelen een nieuwe werkwijze is gekozen van jaarschijfinvesteringen per type tractie. Deze mutatie leidt tot een verhoging van het saldo begroting maar het tractiemiddel zal via een nieuwe opvoer weer worden toegevoegd.

Deze investering wordt afgeraamd omdat voor de tractiemiddelen een nieuwe werkwijze is gekozen van jaarschijfinvesteringen per type tractie. Deze mutatie leidt tot een verhoging van het saldo begroting maar het tractiemiddel zal via een nieuwe opvoer weer worden toegevoegd.

Deze investering wordt afgeraamd omdat voor de tractiemiddelen een nieuwe werkwijze is gekozen van jaarschijfinvesteringen per type tractie. Deze mutatie leidt tot een verhoging van het saldo begroting maar het tractiemiddel zal via een nieuwe opvoer weer worden toegevoegd.

Dit betreft de jaarschijfinvestering voor de havenboot voor jaarschijf 2026 voor het onderdeel Overhead. Dit leidt tot een verlaging van het saldo begroting maar dient te worden bezien als geheel, aangezien voor een nieuwe werkwijze is gekozen en in eerste instantie vele investeringen en kredieten zijn afgeraamd.

In het collegevoorstel inzake de aanschaf van een nieuwe hoogwerker inclusief trailer (2024) is een investering van € 80.000 opgenomen. Dit bedrag heeft betrekking op de vervanging van de huidige huurconstructie, waarvoor jaarlijks € 25.000 aan exploitatiekosten werd geboekt. Door deze investering vervallen die kosten structureel.

De investering wordt geactiveerd en over een periode van 10 jaar afgeschreven, wat leidt tot jaarlijkse kapitaallasten van € 8.000. De technische levensduur van de hoogwerker wordt geschat op 20 jaar. Vanaf 2026 leidt dit tot een structurele verlaging van het saldo begroting van € 8.000. Dit voorstel komt voor in programma's 4 en 6.

Een andere taak die onze gemeente heeft is het toezichthouden op het water. Handhaving op het water vraagt om continue waakzaamheid en samenwerking. Het naleven van deze richtlijnen zal bijdragen aan een veilige, plezierige en duurzame water omgeving voor alle gebruikers. Voorgesteld wordt om hiervoor een investeringskrediet van € 60.000 beschikbaar te stellen voor De aanschaf van de Brig/Rib boot met toebehoren als apparatuur, gereedschappen, reddingsmiddelen en waterdichte kleding. Bij een afschrijvingstermijn van 5 jaar leidt dit tot een jaarlijkse afschrijvingslast van € 12.000. Deze bijstelling leidt met ingang van 2027 tot een structurele verlaging van het saldo begroting van € 12.000.

Dit betreft de jaarschijfinvestering voor lichte voertuigen voor jaarschijf 2025 voor het onderdeel Milieu. Dit leidt tot een verlaging van het saldo begroting maar dient te worden bezien als geheel, aangezien voor een nieuwe werkwijze is gekozen en in eerste instantie vele investeringen en kredieten zijn afgeraamd.

Dit betreft de jaarschijfinvestering voor lichte voertuigen voor jaarschijf 2026 voor het onderdeel OOV Dit leidt tot een verlaging van het saldo begroting maar dient te worden bezien als geheel, aangezien voor een nieuwe werkwijze is gekozen en in eerste instantie vele investeringen en kredieten zijn afgeraamd.

Dit betreft de jaarschijfinvestering voor lichte voertuigen voor jaarschijf 2025 voor het onderdeel Openbaar Groen. Dit leidt tot een verlaging van het saldo begroting maar dient te worden bezien als geheel, aangezien voor een nieuwe werkwijze is gekozen en in eerste instantie vele investeringen en kredieten zijn afgeraamd.

Dit betreft de jaarschijfinvestering voor lichte voertuigen voor jaarschijf 2026 voor het onderdeel Openbaar Groen. Dit leidt tot een verlaging van het saldo begroting maar dient te worden bezien als geheel, aangezien voor een nieuwe werkwijze is gekozen en in eerste instantie vele investeringen en kredieten zijn afgeraamd.

Dit betreft de jaarschijfinvestering voor lichte voertuigen voor jaarschijf 2030 voor het onderdeel Overhead Dit leidt tot een verlaging van het saldo begroting maar dient te worden bezien als geheel, aangezien voor een nieuwe werkwijze is gekozen en in eerste instantie vele investeringen en kredieten zijn afgeraamd.

Dit betreft de jaarschijfinvestering voor lichte voertuigen voor jaarschijf 2025 voor het onderdeel Openbaar Groen. Dit leidt tot een verlaging van het saldo begroting maar dient te worden bezien als geheel, aangezien voor een nieuwe werkwijze is gekozen en in eerste instantie vele investeringen en kredieten zijn afgeraamd.

Maaidek (Zeevang)

Dit betreft de jaarschijfinvestering voor maaiers voor jaarschijf 2026 voor het onderdeel Openbaar Groen met een afschrijftermijn van 10 jaar. Dit leidt tot een verlaging van het saldo begroting maar dient te worden bezien als geheel, aangezien voor een nieuwe werkwijze is gekozen en in eerste instantie vele investeringen en kredieten zijn afgeraamd.

Dit betreft de jaarschijfinvestering voor maaiers voor jaarschijf 2026 voor het onderdeel Openbaar Groen met een afschrijftermijn van 15 jaar. Dit leidt tot een verlaging van het saldo begroting maar dient te worden bezien als geheel, aangezien voor een nieuwe werkwijze is gekozen en in eerste instantie vele investeringen en kredieten zijn afgeraamd.

Dit betreft de jaarschijfinvestering voor Maaiers voor jaarschijf 2033 voor het onderdeel Openbaar Groen. Dit leidt tot een verlaging van het saldo begroting maar dient te worden bezien als geheel, aangezien voor een nieuwe werkwijze is gekozen en in eerste instantie vele investeringen en kredieten zijn afgeraamd.

Mitsubishi Fuso Canter 11-BKP-6 (Verv.#603)

Mitsubishi Fuso Canter 14-BKP-8 (Verv.#604)

Deze investering wordt afgeraamd omdat voor de tractiemiddelen een nieuwe werkwijze is gekozen van jaarschijfinvesteringen per type tractie. Deze mutatie leidt tot een verhoging van het saldo begroting maar het tractiemiddel zal via een nieuwe opvoer weer worden toegevoegd.

Deze investering wordt afgeraamd omdat voor de tractiemiddelen een nieuwe werkwijze is gekozen van jaarschijfinvesteringen per type tractie. Deze mutatie leidt tot een verhoging van het saldo begroting maar het tractiemiddel zal via een nieuwe opvoer weer worden toegevoegd.

Deze investering wordt afgeraamd omdat voor de tractiemiddelen een nieuwe werkwijze is gekozen van jaarschijfinvesteringen per type tractie. Deze mutatie leidt tot een verhoging van het saldo begroting maar het tractiemiddel zal via een nieuwe opvoer weer worden toegevoegd.

Dit betreft een nieuwe investering. Er worden vier grasmaaiers ingeruild tegen vier nieuwe grasmaaiers. Één van de grasmaaiers was nog niet aangevraagd als investering. Middels deze investeringsaanvraag wordt gevraagd een krediet beschikbaar te stellen van € 100.000. Dit leidt tot een verlaging van het saldo begroting van € 10.000 structureel vanaf 2025. Op één van de in te ruilen grasmaaiers werd nog jaarlijks € 16.000 afgeschreven, daardoor worden de financiële gevolgen van deze investeringsaanvraag teniet gedaan.

Dit betreft de jaarschijfinvestering voor scooters voor jaarschijf 2026 voor het onderdeel Verkeer en Vervoer. Dit leidt tot een verlaging van het saldo begroting maar dient te worden bezien als geheel, aangezien voor een nieuwe werkwijze is gekozen en in eerste instantie vele investeringen en kredieten zijn afgeraamd.

Deze investering wordt afgeraamd omdat voor de tractiemiddelen een nieuwe werkwijze is gekozen van jaarschijfinvesteringen per type tractie. Deze mutatie leidt tot een verhoging van het saldo begroting maar het tractiemiddel zal via een nieuwe opvoer weer worden toegevoegd.

Dit betreft de jaarschijfinvestering voor strooiers voor jaarschijf 2034 voor het onderdeel Gladheidsbestrijding. Dit leidt tot een verlaging van het saldo begroting maar dient te worden bezien als geheel, aangezien voor een nieuwe werkwijze is gekozen en in eerste instantie vele investeringen en kredieten zijn afgeraamd.

Takkenversnipperaar (Zeevang)

Dit betreft de jaarschijfinvestering voor takkenversnipperaars voor jaarschijf 2028 voor het onderdeel Openbaar Groen. Dit leidt tot een verlaging van het saldo begroting maar dient te worden bezien als geheel, aangezien voor een nieuwe werkwijze is gekozen en in eerste instantie vele investeringen en kredieten zijn afgeraamd.

Dit betreft de jaarschijfinvestering voor Tractors voor jaarschijf 2028 voor het onderdeel Openbaar Groen. Dit leidt tot een verlaging van het saldo begroting maar dient te worden bezien als geheel, aangezien voor een nieuwe werkwijze is gekozen en in eerste instantie vele investeringen en kredieten zijn afgeraamd.

Dit betreft de jaarschijfinvestering voor Tractors voor jaarschijf 2030 voor het onderdeel Openbaar Groen. Dit leidt tot een verlaging van het saldo begroting maar dient te worden bezien als geheel, aangezien voor een nieuwe werkwijze is gekozen en in eerste instantie vele investeringen en kredieten zijn afgeraamd.

Dit betreft de jaarschijfinvestering voor Tractors voor jaarschijf 2034 voor het onderdeel Openbaar Groen. Dit leidt tot een verlaging van het saldo begroting maar dient te worden bezien als geheel, aangezien voor een nieuwe werkwijze is gekozen en in eerste instantie vele investeringen en kredieten zijn afgeraamd.

Dit betreft de jaarschijfinvestering voor Trailers & Aanhangers voor jaarschijf 2026 voor het onderdeel Openbaar Groen. Dit leidt tot een verlaging van het saldo begroting maar dient te worden bezien als geheel, aangezien voor een nieuwe werkwijze is gekozen en in eerste instantie vele investeringen en kredieten zijn afgeraamd.

Dit betreft de jaarschijfinvestering voor Trailers & Aanhangers voor jaarschijf 2028 voor het onderdeel Openbaar Groen. Dit leidt tot een verlaging van het saldo begroting maar dient te worden bezien als geheel, aangezien voor een nieuwe werkwijze is gekozen en in eerste instantie vele investeringen en kredieten zijn afgeraamd.

Dit betreft de jaarschijfinvestering voor Tuinfrees & weide voor jaarschijf 2030 voor het onderdeel Openbaar Groen. Dit leidt tot een verlaging van het saldo begroting maar dient te worden bezien als geheel, aangezien voor een nieuwe werkwijze is gekozen en in eerste instantie vele investeringen en kredieten zijn afgeraamd.

Dit betreft de jaarschijfinvestering voor Veegmachines voor jaarschijf 2028 voor het onderdeel Straatreiniging. Dit leidt tot een verlaging van het saldo begroting maar dient te worden bezien als geheel, aangezien voor een nieuwe werkwijze is gekozen en in eerste instantie vele investeringen en kredieten zijn afgeraamd.

Deze investering wordt afgeraamd. Dit leidt tot een verbetering van het saldo begroting van € 4.100 structureel voor de jaren 2028 en verder.

Vervanging aanhangwagen Biga B 74

Vervanging aanhangwagen Biga B 75

Deze investering wordt afgeraamd. Dit leidt tot een verbetering van het saldo begroting van € 3.800 structureel voor de jaren 2026 en verder.

Deze investering wordt afgeraamd omdat voor de tractiemiddelen een nieuwe werkwijze is gekozen van jaarschijfinvesteringen per type tractie. Deze mutatie leidt tot een verhoging van het saldo begroting maar het tractiemiddel zal via een nieuwe opvoer weer worden toegevoegd.

Vervanging Renault Kangoo Monteur (elec)

Vervanging Renault ZOE Milieu (verv. #726)

Deze investering wordt afgeraamd omdat voor de tractiemiddelen een nieuwe werkwijze is gekozen van jaarschijfinvesteringen per type tractie. Deze mutatie leidt tot een verhoging van het saldo begroting maar het tractiemiddel zal via een nieuwe opvoer weer worden toegevoegd.

Dit betreft de jaarschijfinvestering voor Zware Voertuigen voor jaarschijf 2032 voor het onderdeel Afvalinzameling. Dit leidt tot een verlaging van het saldo begroting maar dient te worden bezien als geheel, aangezien voor een nieuwe werkwijze is gekozen en in eerste instantie vele investeringen en kredieten zijn afgeraamd.

Dit betreft de jaarschijfinvestering voor zware voertuigen voor jaarschijf 2026 voor het onderdeel Gladheidsbestrijding. Dit leidt tot een verlaging van het saldo begroting maar dient te worden bezien als geheel, aangezien voor een nieuwe werkwijze is gekozen en in eerste instantie vele investeringen en kredieten zijn afgeraamd.

Dit betreft de jaarschijfinvestering voor Zware Voertuigen voor jaarschijf 2027 voor het onderdeel Gladheidsbestrijding. Dit leidt tot een verlaging van het saldo begroting maar dient te worden bezien als geheel, aangezien voor een nieuwe werkwijze is gekozen en in eerste instantie vele investeringen en kredieten zijn afgeraamd.

Dit betreft de jaarschijfinvestering voor zware voertuigen voor jaarschijf 2026 voor het onderdeel Openbaar Groen. Dit leidt tot een verlaging van het saldo begroting maar dient te worden bezien als geheel, aangezien voor een nieuwe werkwijze is gekozen en in eerste instantie vele investeringen en kredieten zijn afgeraamd.

Dit betreft de jaarschijfinvestering voor zware voertuigen voor jaarschijf 2031 voor het onderdeel Riolering. Dit leidt tot een verlaging van het saldo begroting maar dient te worden bezien als geheel, aangezien voor een nieuwe werkwijze is gekozen en in eerste instantie vele investeringen en kredieten zijn afgeraamd.

Dit betreft de jaarschijfinvestering voor Zware Voertuigen voor jaarschijf 2032 voor het onderdeel Riolering. Dit leidt tot een verlaging van het saldo begroting maar dient te worden bezien als geheel, aangezien voor een nieuwe werkwijze is gekozen en in eerste instantie vele investeringen en kredieten zijn afgeraamd.

Voor het project Oosthuizen Noord is het noodzakelijk om een nieuwe eigen ov-voedingskabel aan te leggen. De kosten voor deze aanleg zijn geraamd op circa €100.000. Om de geplande opleverdatum van november 2026 te kunnen halen, is het noodzakelijk om het extra budget van €100.000 beschikbaar te stellen. De investering wordt over een periode van 20 jaar afgeschreven, wat leidt tot een structurele kapitaallast van circa €5.000 per jaar, ingaande vanaf 2027.

Dit voorstel leidt tot een structurele verlaging van het saldo begroting vanaf 2027 met € 5.000.

Mechanische riolering 2024

Mechanische riolering 2025 eerste afschr in 2026

Mechanische riolering 2026

In het kader van de afgesproken bezuinigingsopdracht, vastgesteld in de Kadernota, wordt deze investering afgeraamd. Dit leidt tot een verhoging van het saldo begroting voor een bedrag van € 8.000 structureel vanaf 2025 en verder.

Activeren krediet Riolering en rioolduikers Julianaweg 2025.

Riolering en rioolduikers Julianaweg 2026

Vrij-verval riolering 2024

In het kader van de afgesproken bezuinigingsopdracht, vastgesteld in de Kadernota, wordt dit krediet omlaag gebracht van € 2.450.000 naar € 1.840.000. Dit leidt tot een verhoging van het saldo begroting voor een bedrag van € 24.000 structureel vanaf 2026 en verder.

Wij stellen voor om voor vrij-verval riolering 2026 een aanvullend krediet van € 1.000.000 beschikbaar te stellen. Deze verhoging vloeit voort uit de actualisatie van het Gemeentelijk Riolerings- en Waterplan (GRWP) 2024-2028. In dit plan is aangegeven dat de geraamde investeringsbehoefte hoger uitvalt dan eerder voorzien. Met name door de staat van het rioolstelsel, de noodzaak om storingsrisico’s te beperken en de samenloop met andere infrastructurele werkzaamheden is het noodzakelijk het krediet voor 2026 te verhogen.

Daarnaast spelen externe factoren een rol: de kosten voor grondstoffen, materieel en uitvoering zijn de afgelopen jaren fors gestegen.  Uitstel van deze investeringen zou leiden tot een oplopende onderhoudsachterstand, hogere faalkosten en inefficiënties in de uitvoering. Met dit aanvullend krediet borgen we dat de noodzakelijke werkzaamheden tijdig en doelmatig kunnen worden uitgevoerd en blijven we op koers met de doelstellingen uit het GRWP 2024-2028.

De verhoging van het krediet leidt tot een structurele stijging van de kapitaallasten met € 40.000 vanaf 2027. De kapitaallasten worden gedekt vanuit de voorziening Gemeentelijk Rioleringsplan, waardoor er per saldo geen gevolgen zijn voor het saldo van de begroting vanaf 2027 en verder.

 In het kader van de afgesproken bezuinigingsopdracht, vastgesteld in de Kadernota, wordt dit krediet omlaag gebracht van € 3.170.443 naar € 2.380.000. Dit leidt tot een verhoging van het saldo begroting voor een bedrag van € 32.000 structureel vanaf 2028 en verder.

In het kader van de afgesproken bezuinigingsopdracht, vastgesteld in de Kadernota, wordt dit krediet omlaag gebracht van € 3.218.000 naar € 2.250.000. Dit leidt tot een verhoging van het saldo begroting voor een bedrag van € 39.000 structureel vanaf 2029 en verder.

De Zeesluis van Edam, gelegen tussen het Oorgat en de Keetzijde, kan nu door wandelaars worden gebruikt om de afstand tussen de weg langs de dijk naar Warder en de weg langs de dijk of de nieuwbouw van Volendam te verkorten. Er bestaan plannen om deze verbinding ook geschikt te maken voor het fietsverkeer, wat de recreatieve fietsroute langs de hele IJsselmeerdijk aantrekkelijker maakt.
De benodigde investering bedraagt € 350.000 (prijspeil 2025) en de verdeling is als volgt:
Vervoerregio subsidiebijdrage à € 150.000;
Recreatieschap € 100.000, waarvan reeds € 25.000 is uitgegeven aan het technisch haalbaarheidsonderzoek. Het resterende bedrag is € 75.000;
Gemeente € 100.000 (tevens onder dezelfde voorwaarden als gesteld door het recreatieschap: andere projectpartners dragen ook bij en draagvlak in de omgeving).
Het recreatieschap Twiske Waterland is actief bezig met het uitwerken van plannen voor deze fietsverbinding. Het recreatieschap verwacht van onze gemeente een bijdrage van € 100.000 voor de realisatie van dit project. Dit voorstel leidt in de jaren 2027 tot en met 2046 tot een verlaging van het saldo begroting van € 5.000.

In de loop van 2024 wordt een mobiliteitsplan aan de Raad aangeboden. Om de lasten (gedeeltelijk) mee te nemen in de meerjarenbegroting wordt een investering van € 200.000 opgenomen. Hier staat een bijdrage van de VVA tegenover voor een bedrag van € 51.550. De afschrijving vindt plaats in 20 jaar. De hierbij behorende kapitaallasten van 2026 en verder zijn € 7.400 per jaar en gaan structureel ten laste van het saldo begroting.

De eerste fase van de reconstructie van de Julianaweg is afgerond. Er is gestart met de voorbereidingen voor de volgende 2 fases. Hiervoor is een raming opgesteld. Hieruit is gebleken dat de kosten hoger uitvallen dan waar eerder rekening mee is gehouden. De voorbereidingen om te starten met de eerste fase hebben een aantal jaar in beslag genomen. Dit waren ook de jaren dat er sprake was van extreem hoge prijsstijgingen. Prijsstijgingen tot wel 20% per jaar waren geen uitzondering. Binnen contracten is er sprake van een spreiding van risico’s voor opdrachtgever en aannemer. Als er sprake is van uitzonderingen, zoals in dit geval de Corona crisis, wordt bekeken wat acceptabel is. Hiervoor is vanuit het Rijk een handreiking geschreven. Deze handreiking is binnen alle contracten binnen Openbare Werken toegepast. Er volgt een raadsinformatiebrief met een uitgebreide toelichting op dit onderwerp. Om de afschrijvingslasten in de begroting op te nemen, wordt een krediet van € 4.700.000 opgenomen, afschrijving in 20 jaar. De hierbij behorende kapitaallasten zijn voor 2027 en verder € 235.000 per jaar en gaan ten laste van het saldo begroting.

In het kader van de afgesproken bezuinigingsopdracht, vastgesteld in de Kadernota, wordt deze investering afgeraamd. Dit leidt tot een verhoging van het saldo begroting voor een bedrag van € 52.000 structureel vanaf 2025 en verder.

In de jaarrekening 2024 is het investeringskrediet voor het wegenbeheersplan 2024 afgesloten. Het restant wordt toegevoegd aan het investeringskrediet van het wegenbeleidsplan 2025.

Het doorschuiven van dit restantkrediet heeft geen gevolgen voor het saldo begroting. In de kapitaallasten vanaf 2026 is namelijk al rekening gehouden met de lasten uit het investeringskrediet van het wegenbeheersplan 2024.

De kosten van het groot onderhoud aan wegen worden vanaf 2026 niet langer rechtstreeks vanuit de voorziening opgenomen, maar overgeheveld naar het krediet. Om dit te realiseren, wordt het krediet in de jaarschijf 2026 verhoogd met € 2.500.000 naar € 5.810.000. Deze verhoging leidt tot een extra kapitaallast van € 100.000 structureel per jaar vanaf 2027.

De kosten van het groot onderhoud aan wegen worden vanaf 2026 niet langer rechtstreeks vanuit de voorziening opgenomen, maar overgeheveld naar het krediet. Om dit te realiseren, wordt het krediet in de jaarschijf 2027 verhoogd met € 2.500.000 naar € 5.810.000. Deze verhoging leidt tot een extra kapitaallast van € 100.000 structureel per jaar vanaf 2028.

De kosten van het groot onderhoud aan wegen worden vanaf 2026 niet langer rechtstreeks vanuit de voorziening opgenomen, maar overgeheveld naar het krediet. Om dit te realiseren, wordt het krediet in de jaarschijf 2028 verhoogd met € 2.500.000 naar € 5.810.000. Deze verhoging leidt tot een extra kapitaallast van € 100.000 structureel per jaar vanaf 2029.

De kosten van het groot onderhoud aan wegen worden vanaf 2026 niet langer rechtstreeks vanuit de voorziening opgenomen, maar overgeheveld naar het krediet. Om dit te realiseren, wordt het krediet in de jaarschijf 2029 verhoogd met € 2.500.000 naar € 5.810.000. Ook was de jaarschijf 2029 nog niet eerder opgenomen in het MIP, dus wordt bij deze ook het jaarlijkse kredietbedrag van € 3.310.000 gelijk toegvoegd. Deze verhogingen leiden tot een extra kapitaallast van € 232.000 structureel per jaar vanaf 2030.

De Waterdam verbruikte in 2023 ruim 400.000 m3 gas per jaar. Gezien de hoge gasprijzen is de afdeling Gebouwenbeheer een onderzoek gestart om dit gasverbruik te reduceren. Het zwembad zet aardgas in voor de verwarming van het zwemwater, luchtverwarming voor de ruimtes met luchtbehandelingskasten (lbk) en het maken van warm douche water. De huidige lbk's worden gevoed door een gasinstallatie. Voor dit proces is een alternatief gezocht. Het alternatief zijn lucht waterpompen. Door over te gaan op warmtepompen kunnen er aantal cv-ketels vervallen en het leidingtraject naar de kasten toe, ingekort worden. De gemeente Edam-Volendam heeft een duurzaamheidsambitie. Met deze maatregel kan er een behoorlijke energiebesparing plaatsvinden en wordt het gas gereduceerd. Voorgesteld wordt om een investeringskrediet van € 85.000 beschikbaar te stellen voor de aanschaf van een warmtepomp. Bij een afschrijvingstermijn van 15 jaar zorgt dit voor een structurele afschrijvingslast van € 5.667. Deze bijstelling leidt in 2025 tot een structurele verlaging van het saldo begroting. Het is op dit moment nog niet duidelijk of deze investering zal leiden tot een lagere bijdrage aan het exploitatietekort van het zwembad.

Het cameratoezichtsysteem dat nu wordt gebruikt op de dijk van Volendam is afgeschreven. Dit systeem dient te worden vervangen. Daarnaast wordt onderzocht of het systeem ook kan worden toegepast op meerdere locaties in Edam of Volendam. Voorgesteld wordt om hiervoor een investeringskrediet van € 300.000 beschikbaar te stellen. Bij een afschrijvingstermijn van 5 jaar leidt dit tot een jaarlijkse afschrijvingslast van € 60.000. Deze bijstelling leidt met ingang van 2027 tot een structurele verlaging van het saldo begroting van € 60.000.

Op basis van het geactualiseerde meerjarig onderhoudsplan (MJOP) voor bruggen is gebleken dat aanvullende investeringen noodzakelijk zijn om de instandhouding en veiligheid van de bruggen te waarborgen. Hiervoor wordt voorgesteld om in 2029 een nieuw krediet van € 350.000 beschikbaar te stellen. De jaarlijkse kapitaallasten die hiermee gemoeid zijn, bedragen structureel € 17.500 per jaar en gaan in vanaf 2030. Deze lasten leiden vanaf 2030 tot een structurele verlaging van het saldo begroting met € 17.500 per jaar.

Voorgesteld wordt om in 2026 voor alle sportaccommodatie een sleutelplan systeem aan te schaffen. Dit betreft een investering om alle deuren en toegangspoorten, van zowel de binnen- en buitensportaccommodaties, van een elektronisch slot te voorzien. Hierdoor kan de losse verhuur van de sportaccommodaties middels een code op je telefoon, via de mail of in de app, gebruikt worden om toegang te verkrijgen tot de accommodatie. Dit geeft beter inzicht in welke personen en op welk moment gebruik maken van de accommodatie en kan dienen als basis voor de facturatie. Externen (bv schoonmaak) krijgen een tag, waarbij een tijdslot wordt ingesteld om binnen te komen, wel met beperkte toegang inpandig. Medewerkers van de gemeente, zoals bv halbeheerders, krijgen een vaste tag met toegang tot alle locaties. Voorgesteld wordt om hiervoor een investeringskrediet van € 160.000 beschikbaar te stellen. Bij een afschrijvingstermijn van 10 jaar leidt dit tot een jaarlijkse afschrijvingslast van € 16.000. Deze bijstelling leidt met ingang van 2027 tot een structurele verlaging van het saldo begroting van € 16.000.

Conform het MJOP Buitensportaccommodaties wordt de verwachte vervanging kunstgrasveld veld 1 RKAV Volendam in 2029 opgevoerd. Onderbouw en Toplaag. Voorgesteld wordt om hiervoor een investeringskrediet van € 800.000 beschikbaar te stellen.

Conform het MJOP Buitensportaccommodaties wordt de verwachte vervanging kunstgrasveld veld 1 RKAV Volendam in 2029 opgevoerd. Onderbouw en Toplaag. Voorgesteld wordt om hiervoor een investeringskrediet van € 800.000 beschikbaar te stellen.

In het kader van de actualisatie van het Meerjaren Onderhoudsplan (MJOP) voor civiele kunstwerken zijn de benodigde onderhoudskredieten opnieuw beoordeeld. Op basis van de laatste inzichten is het onderhoudsprogramma geactualiseerd, wat heeft geleid tot enkele bijstellingen in de geplande werkzaamheden en bijbehorende budgetten. Voor het krediet Havens jaarschijf 2026 is een verhoging van € 35.000 benodigd. Dit voorstel leidt tot een structurele verlaging van het saldo begroting vanaf 2027 van € 875.

In het kader van de actualisatie van het Meerjaren Onderhoudsplan (MJOP) voor civiele kunstwerken zijn de benodigde onderhoudskredieten opnieuw beoordeeld. Op basis van de laatste inzichten is het onderhoudsprogramma geactualiseerd, wat heeft geleid tot enkele bijstellingen in de geplande werkzaamheden en bijbehorende budgetten. Voor het krediet Havens jaarschijf 2026 is een verhoging van € 2.900.000 benodigd. Dit voorstel leidt tot een structurele verlaging van het saldo begroting vanaf 2027 van € 73.000

Voor 2027 staat het plaatsen van een warmteopwekking systeem in de Singel geraamd. Het is de bedoeling dat de Singel in 2026 grondig zal worden gerenoveerd. Voorgesteld wordt om het investeringskrediet van € 173.000 voor het plaatsen van een warmteopwekking systeem ook in 2026 te realiseren. Deze bijstelling leidt tot een eenmalige verlaging van het saldo begroting 2027 met € 9.000.

Voor 2028 staat een investeringskrediet van € 49.000 geraamd voor het plaatsen van ledverlichting in de Singel. Het is de bedoeling dat de Singel in 2026 grondig zal worden gerenoveerd. Voorgesteld wordt om het investeringskrediet van € 49.000 voor het plaatsen van ledverlichting ook in 2026 beschikbaar te stellen. Deze bijstelling leidt tot een verlaging van het saldo begroting in de jaren 2027 en 2028 met € 2.000.

Voor 2028 staat een investeringskrediet van € 41.000 geraamd voor het plaatsen van zonnepanelen op het dak van de Singel. Het is de bedoeling dat de Singel in 2026 grondig zal worden gerenoveerd. Voorgesteld wordt om het investeringskrediet van € 41.000 voor het plaatsen van zonnepanelen ook in 2026 beschikbaar te stellen. Deze bijstelling leidt tot een verlaging van het saldo begroting in de jaren 2027 en 2028 met € 2.000.

In het kader van de actualisatie van het Meerjaren Onderhoudsplan (MJOP) voor civiele kunstwerken zijn de benodigde onderhoudskredieten opnieuw beoordeeld. Op basis van de laatste inzichten is het onderhoudsprogramma geactualiseerd, wat heeft geleid tot enkele bijstellingen in de geplande werkzaamheden en bijbehorende budgetten.
Daarnaast zijn de voorzieningen voor groot onderhoud schoeiingen meerjarig afgeraamd. Dit komt doordat er de komende jaren vrijwel geen werkzaamheden in het groot onderhoud van schoeiingen zijn voorzien; bij schoeiingen gaat het in de praktijk vaak om volledige vervanging in plaats van onderhoud.  Hierdoor valt er structureel € 217.000 vrij binnen de exploitatie voor groot onderhoud schoeiingen. Dit bedrag bestaat uit twee delen: € 118.000, opgenomen in de najaarsnota 2025, en € 99.000, opgenomen in de begroting 2026. Het volledige bedrag wordt nu ingezet voor de verplaatsing naar kredieten, zodat hiermee de bijbehorende kapitaallasten kunnen worden gedekt. Voor het krediet Beschoeiingen jaarschijf 2026 hout is een verhoging van € 1.420.000 benodigd. Met deze bijstelling zorgen we ervoor dat de onderhoudsopgaven tijdig en verantwoord kunnen worden uitgevoerd, met behoud van de kwaliteit, veiligheid en functionaliteit van de civiele kunstwerken. Dit voorstel leidt tot een structurele verlaging van het saldo begroting vanaf 2027 van € 71.000.

In het kader van de actualisatie van het Meerjaren Onderhoudsplan (MJOP) voor civiele kunstwerken zijn de benodigde onderhoudskredieten opnieuw beoordeeld. Op basis van de laatste inzichten is het onderhoudsprogramma geactualiseerd, wat heeft geleid tot enkele bijstellingen in de geplande werkzaamheden en bijbehorende budgetten. Daarnaast zijn de voorzieningen voor groot onderhoud schoeiingen meerjarig afgeraamd. Dit komt doordat er de komende jaren vrijwel geen werkzaamheden in het groot onderhoud van schoeiingen zijn voorzien; bij schoeiingen gaat het in de praktijk vaak om volledige vervanging in plaats van onderhoud.  Hierdoor valt er structureel € 217.000 vrij binnen de exploitatie voor groot onderhoud schoeiingen. Dit bedrag bestaat uit twee delen: € 118.000, opgenomen in de najaarsnota 2025, en € 99.000, opgenomen in de begroting 2026. Het volledige bedrag wordt nu ingezet voor de verplaatsing naar kredieten, zodat hiermee de bijbehorende kapitaallasten kunnen worden gedekt. Voor het krediet Beschoeiingen jaarschijf 2026 zware constructie is een verhoging van € 3.617.000 benodigd. Met deze bijstelling zorgen we ervoor dat de onderhoudsopgaven tijdig en verantwoord kunnen worden uitgevoerd, met behoud van de kwaliteit, veiligheid en functionaliteit van de civiele kunstwerken. Dit voorstel leidt tot een structurele verlaging van het saldo begroting vanaf 2027 van € 54.000.

In het kader van de actualisatie van het Meerjaren Onderhoudsplan (MJOP) voor civiele kunstwerken zijn de benodigde onderhoudskredieten opnieuw beoordeeld. Op basis van de laatste inzichten is het onderhoudsprogramma geactualiseerd, wat heeft geleid tot enkele bijstellingen in de geplande werkzaamheden en bijbehorende budgetten. Voor het krediet Beschoeiingen jaarschijf 2027 hout leidt dit tot een verlaging van € 322.000. Dit voorstel leidt tot een structurele verhoging van het saldo begroting vanaf 2028 van € 16.100.

In het kader van de actualisatie van het Meerjaren Onderhoudsplan (MJOP) voor civiele kunstwerken zijn de benodigde onderhoudskredieten opnieuw beoordeeld. Op basis van de laatste inzichten is het onderhoudsprogramma geactualiseerd, wat heeft geleid tot enkele bijstellingen in de geplande werkzaamheden en bijbehorende budgetten. Daarnaast zijn de voorzieningen voor groot onderhoud schoeiingen meerjarig afgeraamd. Dit komt doordat er de komende jaren vrijwel geen werkzaamheden in het groot onderhoud van schoeiingen zijn voorzien; bij schoeiingen gaat het in de praktijk vaak om volledige vervanging in plaats van onderhoud.  Hierdoor valt er structureel € 217.000 vrij binnen de exploitatie voor groot onderhoud schoeiingen. Dit bedrag bestaat uit twee delen: € 118.000, opgenomen in de najaarsnota 2025, en € 99.000, opgenomen in de begroting 2026. Het volledige bedrag wordt nu ingezet voor de verplaatsing naar kredieten, zodat hiermee de bijbehorende kapitaallasten kunnen worden gedekt. Voor het krediet Beschoeiingen jaarschijf 2027 zware constructie is een verhoging van € 30.000 benodigd. Met deze bijstelling zorgen we ervoor dat de onderhoudsopgaven tijdig en verantwoord kunnen worden uitgevoerd, met behoud van de kwaliteit, veiligheid en functionaliteit van de civiele kunstwerken. Dit voorstel leidt tot een structurele verlaging van het saldo begroting vanaf 2028 van € 500.

In het kader van de actualisatie van het Meerjaren Onderhoudsplan (MJOP) voor civiele kunstwerken zijn de benodigde onderhoudskredieten opnieuw beoordeeld. Op basis van de laatste inzichten is het onderhoudsprogramma geactualiseerd, wat heeft geleid tot enkele bijstellingen in de geplande werkzaamheden en bijbehorende budgetten. Voor het krediet Beschoeiingen jaarschijf 2027 hout leidt dit tot een verlaging van € 269.000. Dit voorstel leidt tot een structurele verhoging van het saldo begroting vanaf 2029 van € 13.450.

In het kader van de actualisatie van het Meerjaren Onderhoudsplan (MJOP) voor civiele kunstwerken zijn de benodigde onderhoudskredieten opnieuw beoordeeld. Op basis van de laatste inzichten is het onderhoudsprogramma geactualiseerd, wat heeft geleid tot enkele bijstellingen in de geplande werkzaamheden en bijbehorende budgetten. Daarnaast zijn de voorzieningen voor groot onderhoud schoeiingen meerjarig afgeraamd. Dit komt doordat er de komende jaren vrijwel geen werkzaamheden in het groot onderhoud van schoeiingen zijn voorzien; bij schoeiingen gaat het in de praktijk vaak om volledige vervanging in plaats van onderhoud.  Hierdoor valt er structureel € 217.000 vrij binnen de exploitatie voor groot onderhoud schoeiingen. Dit bedrag bestaat uit twee delen: € 118.000, opgenomen in de najaarsnota 2025, en € 99.000, opgenomen in de begroting 2026. Het volledige bedrag wordt nu ingezet voor de verplaatsing naar kredieten, zodat hiermee de bijbehorende kapitaallasten kunnen worden gedekt. Voor het krediet Beschoeiingen jaarschijf 2028 zware constructie is een verhoging van € 3.050.000 benodigd. Met deze bijstelling zorgen we ervoor dat de onderhoudsopgaven tijdig en verantwoord kunnen worden uitgevoerd, met behoud van de kwaliteit, veiligheid en functionaliteit van de civiele kunstwerken. Dit voorstel leidt tot een structurele verlaging van het saldo begroting vanaf 2029 van € 51.000.

In het kader van de actualisatie van het Meerjaren Onderhoudsplan (MJOP) voor civiele kunstwerken zijn de benodigde onderhoudskredieten opnieuw beoordeeld. Op basis van de laatste inzichten is het onderhoudsprogramma geactualiseerd, wat heeft geleid tot enkele bijstellingen in de geplande werkzaamheden en bijbehorende budgetten. Daarnaast zijn de voorzieningen voor groot onderhoud schoeiingen meerjarig afgeraamd. Dit komt doordat er de komende jaren vrijwel geen werkzaamheden in het groot onderhoud van schoeiingen zijn voorzien; bij schoeiingen gaat het in de praktijk vaak om volledige vervanging in plaats van onderhoud.  Hierdoor valt er structureel € 217.000 vrij binnen de exploitatie voor groot onderhoud schoeiingen. Dit bedrag bestaat uit twee delen: € 118.000, opgenomen in de najaarsnota 2025, en € 99.000, opgenomen in de begroting 2026. Het volledige bedrag wordt nu ingezet voor de verplaatsing naar kredieten, zodat hiermee de bijbehorende kapitaallasten kunnen worden gedekt. Voor het krediet Beschoeiingen jaarschijf 2029 hout is een verhoging van € 375.000 benodigd. Met deze bijstelling zorgen we ervoor dat de onderhoudsopgaven tijdig en verantwoord kunnen worden uitgevoerd, met behoud van de kwaliteit, veiligheid en functionaliteit van de civiele kunstwerken. Dit voorstel leidt tot een structurele verlaging van het saldo begroting vanaf 2030 van € 19.000.

In het kader van de actualisatie van het Meerjaren Onderhoudsplan (MJOP) voor civiele kunstwerken zijn de benodigde onderhoudskredieten opnieuw beoordeeld. Op basis van de laatste inzichten is het onderhoudsprogramma geactualiseerd, wat heeft geleid tot enkele bijstellingen in de geplande werkzaamheden en bijbehorende budgetten. Voor het krediet Beschoeiingen jaarschijf 2029 zware constructie leidt dit tot een verlaging van € 4.500.000. Dit voorstel leidt tot een structurele verhoging van het saldo begroting vanaf 2030 van € 75.000.

Sporthal het Bolwerck is grondig toe aan een grote renovatie. Het betreft levensduur verlengende renovatie zodat de sporthal weer minimaal 25 jaar mee kan. Het gaat onder andere om het renoveren van de buitenschil en de kleedkamers en het vervangen van het dak. Het gaat om een totale investering van € 595.000. Voorgesteld wordt om in 2027 een investeringskrediet van € 595.000 beschikbaar te stellen voor de renovatie van sporthal het Bolwerck. Een afschrijvingstermijn van 25 jaar zorgt voor een afschrijvingslast van € 24.000. Deze bijstelling leidt tot een structurele verlaging van het saldo 2029 en verder met € 24.000.

Een andere taak die onze gemeente heeft is het toezichthouden op het water. Handhaving op het water vraagt om continue waakzaamheid en samenwerking. Het naleven van deze richtlijnen zal bijdragen aan een veilige, plezierige en duurzame water omgeving voor alle gebruikers. Voorgesteld wordt om hiervoor een investeringskrediet van € 60.000 beschikbaar te stellen voor De aanschaf van de Brig/Rib boot met toebehoren als apparatuur, gereedschappen, reddingsmiddelen en waterdichte kleding. Bij een afschrijvingstermijn van 5 jaar leidt dit tot een jaarlijkse afschrijvingslast van € 12.000. Deze bijstelling leidt met ingang van 2027 tot een structurele verlaging van het saldo begroting van € 12.000.

Voor het project Oosthuizen Noord is het noodzakelijk om een nieuwe eigen ov-voedingskabel aan te leggen. De kosten voor deze aanleg zijn geraamd op circa €100.000. Om de geplande opleverdatum van november 2026 te kunnen halen, is het noodzakelijk om het extra budget van €100.000 beschikbaar te stellen. De investering wordt over een periode van 20 jaar afgeschreven, wat leidt tot een structurele kapitaallast van circa €5.000 per jaar, ingaande vanaf 2027. Dit voorstel leidt tot een structurele verlaging van het saldo begroting vanaf 2027 met € 5.000.

Wij stellen voor om voor vrij-verval riolering 2026 een aanvullend krediet van € 1.000.000 beschikbaar te stellen. Deze verhoging vloeit voort uit de actualisatie van het Gemeentelijk Riolerings- en Waterplan (GRWP) 2024-2028. In dit plan is aangegeven dat de geraamde investeringsbehoefte hoger uitvalt dan eerder voorzien. Met name door de staat van het rioolstelsel, de noodzaak om storingsrisico’s te beperken en de samenloop met andere infrastructurele werkzaamheden is het noodzakelijk het krediet voor 2026 te verhogen. Daarnaast spelen externe factoren een rol: de kosten voor grondstoffen, materieel en uitvoering zijn de afgelopen jaren fors gestegen. Uitstel van deze investeringen zou leiden tot een oplopende onderhoudsachterstand, hogere faalkosten en inefficiënties in de uitvoering. Met dit aanvullend krediet borgen we dat de noodzakelijke werkzaamheden tijdig en doelmatig kunnen worden uitgevoerd en blijven we op koers met de doelstellingen uit het GRWP 2024-2028. De verhoging van het krediet leidt tot een structurele stijging van de kapitaallasten met € 40.000 vanaf 2027. De kapitaallasten worden gedekt vanuit de voorziening Gemeentelijk Rioleringsplan, waardoor er per saldo geen gevolgen zijn voor het saldo van de begroting vanaf 2027 en verder.

De Zeesluis van Edam, gelegen tussen het Oorgat en de Keetzijde, kan nu door wandelaars worden gebruikt om de afstand tussen de weg langs de dijk naar Warder en de weg langs de dijk of de nieuwbouw van Volendam te verkorten. Er bestaan plannen om deze verbinding ook geschikt te maken voor het fietsverkeer, wat de recreatieve fietsroute langs de hele IJsselmeerdijk aantrekkelijker maakt. De benodigde investering bedraagt € 350.000 (prijspeil 2025) en de verdeling is als volgt:

• Vervoerregio subsidiebijdrage à € 150.000;
• Recreatieschap € 100.000, waarvan reeds € 25.000 is uitgegeven aan het technisch haalbaarheidsonderzoek. Het resterende bedrag is € 75.000;
• Gemeente € 100.000 (tevens onder dezelfde voorwaarden als gesteld door het recreatieschap: andere projectpartners dragen ook bij en draagvlak in de omgeving).

Het recreatieschap Twiske Waterland is actief bezig met het uitwerken van plannen voor deze fietsverbinding. Het recreatieschap verwacht van onze gemeente een bijdrage van € 100.000 voor de realisatie van dit project. Dit voorstel leidt in de jaren 2027 tot en met 2046 tot een verlaging van het saldo begroting van € 5.000.

De kosten van het groot onderhoud aan wegen worden vanaf 2026 niet langer rechtstreeks vanuit de voorziening opgenomen, maar overgeheveld naar het krediet. Om dit te realiseren, wordt het krediet in de jaarschijf 2026 verhoogd met € 2.500.000 naar € 5.810.000. Deze verhoging leidt tot een extra kapitaallast van € 100.000 structureel per jaar vanaf 2027.

De kosten van het groot onderhoud aan wegen worden vanaf 2026 niet langer rechtstreeks vanuit de voorziening opgenomen, maar overgeheveld naar het krediet. Om dit te realiseren, wordt het krediet in de jaarschijf 2027 verhoogd met € 2.500.000 naar € 5.810.000. Deze verhoging leidt tot een extra kapitaallast van € 100.000 structureel per jaar vanaf 2028.

De kosten van het groot onderhoud aan wegen worden vanaf 2026 niet langer rechtstreeks vanuit de voorziening opgenomen, maar overgeheveld naar het krediet. Om dit te realiseren, wordt het krediet in de jaarschijf 2028 verhoogd met € 2.500.000 naar € 5.810.000. Deze verhoging leidt tot een extra kapitaallast van € 100.000 structureel per jaar vanaf 2029.

De kosten van het groot onderhoud aan wegen worden vanaf 2026 niet langer rechtstreeks vanuit de voorziening opgenomen, maar overgeheveld naar het krediet. Om dit te realiseren, wordt het krediet in de jaarschijf 2029 verhoogd met € 2.500.000 naar € 5.810.000. Ook was de jaarschijf 2029 nog niet eerder opgenomen in het MIP, dus wordt bij deze ook het jaarlijkse kredietbedrag van € 3.310.000 gelijk toegvoegd. Deze verhogingen leiden tot een extra kapitaallast van € 232.000 structureel per jaar vanaf 2030.