Financiën

Financiële positie

Opbouw begroting

Onderstaande tabel toont het saldo van de begroting 2026 - 2029 en hoe dit resultaat tot stand is gekomen.

Omschrijving

2026

2027

2028

2029

Ontwikkeling saldo vóór Begroting 2026

Originele begroting 2026

316

899

2.066

2.056

Raad 22 mei 2025 Voorjaarsnota

509

190

87

-182

Raad 30 oktober Najaarsnota

358

478

403

270

Raad 30 oktober 2025 Overige besluiten

51

-18

-16

-10

Saldo begroting vóór ramingen in de begroting 2026

1.234

1.549

2.539

2.133

Mutaties bestaand beleid Kadernota 2026

1.787

251

-1.483

-510

Mutaties op Kadernota 2025

-2.219

-1.426

-801

-1.702

Nieuwe voorstellen kadernota 2026

-581

-417

-173

-135

Subtotaal Kadernota

-1.014

-1.591

-2.457

-2.348

Saldo begroting na Kadernota

220

-42

82

-215

Bestaand beleid Pribo 2026

381

1.010

-159

84

Nieuw beleid Pribo 2026

-103

-187

756

1.425

Meerjarig investeringsplan

0

-284

-432

-589

Subtotaal mutaties in begroting 2026

279

539

164

919

Totaal saldo begroting

499

496

245

704

Begroting

De begroting bestaat niet alleen uit een overzicht van inkomsten en uitgaven, maar kent ook een balans. Het overzicht van bezittingen en schulden op deze balans geeft inzicht in de financiële positie van de gemeente, inclusief een ontwikkeling van de financieringsbehoeften op basis van de huidige plannen. De geprognostiseerde meerjarenbalans is opgenomen in een apart hoofdstuk binnen dit onderdeel Financiën . Wij verwijzen tevens naar de paragraaf weerstandsvermogen (zie onderdeel Paragrafen ) in deze begroting.  Hierin is een overzicht opgenomen van de financiële kengetallen, voorzien van een korte toelichting.

Autonome ontwikkelingen

Autonome ontwikkelingen betreffen de mutaties die een gevolg zijn van reeds genomen besluiten. Denk hierbij aan rijksontwikkelingen, areaalontwikkelingen, kapitaallasten of indexaties.

Bestaand beleid

Bestaand beleid betreft de mutaties die naar aard en inhoud betrekking hebben op een bijstelling van het huidig beleid. Uitgangspunt is dat deze budgetten zo reëel mogelijk geraamd worden. Daarnaast is rekening gehouden met de ontwikkeling van de Algemene Uitkering en ontwikkelingen in het Sociaal Domein.

Meerjarig investeringsplan

Onder het meerjarig investeringsplan vallen alle mutaties die betrekking hebben op investeringen. Dit kan betrekking hebben op afgevoerde investeringen, algemene mutaties, mutaties a.g.v. de Kadernota, nieuwe investeringen, vervangingsinvesteringen en investeringen tractie. De opgenomen bedragen betreffen de kapitaallasten van deze investeringen.
Het Meerjarig investeringsplan is opgebouwd uit 3 pijlers: Investeringen / Kredieten / Activa.
Van al deze 3 pijlers zijn de kapitaallasten meegenomen in de begroting.

Investeringen: Dit zijn kapitaaluitgaven in de toekomst (Vervangingen en nieuwe kapitaaluitgaven op basis van door de gemeenteraad vastgestelde plannen);

Kredieten: Dit betreft kapitaaluitgaven waarvoor de gemeenteraad middels een besluit akkoord heeft gegeven om het geld daadwerkelijk aan het beoogde doel uit te geven.

Aciva: Dit betreft afgesloten kapitaaluitgaven. Hier mogen geen uitgaven meer op worden verantwoord. De kapitaallasten worden in de begroting opgenomen zolang de activa nog een boekwaarde hebben.

Totaal wijzigingen in deze begroting

Per saldo leiden deze aanpassingen in de jaarschijf 2026 tot een bijstelling van het saldo begroting met:

€ -734.727

(- is negatief). Hieronder is een overzicht met de grootste verschillen weergegeven, gevolgd door een toelichting per onderdeel. De tabel en de toelichting daarop zijn exclusief "Nieuw Beleid"

Bedragen * € 1.000

Omschrijving

2026

2027

2028

2029

Mutaties bestaand beleid Kadernota 2026

-Actualisatie budgetten specialistische jeugdhulp

-689

-702

-717

-731

-Actualisatie budgetten Wmo

-286

-291

-298

-304

-Bijdrage gemeenschappelijke regeling GGD Z-W 2026

270

25

40

-50

-Bijstelling bijdrage Recreatieschap Twiske Waterland

1

1

1

-2

-Bijstelling bijdrage Waterlands Archief

0

0

-16

-28

-Bijstelling reisdocumenten

75

75

75

0

-BTW herziening Seinpaal

0

0

40

40

-Budgetten jeugdzorg prijsinflatie (van 2% naar 3%)

-99

-203

-312

-427

-Budgetten Wmo prijsinflatie (van 2% naar 3%)

-61

-133

-208

-287

-CAO onderhandelingen 2025

480

370

400

-600

-Correctie toerekening uren CAI

27

27

27

27

-Extra budget representatie

0

0

0

0

-Extra sloopkosten De Nieuwe School

0

0

0

0

-Gemeenschappelijke regeling VrZW

-247

-325

-404

-485

-Indexatie 2029

0

0

0

-1.150

-Indexatie budgetten Jeugdzorg (naar 2%)

-500

-699

-909

-1.120

-Indexatie budgetten Wmo (naar 2%)

-164

-275

-388

-503

-Inkoop van de Wmo-maatwerkvoorzieningen

-500

-1.030

-1.061

-1.094

-KN26 Stelpost Deskundigencommissie-Van Ark compensatie 2023 en 2024 voor jeugd

350

350

0

0

-KN26 Stelpost: Deskundigencommissie-Van Ark 2027 (inschatting 2028 en 2029)

0

0

800

1.000

-KN26 Verhoging raming opbrengst leges Omgevingsvergunningen

100

100

100

100

-Verhoging inkomsten toeristenbelasting

50

50

50

50

-Verplichting wachtgeldkosten wethouders

0

0

0

0

-Vervanging laptops en mobiele telefoons/iPads

-38

-38

-38

-38

-Vooruitblik meicirculaire 2025

3.017

2.949

1.334

5.090

Totaal Mutaties bestaand beleid Kadernota 2026

1.787

251

-1.483

-510

Toelichting Mutaties bestaand beleid Kadernota 2026

Actualisatie budgetten specialistische jeugdhulp

In de Winternota 2024 is besloten om de ramingen voor jeugdhulp in 2024 eenmalig met € 675.000 te verhogen. In afwachting van het Cebeon onderzoek is besloten om de ramingen in het jaar 2025 slechts met € 335.000 (50%) en in 2026 geheel niet te verhogen. In dit voorstel worden deze verhogingen voor 2026 en verder opgevoerd. Dit voorstel leidt in de jaren 2026 tot en met 2029 tot een verlaging van het saldo begroting van respectievelijk € 689.000, € 703.000, € 717.000 en € 731.000.

Actualisatie budgetten Wmo

In de Winternota 2024 is besloten om de ramingen voor WMO in 2024 eenmalig met € 280.000 te verhogen. In afwachting van het Cebeon onderzoek is besloten om de ramingen in het jaar 2025 slechts met € 140.000 (50%) en in 2026 geheel niet te verhogen. In dit voorstel worden deze verhogingen voor 2026 en verder opgevoerd. Dit voorstel leidt in de jaren 2026 tot en met 2029 tot een verlaging van het saldo begroting van respectievelijk € 286.000, € 291.000, € 298.000 en € 304.000.

Bijdrage gemeenschappelijke regeling GGD Z-W 2026

De deelnemersbijdrage voor Edam-Volendam wordt in de begroting 2026 van de GGD Z-W vooralsnog geraamd op € 2.342.000 inclusief Veilig Thuis. In de begroting was rekening gehouden met een bedrag van € 2.612.000 voor 2026. Deze bijstelling leidt in 2026 tot en met 2028 tot een verhoging van het saldo begroting met respectievelijk € 270.000, € 25.000 en € 40.000 en een tot een verlaging van het saldo begroting in 2029 van € 50.000.

Bijstelling bijdrage Recreatieschap Twiske Waterland

De begroting 2026 van het recreatieschap laat zien dat de meerjarenramingen in onze begroting voor de jaren 2026 tot en met 2029 moeten worden aangepast. De reden voor deze bijstelling is dat het bedrag in 2029 in onze begroting nog niet was geïndexeerd.
Dit voorstel leidt in de jaren 2026 tot en met 2028 tot een lichte verhoging van het saldo begroting. In 2029 moet de geraamde bijdrage worden verhoogd met € 2.000. Dit leidt in dat jaar tot een verlaging van het saldo begroting.

Bijstelling bijdrage Waterlands Archief

De begroting 2026 van het Waterlands Archief laat zien dat de meerjarenramingen in de jaren 2028 en 2029 moeten worden aangepast. De lasten in 2028 en 2029 nemen structureel toe met respectievelijk € 16.000 en € 28.000. Dit voorstel leidt in 2028 en 2029 tot een verlaging van het saldo begroting van respectievelijk € 16.000 en € 28.000.

Bijstelling reisdocumenten

In de jaren 2024 tot en met 2028 vindt de (verwachte) piek in vervanging van de reisdocumenten plaats. De raming voor de leges reisdocumenten kan daardoor in 2026, 2027 en 2028 met € 132.000 worden verhoogd. De extra kosten bedragen € 57.000 per jaar. Deze bijstelling leidt per saldo in de jaren 2026 tot en met 2028 tot een verhoging van het saldo begroting van € 75.000.

BTW herziening Seinpaal

De herziening op af te dragen btw met betrekking tot de nieuwe Seinpaal is nu geboekt tot en met 2029. Deze loopt echter af in 2027. De laatste 2 jaar kunnen dus vrijvallen. Deze bijstelling leidt tot een verhoging van het saldo begroting 2028 en 2029 met € 40.000

Budgetten jeugdzorg prijsinflatie (van 2% naar 3%)

Binnen het sociaal domein zien we dat de index voor bepaalde dienstverlening 4,5% is. Dat betekent dat de in deze begroting toegepaste prijsindexatie van 2% geen realistisch percentage is, waardoor we hiermee mogelijk niet binnen de gereserveerde budgetten kunnen blijven.
De VNG adviseert gemeenten om de jeugdzorg budgetten realistisch te ramen en stelposten voor nog te ontvangen middelen van het rijk op te nemen.
Voorgesteld wordt om de ramingen van de budgetten voor jeugdzorg te verhogen met 1%. Daarmee worden de budgetten in totaal met 3% geïndexeerd. Dit voorstel leidt in de jaren 2026 tot en met 2029 tot een verlaging (van het saldo begroting van respectievelijk € 99.000, € 203.000, € 312.000 en € 426.000.

In deze kadernota treft u in programma 6 de door de VNG voorgestelde stelposten aan voor de jaren 2026 tot en met 2029.

Budgetten Wmo prijsinflatie (van 2% naar 3%)

Binnen het sociaal domein zien we dat de index voor bepaalde dienstverlening 4,5% is. Dat betekent dat de in deze begroting toegepaste prijsindexatie van 2% geen realistisch percentage is, waardoor we hiermee mogelijk niet binnen de gereserveerde budgetten kunnen blijven.
Voorgesteld wordt om de ramingen van de budgetten voor Wmo te verhogen met 1%. Daarmee worden de budgetten in totaal met 3% geïndexeerd. Dit voorstel leidt in de jaren 2026 tot en met 2029 tot een verlaging (van het saldo begroting van respectievelijk € 61.000, € 133.000, € 208.000 en € 287.000.

CAO onderhandelingen 2025

Op 17 april 2025 is een onderhandelaarsakkoord bereikt over een nieuwe Cao Gemeenten, en met een looptijd van 1 april 2025 tot 1 april 2027. In dit akkoord is een salarisverhoging opgenomen van in totaal 6.7%, en waaronder een nominale salarisverhoging. De loonsverhoging wordt tijdens de looptijd van de cao in 5 stappen toegepast, per 1 april 2025 met 2%, per 1 oktober 2025 met 1,85%, een nominale verhoging van € 35 per 1 januari 2026, per 1 juli 2026 met 1,25%, en per 1 januari 2027 met 1,6%. Bij de raming van de primitieve begroting 2025 en meerjarenperspectief 2026-2028 is in 2024 uitgegaan van een salarisstijging van 3% per 1 april 2025 en van 3% per 1 januari 2026. Het effect van de getraptheid van de loonontwikkeling in de nieuwe cao, en ten opzichte van de eerder gehanteerde ramingen, zijn minder snel oplopende loonkosten in de respectievelijke jaarschijven. Dit heeft als uitwerking dat de eerdere ramingen voor het begrotingsjaar 2025 en de daaraan gekoppelde meerjarenraming 2026-2028 naar beneden kunnen worden bijgesteld. Voor de jaren 2026 tot en met 2028 leidt dit tot een verlaging van de salariskosten van respectievelijk € 480.000, € 370.000 en € 400.000. In 2029 stijgen de totale salariskosten met € 600.000. Deze bijstelling in 2029 heeft te maken met de methodiek van het financiële systeem waarbij de waarden van 2028 bij de jaarovergang worden gekopieerd naar 2029. Het nieuw opengestelde jaar mist daardoor 2 indexaties, die van de begroting 2025 en 2026. Deze bijstelling leidt tot een verhoging van het saldo begroting voor de jaren 2026 tot en met 2028 met respectievelijk € 480.000, € 370.000 en € 400.000 en voor 2029 tot een verlaging van het saldo begroting met € 600.000.

Correctie toerekening uren CAI

Op het product CAI staat nog een structureel budget van € 27.000 aan kosten toegerekend. Deze kosten worden niet meer gerealiseerd en kunnen worden afgevoerd. Deze bijstelling leidt tot een structurele verhoging van het saldo begroting 2026 en verder.

Extra budget representatie

Een keer in de vier jaar vinden in Nederland gemeenteraadsverkiezingen plaats. De volgende gemeenteraadsverkiezingen zijn op woensdag 18 maart 2026. In 2026 zullen we afscheid nemen van bestaande collegeleden en nieuwe collegeleden welkom heten. Het is te verwachten dat hierdoor extra representatie kosten zullen ontstaan. Voorgesteld wordt om het representatiebudget voor 2026 eenmalig te verhogen met € 10.000 en deze kosten te dekken uit de Algemene reserve. Dit voorstel heeft geen gevolgen voor het saldo begroting

Extra sloopkosten De Nieuwe School

De kosten van de "sloop" zijn fors duurder geworden. Dit heeft verschillende oorzaken. Het is niet zomaar een sloop. Het gebouw moet zorgvuldig gestript worden en klaar gemaakt worden voor de vernieuwbouw. In de kosten van de sloop zitten ook de kosten van een mogelijk asbestsanering opgenomen. De aannemer die gaat bouwen, gaat ook slopen. De extra kosten bedragen € 200.000 in 2026, waardoor de totale sloopkosten € 300.000 bedragen. De kosten worden gedekt door een extra onttrekking van € 200.000 aan de Algemene Reserve. Dit voorstel heeft geen gevolgen voor het saldo begroting.

Gemeenschappelijke regeling VrZW

De VrZW vraagt in haar begroting 2026 een gemeentelijke bijdrage van € 3.880.000. In onze begroting is voor 2026 een bijdrage van € 3.633.000 opgenomen.

Dit voorstel leidt in de jaren 2026 tot en met 2029 tot een verlaging van het saldo begroting van respectievelijk € 247.000, € 325.000, € 404.000 en € 485.000.

Indexatie 2029

Over het boekjaar 2029 is nog geen prijsstijgingsindexatie van 2% uitgevoerd. De exploitatiebudgetten die aan indexatie onderhevig zijn zullen in de begroting 2026 worden bijgesteld. Om de Kadernota 2026 zuiver te houden wordt er voor de indexatie nu een stelpost opgevoerd van € 1,15 mln. Deze bijstelling leidt tot een verlaging van het saldo begroting 2029 met € 1,15 mln. Bij het opvoeren van de indexatie over de budgetten in 2029 zal deze stelpost weer worden afgevoerd.

Indexatie budgetten Jeugdzorg (naar 2%)

Op een aantal budgetten Jeugdzorg was nog geen prijsstijgingsindexatie van 2% doorgevoerd voor 2026 en verder. Hiervoor was bij voorgaande begrotingen gekozen om ruimte in de begrotingen te creëren. We hoopten dat de kosten Jeugdzorg de komende jaren zouden gaan afvlakken. Deze afvlakking zien we niet terug in onze ervaringscijfers van de jeugdzorg. Daarom stellen wij voor onze ramingen in vervolg zo veel mogelijk aan te passen aan onze ervaringscijfers en te indexeren met een prijsinflatie van 2%. Deze bijstelling leidt in de jaren 2026 tot en met 2029 tot een verlaging van het saldo begroting van respectievelijk € 500.000, € 699.000, € 909.000 en € 1.120.000.

Indexatie budgetten Wmo (naar 2%)

Op een aantal budgetten Wmo was nog geen prijsstijgingsindexatie van 2% doorgevoerd voor 2026 en verder. Hiervoor was bij voorgaande begrotingen gekozen om ruimte in de begrotingen te creëren. We hoopten dat de kosten Wmo de komende jaren zouden gaan afvlakken. Deze afvlakking zien we niet terug in onze ervaringscijfers van de Wmo. Daarom stellen wij voor onze ramingen in vervolg zo veel mogelijk aan te passen aan onze ervaringscijfers en te indexeren met een prijsinflatie van 2%. Deze bijstelling leidt in de jaren 2026 tot en met 2029 tot een verlaging van het saldo begroting van respectievelijk € 164.000, € 275.000, € 388.000 en € 503.000.

Inkoop van de Wmo-maatwerkvoorzieningen

De gemeenten in Zaanstreek-Waterland bereiden de aanbesteding voor van de Wmo- maatwerkvoorzieningen (huishoudelijke ondersteuning, individuele begeleiding, dagbesteding, respijtzorg en kortdurend verblijf). Beoogde ingangsdatum voor de nieuwe contracten is 1 juli 2026. De nieuwe tarieven zijn 21 mei 2025 bekend geworden.
De financiële gevolgen van het vaststellen van de tarieven voor Wmo-maatwerkvoorzieningen zijn vooraf niet concreet in te schatten. De nieuwe producten komen niet geheel overeen met de huidige voorzieningen waardoor een exacte berekening niet te maken is. Daarbij betreft de Wmo een open einde regeling waardoor je niet van te voren weet hoeveel voorzieningen worden afgegeven. De nieuwe berekende  tarieven liggen hoger dan de huidige tarieven. Dit is onvermijdbaar gevolg van de nieuwe inkoop van Wmo waarbij de wettelijke verplichting geldt om reële tarieven vast te stellen.
De contracten gaan per 1 juli 2026 in. Dit voorstel leidt in de jaren 2026 tot en met 2029 tot een verlaging van het saldo begroting van respectievelijk € 500.000, € 1.030.000, € 1.061.000 en € 1.094.000. Deze bedragen kunnen kan na een concretere berekening op basis van volume nog wijzigen.

KN26 Stelpost Deskundigencommissie-Van Ark compensatie 2023 en 2024 voor jeugd

In haar brief van 20 mei 2025 adviseert de VNG de gemeenten om de nog te verwachten middelen voor jeugd 2023 en 2024 ad € 728 miljoen die we op Prinsjesdag 2025 verwachten om het jeugdstelsel te verbeteren via een stelpost te benutten om gaten 2026 en 2027 te dichten of in te zetten in stelsel jeugd. De VNG geeft mee om deze middelen (compensatie van de eerdere kortingen) bij voorkeur te benutten voor dekking kosten jeugd in 2026 en 2027 of voor de te realiseren besparingen in de toekomst door bijvoorbeeld meer in te zetten op preventie. We nemen het advies van de VNG over en nemen in 2026 en 2027 een stelpost op aan de batenkant met de titel: ‘Deskundigencommissie-Van Ark 2023 en 2024’ van € 350.000. Dit voorstel leidt in 2026 en 2027 tot een verhoging van het saldo begroting in programma 6 (extra inkomsten algemene uitkering).

KN26 Stelpost: Deskundigencommissie-Van Ark 2027 (inschatting 2028 en 2029)

In haar brief van 202 mei 2025 adviseert de VNG de gemeenten om de baten en lasten van de jeugdzorg in balans te brengen met behulp van een stelpost, waarbij de lasten voor jeugdzorg realistisch worden geraamd.

In haar vervroegde tweede advies zal de commissie Van Ark begin 2027 onder andere haar oordeel vellen over de verhouding tussen kosten en budget voor jeugd over de jaren 2025, 2026 en een inschatting maken voor het lopende 2027. Maar ook over de jaren daarna: 2028 en verder.
In de afgelopen Voorjaarsnota is enkel een gedeeltelijke oplossing gekomen tot en met 2027 en moeten we het oordeel van de commissie afwachten voor de jaren 2028 en 2029. Om geen bezuinigingen op andere beleidsterreinen te moeten inboeken vanwege de groei van de kosten voor jeugdzorg in de jaren 2028 en 2029, terwijl het tweede advies van de commissie Van Ark nog in het verschiet ligt. Daarom adviseert de VNG om een stelpost op te nemen aan de batenkant. Het rijk is verantwoordelijk voor tijdige invoering van wet- en regelgeving. Bij uitstel of afstel van wet- en regelgeving geldt dat dit voor rekening risico rijk is.

We volgen het advies van de VNG op en maken een "realistische" inschatting voor de kosten op basis van historische groei voor 2028 en 2029. Aan de batenkant nemen wij een stelpost op met de titel ‘Deskundigencommissie-Van Ark 2027’ in de begroting voor deze jaren. Dit voorstel leidt in 2028 en 2029 tot een verhoging van het saldo begroting in programma 6 (extra inkomsten algemene uitkering) van respectievelijk € 800.000 en € 1.000.000.

KN26 Verhoging raming opbrengst leges Omgevingsvergunningen

Gebaseerd op de werkelijke inkomsten uit de leges voor omgevingsvergunningen in 2024 kan de raming op dit onderdeel vanaf 2026 met € 100.000 worden verhoogd. Deze bijstelling leidt met ingang van 2026 tot een structurele verhoging van het saldo begroting van € 100.000.

Verhoging inkomsten toeristenbelasting

Voor de gehele regio Waterland is het de verwachting dat het aantal overnachtingen van toeristen de komende jaren zal blijven stijgen. Deze toename van het aantal overnachtingen zal ervoor zorgen dat de opbrengst toeristenbelasting met ingang van 2026 structureel met € 50.000 zal gaan stijgen. Deze bijstelling leidt tot een structurele verhoging van het saldo begroting 2026 en verder.

Verplichting wachtgeldkosten wethouders

In 2026 zijn er weer verkiezingen voor de nieuwe gemeenteraad. Het is vanuit BBV verplicht een voorziening te treffen ter hoogte van de ingeschatte wachtgeldverplichting. Hoewel het nu nog niet duidelijk is hoe de verkiezingen uitpakken, wordt voorzien in een deel van de voorziene kosten voor eventueel wachtgeld waar vertrekkende wethouders recht op hebben. Na de verkiezingen 2026 wordt geëvalueerd in hoeverre deze gelden benodigd of toereikend zijn. In de tussentijdse nota zal indien nodig een bijstelling worden gedaan. Voorgesteld wordt om nu eenmalig een bedrag van € 100.000 toe te voegen aan de voorziening APPA gewezen wethouders. Voorgesteld wordt deze extra toevoeging aan de voorziening APPA ten laste te brengen van de Algemene reserve. Dit voorstel heeft geen gevolgen voor het saldo begroting

Vervanging laptops en mobiele telefoons/iPads

Momenteel vindt er een migratie plaats van de VMware Horizon View omgeving naar een laptop werkomgeving. Daarnaast staat het project Telefoneren via MS-Teams in de startblokken. Voor beide projecten wordt iedere medewerker van de gemeente, naast de nodige opleiding en begeleiding, voorzien van een laptop en mobiele telefoon. In totaliteit worden er ongeveer 400 laptops afgegeven. Deze laptops hebben een levensduur van 4 jaar.
Gezien de werkdruk gaan we ieder jaar 100 laptops en 100 mobiele telefoons vervangen. Voorgesteld om het beschikbare budget voor de vervanging van telefoons en laptops structureel te verhogen met € 37.500. Deze bijstelling leidt tot een structurele verlaging van het saldo begroting van € 37.500.

Vooruitblik meicirculaire 2025

Het ministerie van Financiën heeft de Voorjaarsnota 2025 gepresenteerd. Deze geeft een vooruitblik op de rijksbegroting voor de komende jaren. Over de gevolgen worden de gemeenten geïnformeerd via de meicirculaire 2025. Vooruitlopend op de circulaire kan op basis van de Voorjaarsnota van het Rijk reeds een inschatting worden gemaakt van de mutaties die via de meicirculaire zullen worden doorgevoerd. Het kabinet heeft in de Voorjaarsnota extra middelen vrij gemaakt om gemeenten te compenseren voor jeugdzorgtaken en om het “ravijnjaar” 2026 te overbruggen. Per saldo komt er tot en met 2027 in de Voorjaarsnota 3 miljard euro extra beschikbaar voor jeugdzorg. Voor de jaren 2026 en 2027 ontvangt onze gemeente respectievelijk € 1,4 ml. en € 1,3 mln. extra voor Jeugdzorg. Naast de gelden voor jeugdzorg en demping van het ravijnjaar, zorgen extra rijksuitgaven voor stijgende accressen welke er voor zorgen dat de Algemene uitkering de komende jaren flink stijgt. Voor onze gemeente wordt voor de jaren 2026 tot en met 2029 gerekend op een verhoogde Algemene uitkering van respectievelijk € 3.017.000, € 2.949.000, € 1.334.000 en € 5.090.000. Deze bijstelling leidt tot een structurele verhoging van het saldo begroting voor de jaren 2026 verder. De hoge bijstelling in 2029 heeft te maken met de methodiek van het financiële systeem waarbij de waarden van 2028 bij de jaarovergang worden gekopieerd naar 2029.

Bedragen * € 1.000

Omschrijving

2026

2027

2028

2029

Mutaties op Kadernota 2025

-KN25 Aanpassing invoering betaald parkeren (voorstel 29)

-640

-640

-640

-640

-KN25 Afstoten Milieustraat Oosthuizen (voorstel 23b)

0

-150

-150

-150

-KN25 Bouwspeelplaats (voorstel 41)

-40

-40

-40

-41

-KN25 Inzet reserves Sociaal Domein en Opvang Oekraïne (bijlage 5)

-900

0

900

0

-KN25 Kosten medewerker toerisme (Voorstel 38)

0

-80

-80

-80

-KN25 Kunst & Cultuur (uitvoeringsbudget) (voorstel 46)

-90

0

0

0

-KN25 Kunst &Cultuur (Cultuurcoördinator) (voorstel 45)

-81

0

0

0

-KN25 Stelpost verlaging Wmo Woningaanpassing (voorstel uit bijlage 5)

-200

-250

-300

-300

-KN25 Stelpost vrijval kapitaallasten investeringen

-100

0

-200

-200

-KN25 Werkbudget beleidsmedewerker toerisme (Voorstel 42)

0

-50

-50

-50

-KN25 Wijziging op Aanpassing tarief leges parkeervergunningen/parkeerontheffing (voorstel 27)

-48

-107

-126

-126

-KN25 Wijziging op aanpassing tarief OZB (Voorstel 35)

-180

0

0

0

-KN25 Wijziging op Busparkeren Marinapark en tarief Parallelweg in 2 stappen naar € 25 (voorstel 3b)

-12

-12

-12

-12

-KN25 Wijziging op Formatie team projecten (voorstel 14)

-50

-50

-50

-50

-KN25 Wijziging op Hoger tarief parkeervergunningen/parkeerontheffing voor 2e auto (voorstel 27a)

-6

-12

-18

-18

-KN25 Wijziging op invoeren Forensenbelasting (voorstel 30)

-20

-20

-20

-20

-KN25 Wijziging op Inzameling bedrijfsafval (voorstel 23a)

148

335

335

335

-KN25 Wijziging op Overstap Milieustraat Purmerend (voorstel 23)

0

-350

-350

-350

Totaal Mutaties op Kadernota 2025

-2.219

-1.426

-801

-1.702

Toelichting Mutaties op Kadernota 2025

KN25 Aanpassing invoering betaald parkeren (voorstel 29)

In de Kadernota 2025 was opgenomen dat per 2026 betaald parkeren zou worden ingevoerd in het centrum van Edam en de oude kom van Volendam. Het oorspronkelijke plan ging uit van structurele extra inkomsten van circa € 640.000 per jaar, bestaande uit parkeeropbrengsten, boete-inkomsten en besparingen op handhavingskosten door inzet van een gezamenlijke scanauto met de gemeente Waterland. Dit betekent dat de eerder geraamde opbrengsten én de daaraan gekoppelde kosten, zoals het beheer van betaalzuilen, de aanschaf en inzet van een scanauto en de reductie van handhavingscapaciteit, komen te vervallen. Er komt een procesvoorstel om in 2026 extern onderzoek te doen naar betaald parkeren, waarin duidelijke kaders worden aangegeven voor onder andere parkeerdruk, veiligheid, leefbaarheid en wanneer betaald parkeren ingevoerd kan worden. De resultaten hiervan worden in 2026 aan de gemeenteraad voorgelegd, waarna de raad kan besluiten over een nieuw beleid en de bijbehorende financiële uitwerking. Omdat de besluitvorming rondom dit thema nog niet is afgerond, worden alle eerder geraamde cijfers teruggedraaid. Dit zorgt ervoor dat er een realistische raming kan worden gegeven van de huidige status van het plan en de bijbehorende financiële consequenties. Deze bijstelling leidt met ingang van 2026 tot een structurele verlaging van het saldo begroting van € 640.000. Dit voorstel komt voor in de programma’s 1, 2 en 4.

KN25 Afstoten Milieustraat Oosthuizen (voorstel 23b)

Bij de behandeling van het Grondstoffenplan in januari 2025 heeft de gemeenteraad uitgesproken dat de milieustraten in Oosthuizen en Volendam open dienen te blijven. Hierdoor kan de beoogde besparing vanaf 2027, voortvloeiend uit het sluiten van de milieustraten Oosthuizen en Volendam, niet gerealiseerd worden.

Doordat de milieustraat in Oosthuizen niet wordt gesloten, kan de eerder geraamde besparing van € 150.000 vanaf 2027 niet worden gerealiseerd. Dit voorstel leidt daarmee met ingang van 2027 tot een verlaging van het saldo begroting van € 150.000 ten opzichte van de eerdere raming.

Dit voorstel komt voor in de programma's 1 en 4.

KN25 Bouwspeelplaats (voorstel 41)

In het ingediende ombuigingsvoorstel voor de Kadernota 2025 werd voorgesteld om het budget voor de bouwspeelplaats in z’n geheel te laten vrijvallen. Het hebben van een bouwspeelplaats is geen wettelijke verplichting en los van dat het kapitaalvernietiging is om de bouwspeelplaats weg te bezuinigen, bespaart het op jaarbasis een kleine € 100.000. Bij vaststelling van de Kadernota 2025 is besloten niet 100% maar 75% van de kosten te bezuinigen, wat betekent dat er nog € 25.000 beschikbaar is voor de exploitatie van de bouwspeelplaats. Dit is echter bij lange na niet genoeg om de bouwspeelplaats te exploiteren. Derhalve in deze kadernota een voorstel om dit budget structureel te verhogen naar € 65.000. Dit voorstel leidt met ingang van 2026 tot een structurele verlaging van het saldo begroting van € 40.000.

KN25 Inzet reserves Sociaal Domein en Opvang Oekraïne (bijlage 5)

In de Kadernota 2025 (bijlage 5) zijn de reserves Sociaal Domein en Opvang Oekraïne ingezet in de exploitatie van de meerjarenbegroting 2025-2028. Met dit voorstel worden structurele kosten gedekt met incidentele gelden. Dit was een tijdelijke oplossing in het streven naar een sluitende exploitatie in de meerjarenbegroting 2025-2028 om de ravijnjaren te overbruggen.
Nu het begrotingssaldo 2026 het toe laat wordt voorgesteld de onttrekkingen voor 2026 terug te draaien, zodat het structurele evenwicht in 2026 wordt hersteld. De provincie in de rol als toezichthouder controleert ons hierop.
Voorgesteld wordt de onttrekkingen van 2026 (€ 200.000 uit reserve Sociaal Domein en € 700.000 ten laste van de reserve Oekraïne opvang) te verschuiven naar onttrekkingen in begrotingsjaar 2028 (€ 200.000 uit reserve Sociaal Domein en € 700.000 ten laste van de reserve Oekraine opvang).
De stand van de reserves sociaal domein bedraagt ultimo 2029 na deze onttrekkingen € 155.000. De stand van de reserve Opvang Oekraïne bedraagt ultimo 2029 na deze onttrekkingen € 309.000.
Dit voorstel leidt in 2026 tot een verlaging van het saldo begroting van € 900.000 en in 2028 tot verhoging van het saldo begroting van € 900.000.

KN25 Kosten medewerker toerisme (Voorstel 38)

In de Kadernota 2025 is een ombuiging (nr 38) opgenomen om de kosten van een toeristisch coördinator met ingang van 2027 te schrappen. Gezien de wens om het toerisme in onze gemeente op het gewenste niveau te houden en waar mogelijk te verhogen wordt voorgesteld om deze bezuiniging te schrappen en met ingang van 2027 het benodigde bedrag voor de bekostiging van een medewerker van € 80.000 op te nemen in de begroting.
Dit voorstel leidt met ingang van 2027 tot een structurele verlaging van het saldo begroting van € 80.000.

KN25 Kunst & Cultuur (uitvoeringsbudget) (voorstel 46)

In de Kadernota 2025 is een ombuigingsvoorstel (nr. 46) opgenomen om het uitvoeringsbudget van de Cultuurcoördinator met ingang van 2026 te schrappen. Dit voorstel is door zowel college als raad laag geprioriteerd. Over dit voorstel (naast een aantal andere voorstellen) zijn tijdens de vaststelling van de Kadernota 2025 moties ingediend door de raad. De wens is uitgesproken om het uitvoeringsbudget van de Cultuurcoördinator te behouden voor de uitvoering van het beleid omtrent kunst en cultuur. Daarom wordt voorgesteld om in 2026 een deel van het oorspronkelijke budget weer beschikbaar te stellen. In plaats van het volledige bedrag van € 110.000, wordt € 90.000 beschikbaar gehouden. In de Kadernota 2027 kan het ombuigingsvoorstel opnieuw worden overwogen. Dit voorstel leidt tot een verlaging van het saldo van de begroting in 2026 met € 90.000.

KN25 Kunst &Cultuur (Cultuurcoördinator) (voorstel 45)

In de Kadernota 2025 is een ombuigingsvoorstel (nr 45) opgenomen om kosten van een Cultuurcoördinator met ingang van 2026  te schrappen. Dit voorstel is door zowel college als raad laag geprioriteerd. Over dit voorstel (naast een aantal andere voorstellen) zijn moties ingediend door de raad tijdens de vaststelling van de Kadernota 2025. De wens is om de volledige inzet van de Cultuurcoördinator te behouden voor de uitvoering van het beleid omtrent kunst en cultuur. Daarom wordt voorgesteld om in 2026 de raming beschikbaar te houden. In de kadernota 2027 kan het ombuigingsvoorstel opnieuw worden overwogen. Dit voorstel leidt tot een verlaging van het saldo begroting in 2026 met € 81.000.

KN25 Stelpost verlaging Wmo Woningaanpassing (voorstel uit bijlage 5)

Vanuit het sociaal domein wordt de verlaging van de stelpost Wmo Woningaanpassingen gezien als een risicovol voorstel. Het is namelijk lastig om de aanpassingen in de nadere regels op de verordening Wmo financieel te vertalen. Daarnaast hebben we, zoals eerder al genoemd in dit memo, te maken met vergrijzing en de daarmee gemoeide stijgende kosten, o.a. ook voor woningaanpassingen. Vandaar dat ons inziens deze besparing lastig te realiseren is en daarmee een belofte die we lastig kunnen waarmaken. Voorgesteld wordt om deze verlaging terug te draaien.
Dit voorstel leidt in de jaren 2026 tot en met 2028 tot een verlaging van het saldo begroting van € 200.000 in 2026 en vanaf 2027 structureel met € 250.000.

KN25 Stelpost vrijval kapitaallasten investeringen

In de Kadernota 2025 (bijlage 5) is een structurele stelpost opgenomen voor de vrijval van kapitaallasten investeringen. De gedachte hierachter is dat verschillende ontwikkelingen leiden tot verschuivingen in de opleverdata van investeringen/kredieten. Het verschuiven van opleverdata leidt voor de eerstvolgende jaren tot een 'vrijval’ van kapitaallasten. Voor de jaren 2026 tot en met 2029 is een stelpost opgenomen van respectievelijk € 1.000.000, € 1.000.000, € 1.200.000 en € 1.200.000.  Voor de jaren 2026 en verder zijn er reeds besparingen gerealiseerd door het uitstellen van vervangingsinvesteringen. In 2025 is een besparing gerealiseerd van € 500.000. Voorgesteld wordt om de stelpost structureel te verlagen naar € 700.000. Een hogere besparing dan € 700.000 wordt moeilijk realiseerbaar geacht. Dit voorstel leidt in de jaren 2026, 2028 en 2029 tot een verlaging van het saldo begroting van respectievelijk € 100.000, € 200.000 en € 200.000. Voor het jaar 2027 heeft dit voorstel geen gevolgen.

KN25 Werkbudget beleidsmedewerker toerisme (Voorstel 42)

In de Kadernota 2025 is een ombuiging (nr 42) opgenomen om een werkbudget van € 50.000 van een toeristisch coördinator met ingang van 2027 te schrappen. Gezien de wens om het toerisme in onze gemeente op het gewenste niveau te houden en waar mogelijk te verhogen wordt voorgesteld om deze bezuiniging te schrappen en met ingang van 2027 het oorspronkelijke bedrag van € 50.000 te opnieuw op te nemen in de begroting. Dit voorstel leidt met ingang van 2027 tot een structurele verlaging van het saldo begroting van € 50.000.

KN25 Wijziging op Aanpassing tarief leges parkeervergunningen/parkeerontheffing (voorstel 27)

In de Kadernota 2025 is voorgesteld het tarief voor parkeervergunningen en parkeerontheffingen in vier gelijke stappen te verhogen van € 23 naar € 100 in 2028. Een parkeervergunning en een ontheffing voor een parkeerschijfzone vallen onder de leges. Dit betekent dat de tarieven niet hoger mogen zijn dan kostendekkend. Alleen de kosten voor het verstrekken van de vergunning of ontheffing, zoals personeelskosten en overhead, mogen worden doorberekend. Kosten voor handhaving, belijning en bebording maken hier geen onderdeel van uit.
Het is mogelijk het tarief in 2025 te verhogen naar € 42, zoals voorgesteld in de Kadernota 2025. Voor de jaren 2026 tot en met 2029 kan het tarief, bij een ongewijzigd parkeerregime, alleen verhoogd worden op basis van indexatie.

Verschil ten opzichte van de Kadernota 2025:
Als gevolg van het bovenstaande zullen de extra baten in 2026 uitkomen op € 29.000 in plaats van € 77.000. Voor 2027 betreft dit € 29.000 in plaats van € 136.000 en voor 2028 € 29.000 in plaats van € 155.000.
Dit voorstel leidt per saldo in de jaren 2026 tot en met 2029 tot een verlaging van het saldo begroting van respectievelijk € 48.000, € 107.000, € 126.000 en € 126.000 ten opzichte van de Kadernota 2025.

KN25 Wijziging op aanpassing tarief OZB (Voorstel 35)

In de Kadernota 2025 is voorgesteld om het tarief voor de OZB heffing in 2026 te verhogen met 10% en vanaf 2027 jaarlijks met 2%.
Om de lasten voor de burgers van onze gemeente te verminderen wordt nu voorgesteld om het percentage van de verhoging in 2026 te verlagen van 10% naar 8% en in 2027 te verhogen van 2% naar 4%. Vanaf 2028 blijft de eerder vastgestelde verhoging van 2% ongewijzigd. Dit voorstel leidt in 2026 tot een verlaging van het saldo begroting van € 180.000. Voor de jaren 2027 en verder zijn er geen gevolgen voor het saldo begroting.

KN25 Wijziging op Busparkeren Marinapark en tarief Parallelweg in 2 stappen naar € 25 (voorstel 3b)

Voor parkeerterrein Parallelweg werd uitgegaan van gemiddeld 8.000 bussen per jaar vanaf 2025. Voor parkeerterrein P1 Marinapark werd gerekend op 1.200 bussen en voor P2 Marinapark op 100 bussen per jaar.

Uit de parkeercijfers van 2024 blijkt echter dat het aantal bussen op parkeerterrein Parallelweg niet is gestegen ten opzichte van 2023 en uitkomt op circa 7.850 bussen. Op basis hiervan wordt het uitgangspunt voor 2025 voor parkeerterrein Parallelweg bijgesteld naar 7.850 bussen.

Omdat het aantal bussen op parkeerterrein Parallelweg lager blijft dan verwacht, wordt het geschatte aantal bussen op de parkeerterreinen van het Marinapark ook naar beneden bijgesteld. Voor parkeerterrein P1 Marinapark wordt nu uitgegaan van 800 bussen en voor P2 Marinapark van 50 bussen. Deze bijstelling heeft gevolgen voor de te verwachten baten uit parkeergelden.

Voor de jaren 2026 tot en met 2029 leidt dit voorstel tot een verlaging van het saldo begroting van € 12.000 per jaar.

KN25 Wijziging op Formatie team projecten (voorstel 14)

De detachering van de medewerker projecten is beëindigd. De medewerker keert terug in de eigen organisatie (vooralsnog boventallig). Hierdoor komt de structurele bezuiniging van € 50.000 (vooralsnog) te vervallen. Dit voorstel leidt met ingang van 2026 tot een structurele verlaging van het saldo begroting van € 50.000.

KN25 Wijziging op Hoger tarief parkeervergunningen/parkeerontheffing voor 2e auto (voorstel 27a)

In de kadernota 2025 is voorgesteld om de tarieven voor de tweede parkeervergunningen en -ontheffingen in vier gelijke stappen van € 23 (afgerond) te verhogen tot € 180 in 2028.

Een parkeervergunning en een ontheffing voor een parkeerschijfzone worden aangemerkt als leges. Dit betekent dat de tarieven maximaal kostendekkend mogen zijn. Alleen de kosten voor personeel en overhead met betrekking tot het verstrekken van de vergunning of ontheffing mogen hierin worden meegenomen. Kosten voor handhaving, belijning en bebording mogen niet worden doorberekend in het tarief.

Dit betekent dat voor het jaar 2025 het tarief van € 62 in rekening kan worden gebracht, conform het voorstel in de kadernota 2025. Voor de jaren 2026 tot en met 2029 kan het tarief uitsluitend worden verhoogd met de jaarlijkse indexatie, mits het parkeerregime ongewijzigd blijft.

Verschil ten opzichte van de kadernota 2025:

De aanpassing van de tarieven leidt tot lagere baten ten opzichte van de inschatting in de kadernota 2025. Dit voorstel leidt in 2026, 2027, 2028 en 2029 tot een verlaging van het saldo begroting van respectievelijk € 6.000, € 12.000, € 18.000 en nogmaals € 18.000.

KN25 Wijziging op invoeren Forensenbelasting (voorstel 30)

In de Kadernota 2025 is een voorstel opgenomen voor de invoering van een forensenbelasting. Forensenbelasting wordt geheven van natuurlijke personen die zonder in de gemeente hoofdverblijf te hebben, er op meer dan 90 dagen van een belastingjaar voor zichzelf of hun gezin een gemeubileerde woning beschikbaar houden. Een rechtvaardiging voor de forensenbelasting is dat forensen niet als inwoners worden gezien en de gemeente daar geen bijdrage voor ontvangt in het gemeentefonds. Forensen betalen overigens wel belasting. Zij ontvangen op basis van het eigendom van de (tweede) woning een aanslagbiljet OZB en rioolheffing. Ten opzichte van de eigen inwoners betalen zij alleen géén afvalstoffenheffing.

Naar aanleiding van het voorstel in de Kadernota 2025 is een eerste onderzoek uitgevoerd gericht op woningen waarbij een lijst met 267 woningen is onderzocht op natuurlijke personen die niet woonachtig zijn in de gemeente Edam-Volendam. Forensenbelasting kan niet worden geheven van:
- woningen welke te koop staan of recent verkocht zijn;
- woningen die aan derden worden verhuurd;
- woningen welke worden verbouwd;
- garageboxen;
- recreatiewoningen die worden verhuurd door een exploitant;
 ( de eigenaar kan geen 90 dagen over de recreatiewoning beschikken )
- woningen waarvoor al toeristenbelasting wordt geheven (B&B, RBB).

Van deze lijst blijven slechts 22 objecten over die in aanmerking zouden kunnen komen voor een forensenbelasting. Verder onderzoek voor deze woningen is nog wel nodig, hiervoor moet contact worden gelegd met de eigenaar over het gebruik van de woning. Van dit aantal objecten zal een deel afvallen als blijkt dat deze woningen verhuurd worden en niet aan de eigenaar ter beschikking staan. De eerste controle is gebaseerd op woningen vanuit de WOZ-administratie. Er bestaat een mogelijkheid om naast de toeristenbelasting ook een forensenbelasting te heffen van stacaravans en chalets op campings en vakantieparken.  Deze objecten zijn vaak roerend en komen niet voor in de WOZ-administratie. Getoetst moet worden aan de norm van een gemeubileerde woning  en of de gemeubileerde woning naast het verhuur aan derden,  meer dan 90 dagen ter beschikking staat aan de eigenaar. Hier is op dit moment geen inzicht in. Zoals aangegeven blijven er na het eerste onderzoek slechts 22 objecten over en de verwachting is dat na verder onderzoek er hiervan nog een aantal afvallen. Zelfs op basis van 22 objecten zal de jaarlijkse opbrengst forensenbelasting zeer gering zijn. Tegenover deze opbrengsten staan ook eenmalige en jaarlijkse kosten. Bij de eenmalige kosten moet men denken aan aanvullend onderzoek/inventarisatie (extern), opstellen verordening forensenbelasting (extern), aanpassing inrichting belastingpakket, opstellen van communicatie en voorlichtingsmateriaal (extern) en aanpassen website. Bij de jaarlijkse kosten moet gedacht worden aan het onderzoeken van welke woningen aangeslagen kunnen worden, het controleren op hoofdverblijf en gebruik van de woningen, de heffing en invordering, actualisatie verordeningen, bezwaar- en beroepsafhandeling, informatieverstrekking, klantenservice (klachtenafhandeling) en communicatie. Wij hebben op dit moment geen beeld van de hoogte van de eenmalige en jaarlijkse kosten. Aangezien de verwachte opbrengst forensenbelasting zeer gering zal zijn stellen wij voor om geen forensenbelasting in te voeren. Dit voorstel leidt met ingang van 2026 tot een structurele verlaging van het saldo begroting van € 20.000.

KN25 Wijziging op Inzameling bedrijfsafval (voorstel 23a)

In januari 2025 heeft de gemeenteraad de wens geuit dat bedrijven hun afval kunnen blijven aanbieden bij de milieustraat in Volendam, tegen marktconforme tarieven. Daarnaast wordt onderzocht of het ophalen van bedrijfsafval op locatie volledig kan stoppen en of visafval volledig via KRAS Recycling verwerkt kan worden.

Huidige situatie:
De huidige inzameling van bedrijfsafval is niet kostendekkend. Bedrijven betalen jaarlijks € 220.000 via het reinigingsrecht, terwijl de werkelijke kosten € 515.000 bedragen. Deze kosten bestaan uit € 290.000 voor verwerking van circa 2.410 ton bedrijfsafval, € 140.000 voor de verwerking van visafval via KRAS Recycling, € 25.000 voor transport naar HVC en € 60.000 voor het ophalen en verwerken van grofvuil bij bedrijven. Dit resulteert in een structureel tekort van € 295.000 per jaar.

Voorgestelde werkwijze vanaf 2026:
Vanaf 2026 wordt voorgesteld het reinigingsrecht te vervangen en bedrijven marktconforme tarieven in rekening te brengen. Door deze maatregelen is de verwachting dat het tekort verdwijnt en vanaf 2026 een positief begrotingseffect van € 295.000 per jaar ontstaat.

Aanpassingen milieustraat Volendam:
Om bedrijfsafval op de milieustraat te blijven accepteren, zijn enkele investeringen nodig. De weegbruggen worden vervangen en uitgebreid voor een bedrag van € 400.000, met een jaarlijkse afschrijving van € 40.000 vanaf 2027. Daarnaast is er jaarlijks € 150.000 nodig voor twee extra fte’s voor controle, weging, administratie en facturering. Voor de aanschaf en het onderhoud van een administratief systeem is € 40.000 per jaar begroot. De totale extra jaarlijkse kosten bedragen € 230.000, maar vallen in 2026 lager uit, namelijk € 95.000. Dit komt doordat de afschrijvingslast van de weegbruggen pas in 2027 begint en de invoering van marktconforme tarieven waarschijnlijk pas halverwege 2026 wordt doorgevoerd. Hierdoor zijn de kosten voor personeel en systeem dat jaar gehalveerd.

De extra kosten worden in principe gedekt via doorberekening in de tarieven voor bedrijven, uitgaande van een bepaalde hoeveelheid bedrijfsafval. Wanneer er structureel minder bedrijfsafval op de milieustraat Volendam wordt aangeboden worden deze extra kosten dan ook niet volledig gedekt.

Let op: deze toelichting betreft uitsluitend de jaarlijkse exploitatiebudgetten. De investeringskosten brengen ook kapitaallasten met zich mee, zoals rente en afschrijving. Deze worden in een apart investeringskrediet toegelicht. Daardoor valt het financiële voordeel vanaf 2027 € 40.000 hoger uit dan in deze toelichting is vermeld. Dit verschil wordt later gecorrigeerd in het afzonderlijke investeringsvoorstel, waardoor het uiteindelijke voordeel uitkomt op € 295.000.

Verschil ten opzichte van de Kadernota 2025:
In de Kadernota 2025 zijn geen lasten en baten met betrekking tot de inzameling van bedrijfsafval opgenomen. Dit voorstel leidt daarom tot een verhoging van het saldo begroting in 2026 van € 148.000 en vanaf 2027 structureel van € 335.000.

KN25 Wijziging op Overstap Milieustraat Purmerend (voorstel 23)

Bij de behandeling van het grondstoffenplan in januari 2025 heeft de gemeenteraad de wens geuit dat de milieustraten in Oosthuizen en Volendam open moeten blijven. Dit betekent dat de eerder opgenomen bezuiniging, vanaf 2027 door het sluiten van de milieustraten in Oosthuizen en Volendam, niet gerealiseerd zal worden.

Daarnaast zal onderzocht worden of aanvullende investeringen nodig zijn om de milieustraat in Volendam beter in te richten, omdat de huidige inrichting niet optimaal is. Dit wordt verder toegelicht in voorstel 23/1.

Doordat de milieustraat in Volendam open blijft, vervalt vanaf 2027 de beoogde structurele bezuiniging van € 350.000. Dit voorstel leidt vanaf 2027 tot een verlaging van het saldo begroting van € 350.000.

Bedragen * € 1.000

Omschrijving

2026

2027

2028

2029

Nieuwe voorstellen kadernota 2026

-KN26 Aanvullende voorzieningen kitesurf locatie (Meekoppelkans)

0

0

0

0

-KN26 Dienstverlening: Wijk- en buurtgericht werken

0

0

0

0

-KN26 Gebiedsontwikkeling Etersheim (Meekoppelkans steiger)

0

0

0

0

-KN26 Handhaving op het water (nautisch toezicht)

-32

-32

-32

-32

-KN26 Handhaving: Uitbreiding formatie taken buitengebied en nautisch toezicht

-85

-85

-85

-85

-KN26 Herinrichten milieustraat Oosthuizen (voorstel 23b/1)

0

-5

-5

-5

-KN26 Herinrichten milieustraat Volendam

0

0

0

0

-KN26 Implementatiekrediet Tariefdifferentiatie huishoudelijk afval jaarschijf 2026 tot en met 2029

0

-20

-40

-60

-KN26 Medewerkers-tevredenheidsonderzoek (MTO)/Preventief Medisch Onderzoek (PMO)

-30

0

0

-30

-KN26 Optuigen programma Volkshuisvesting als onderdeel van toekomstig programma wonen

-80

-80

-80

-80

-KN26 Organisatie ontwikkeling: Formatie strategische bestuursadviseurs

0

0

0

0

-KN26 Organisatie ontwikkeling: Frictiebudget

0

0

0

0

-KN26 Organisatie ontwikkeling: Opstellen visiedocument

0

0

0

0

-KN26 Organisatie ontwikkeling: Tijdelijke formatie organisatieadviseur

0

0

0

0

-KN26 Organisatie ontwikkeling: Tijdelijke formatie strategisch proces manager

0

0

0

0

-KN26 Taakstelling organisatie

0

100

200

300

-KN26 Tariefdifferentiatie huishoudelijk afval

0

450

450

450

-KN26 Uitbreiding formatie Informatievoorziening

-182

-289

-393

-405

-KN26 Uitbreiding formatie Team Projecten

-22

-22

-22

-22

-KN26 Uitvoering programma Energie en klimaat

0

0

0

0

-KN26 Uitvoering programma Waterfront

0

0

0

0

-KN26 Verhogen toevoeging voorziening Onderhoud gemeentelijke eigendommen

-150

-150

-150

-150

-KN26 Verhoging bijdrage OD IJmond vanaf 2027

0

-151

-143

-143

-KN26 Vervanging en uitbreiding van de weegbruggen (Wijziging op Inzameling bedrijfsafval (voorstel 23a)

0

-40

-40

-40

-KN26 Voorziene eigen bijdrage jeugdzorg vanaf 2028

0

0

260

260

-Opvoering investering KN26 Aanschaf BRIG/RIB boot met toebehoren

0

-12

-12

-12

-Opvoering investering KN26 Fietsverbinding Zeesluis Edam

0

-5

-5

-5

-Opvoering investering KN26 Sleutelplan sportaccommodaties

0

-16

-16

-16

-Opvoering investering KN26 vervanging/uitbreiding cameratoezichtsysteem

0

-60

-60

-60

Totaal Nieuwe voorstellen kadernota 2026

-581

-417

-173

-135

Toelichting Nieuwe voorstellen kadernota 2026

KN26 Aanvullende voorzieningen kitesurf locatie (Meekoppelkans)

In het kader van de meekoppelkansen bij het project Versterking Markermeerdijken heeft onze gemeente een krediet van € 16.913 beschikbaar gesteld voor de realisering van een kitesurf locatie aan de dijk tussen Edam en Volendam. Het werk bestaat voornamelijk uit het aanbrengen van een trap aan de landzijde van de dijk om het water te kunnen bereiken. Meekoppelkans. Op het moment dat de kitesurfvereniging een vergunning heeft om het strandje te gebruiken is de verwachting dat er beheer en onderhoudswerkzaamheden nodig zijn. Het is nodig dit gebied toe te voegen aan het onderhoudsareaal. Daarnaast is een eenmalige uitgave nodig van € 10.000 voor de inrichting van het strandje overeenkomstig de aangenomen motie. Voorgesteld wordt deze uitgave ten laste te brengen van de Algemene reserve. Dit voorstel heeft geen gevolgen voor het saldo begroting.

KN26 Dienstverlening: Wijk- en buurtgericht werken

Om het wijk- en buurtgericht werken verder vorm te geven is het noodzakelijk om de participatie verder te vergroten in de vorm van een of meer extra participatie adviseurs of wijkregisseurs. De structurele personele kosten zullen circa € 100.000 per fte bedragen. Voorgesteld wordt om de structurele kosten te dekken binnen de bestaande begroting van de gemeente door het maken van keuzes bij de herinrichting van de organisatie (als stelpost bezuinigingen). Dit voorstel heeft geen gevolgen voor het saldo begroting.

KN26 Gebiedsontwikkeling Etersheim (Meekoppelkans steiger)

In  het kader van de Meekoppelkansen Versterking IJsselmeerdijken is voor dit doel in 2024 een krediet van € 573.374 beschikbaar gesteld. Vanuit de provincie is een investeringssubsidie van € 216.118 toegezegd. Deze subsidie is echter ingetrokken door de provincie omdat het geld op een andere manier bij de dijkversterking is ingezet. Het totale investeringsbedrag dat onze gemeente hiervoor kan inzetten bedraagt daardoor € 357.256. Omdat in 2024 inmiddels € 53.079 is verantwoord is per 1-1-2025 nog € 304.177 beschikbaar. (De administratieve verwerking van het wegvallen van de subsidie is meegenomen in de Najaarsnota 2025)
Vanuit het programma Waterfront is het wenselijk om deze ontwikkeling uit te voeren maar vanuit de ombuigingen in de kadernota 2025 is uitgesproken om dit project stil te leggen. Een politieke afweging en keuze is nodig om richting te geven en duidelijkheid te geven aan de initiatiefnemer. Deze bijstelling heeft geen gevolgen voor het saldo begroting.

KN26 Handhaving op het water (nautisch toezicht)

In de zomermaanden recreëren veel mensen op het water. We constateren dat niet alle mensen daarbij de regels naleven. Het ongewenste gedrag (snelheidsovertredingen, alcohol op het water, illegaal vissen, ondermijning etc.) op het water noodzaakt om in 2026 te gaan handhaven op het water in Edam-Volendam. Dit soort handhaving heeft als doel het waarborgen van veiligheid, naleving van regelgeving en het behoud van milieu- en natuurgebieden op het water. Het betreft een wettelijke taak waar we tot op heden geen uitvoering aan hebben gegeven. De uitvoering van deze taak betekent nieuwe kostenposten in de begroting. Hierbij moet gedacht worden aankoop-, onderhouds- en stallingskosten voor vaartuigen die worden ingezet voor handhaving. De aanschaf van de Brig/Rib boot met toebehoren als apparatuur, gereedschappen, reddingsmiddelen en waterdichte kleding in totaal voor € 60.000 worden geactiveerd en in 5 jaar afgeschreven. Dit geeft een afschrijvingslast van € 12.000 per jaar. In een apart voorstel wordt de raad gevraagd hiervoor een investeringskrediet beschikbaar te stellen. Voor brandstof, onderhoud, verzekeringen, ligplaatsen in de havens en stalling wordt in het voorstel gerekend op € 27.000. De uitbreiding van deze taak vraagt om 1 FTEBOA extra. Ook moet gedacht worden aan opleidingskosten en kleding voor op het water (€ 5.000). De opleidingskosten vallen uiteen in start opleidingen vooraf en jaarlijkse opfriscursussen. De eenmalige opleidingskosten bedragen € 35.000 en kunnen uit een incidenteel budget (beschikbaar in de begroting 2025) worden gedekt. De jaarlijkse opfriskosten komen ten laste van de reguliere opleidingskosten.  Dit voorstel (exclusief extra personele kosten van € 85.000 en de jaarlijkse kapitaallasten van € 12.000) leidt met ingang van 2026 tot een structurele verlaging van het saldo begroting van € 32.000.

KN26 Handhaving: Uitbreiding formatie taken buitengebied en nautisch toezicht

Het HHNK heeft een aantal taken en werkzaamheden in het buitengebied aan onze gemeente overgedragen. Het gaat onder meer om taken in het kader van de naleving van regels inzake Milieu, bedrijfscontroles, ondermijning (dumpingen van drugsafval) en aanrijdingen. Het ‘nieuwe’ gebied waar de gemeente nu verantwoordelijk voor is heeft een oppervlakte van 72 kilometer aan B-wegen, landweggetjes en doorgaande wegen waaronder een deel van de A7. In het buitengebied worden steeds vaker overtredingen gesignaleerd, variërend van illegale bewoning en afvaldumping tot strijdig gebruik van gronden. Dit ondermijnt zowel natuur- als ruimtelijke ordeningsdoelstellingen. Dumpingen van afval van synthetische drugs betekent niet alleen vervuiling maar is ook een grote kostenpost door het opruimen van de vervuilde grond. Maar ook zijn er illegale waterlozingen vanuit agrarisch bedrijven en het blokkeren van de waterkering in een sloot. Het controleren op vergunningen die worden afgegeven door het Hoogheemraadschap (steigers, obstakels, etc) en controles op scheurvormingen in wegen zullen onderdeel zijn van dit taakveld.

Een andere nieuwe taak die onze gemeente heeft is het nautisch toezicht. Dit was voorheen een taak van de KLPD (korps landelijke politiediensten).  Een aantal gemeenten zoals Amsterdam, Amstelveen, Waterland en Hoorn hebben vanwege het grote werkaanbod hierin inmiddels een afdeling Nautisch Toezicht. De overlast op het water neemt toe. Ook worden binnen onze gemeentegrenzen regelmatig kinderen in snelle bootjes aangetroffen zonder de juiste vaarbescheiden. Boten/jachten in de pleziervaart moeten voldoen aan een set van technische eisen. Ook zien we regelmatig drankgebruik aan boord en een toename van ondermijning via het water. Dit gaat dan veelal om het vervoer van drugs maar ook over prostitutie, illegale vishandel en illegale visserij. Ook dienen we rekening te houden met de verharding van de maatschappij en het lak hebben aan de gestelde regelgeving op het water. Hierdoor zijn er al regelmatig escalaties met schippers van vaartuigen en andere betrokkenen. Toezicht in het kader van ondermijning op het water zal ook een onderdeel zijn van integrale controles. Deze integrale controles zullen altijd in nauwe samenwerking met onze ketenpartners (waaronder de politie, reddingstation Warder, de douane en de KNRM) worden uitgevoerd. Het (doen) naleven van water gerelateerde regelgeving vraagt ook om meer capaciteit. De samenwerking met het Waterschap en de Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) intensiveert niet alleen, maar vraagt ook gemeentelijke regie.

De uitbreiding van deze taken vraagt om 1 fte (boa) uitbreiding en een investering in een handhavingsvaartuig (een eenmalige investering van € 60.000). De structurele kosten bedragen € 85.000. Dit voorstel leidt met ingang van 2026 tot een structurele verlaging van het saldo begroting van € 85.000. Dit voorstel komt voor in programma 1 en 2.

KN26 Herinrichten milieustraat Oosthuizen (voorstel 23b/1)

Op de milieustraat Oosthuizen staan een aantal opstallen die volledig afgeschreven zijn. Nu de gemeenteraad heeft aangegeven dat men de milieustraat Oosthuizen wil open houden dienen deze opstallen vervangen te worden. Om de kosten te beperken is er besloten om de huidige opstallen te slopen en 2 portacabins terug te plaatsen die we nog in opslag hebben staan in Den Helder. Hier kan een kleine kantine, toilet en douche in gerealiseerd te worden. Verschil ten opzichte van de kadernota 2025: In de kadernota 2025 is uitgegaan van sluiting van de milieustraat Oosthuizen. Nu hiervan wordt afgezien, moeten er maatregelen worden getroffen om de huidige opstallen te vervangen. De lasten bedragen € 100.000 en worden in 20 jaar afgeschreven. De kapitaallasten bedragen hierdoor vanaf 2027 € 5.000 per jaar. Dit voorstel leidt vanaf 2027 tot een verlaging van het saldo begroting van € 5.000 per jaar.

KN26 Herinrichten milieustraat Volendam

De gemeenteraad heeft de wens geuit dat de milieustraat in Volendam open dient te blijven. Dit betekent dat onderzocht moet worden of investeringen noodzakelijk zijn om de huidige inrichting te verbeteren.

De huidige situatie kent een aantal knelpunten:

•   De inrichting van de milieustraat is niet optimaal. Het bordes is klein, niet alle afvalfracties kunnen worden aangeboden, en voertuigen kunnen niet rondrijden. Voor de afvoer van puin door bedrijven worden containers op de gemeentewerf gebruikt, wat de situatie onoverzichtelijk maakt. Om tot een veilige en overzichtelijke situatie te komen, zal een bordes moeten worden gerealiseerd met ruimte voor meerdere containers, los van de gemeentewerf.

•   Er is momenteel geen toegangscontrole bij de milieustraat. Toegang op basis van de milieupas, die elk huishouden bezit, is wenselijk. Hiervoor dient het toegangssysteem aangepast te worden.

•   Gemeentelijk personeel moet zich verplaatsen via de milieustraat om de kantine te bereiken. Dit is vanuit veiligheidsoogpunt onwenselijk.

•   De toegang tot de milieustraat is nu gelijk aan die van de gemeentewerf. Bij het blijven innemen van bedrijfsafval en het invoeren van toegangscontrole zullen er naar verwachting wachtrijen ontstaan. Dit is niet wenselijk voor personeel dat naar de gemeentewerf moet.

Om bovenstaande punten te kunnen realiseren, is een herinrichting van de milieustraat en gemeentewerf noodzakelijk. De totale investering wordt op een globale schatting van € 1.500.000 gebracht, opgebouwd uit:

•   € 1.400.000 voor de uitbreiding van het bordes en de herinrichting van de milieustraat en gemeentewerf,
•   € 50.000 voor aanpassing van het toegangssysteem,
•   € 50.000 voor het verplaatsen van de toegang tot de gemeentewerf en het aanbrengen van een veilige looproute.

Toelichting op samenhang met andere voorstellen:

De in dit voorstel genoemde investeringen staan los van de voorstellen KN25 “Wijziging op inzameling bedrijfsafval (voorstel 23a)” en KN26 “Tariefdifferentiatie huishoudelijk afval”. De maatregelen met betrekking tot de inzameling van bedrijfsafval worden namelijk inhoudelijk behandeld in voorstel 23a. Dit voorstel omvat een investering in een weegbrug, maar die investering maakt geen deel uit van het onderhavige voorstel.

Voorgestelde besluitvorming:
Wij stellen voor om op dit moment nog geen investeringskrediet beschikbaar te stellen. In de Omgevingsvisie is namelijk opgenomen dat het industrieterrein aan de Julianaweg binnen tien jaar wordt herbestemd voor wonen en werken. Bedrijven met een milieuzone, waaronder de milieustraat, zullen dan verplaatst worden naar een nieuw bedrijventerrein in de Purmer.

Het is daarom van belang eerst duidelijkheid te verkrijgen over of, en wanneer, verplaatsing plaatsvindt voordat tot investering wordt overgegaan. De precieze afmeting van de milieucontour van de milieustraat wordt uitgezocht.

Financiële consequenties:
Dit voorstel heeft op dit moment geen gevolgen voor het saldo van de begroting. Mocht echter besloten worden om de genoemde investering van € 1.500.000 alsnog te realiseren, dan zou dit – uitgaande van een gemiddelde kapitaallast van 5% – een structurele last van circa € 75.000 per jaar betekenen.

KN26 Implementatiekrediet Tariefdifferentiatie huishoudelijk afval jaarschijf 2026 tot en met 2029

Wij stellen u voor om een structureel investeringskrediet van € 200.000 beschikbaar te stellen voor de invoering van tariefdifferentiatie bij de inzameling van huishoudelijk afval vanaf het jaar 2026 tot 2029. Deze investering is nodig voor onder andere ondergrondse containers en extra containers voor plastic, metaal en drinkpakken.
De kapitaallasten starten in 2027 en nemen jaarlijks toe door de gefaseerde inzet van jaarschijfkredieten. De kapitaallasten leiden in de jaren 2027 tot en met 2029 tot een verlaging van het saldo begroting van respectievelijk € 20.000, € 40.000 en € 60.000.

KN26 Medewerkers-tevredenheidsonderzoek (MTO)/Preventief Medisch Onderzoek (PMO)

In het collegeprogramma is opgenomen dat er om het jaar een Medewerkers-tevredenheidsonderzoek (MTO) wordt gehouden. Officieel is er binnen de organisatie nog nooit een MTO uitgevoerd; het laatste onderzoek betrof een Preventief Medisch Onderzoek (PMO). In het tweede kwartaal van 2026 zal een gecombineerd MTO/PMO plaatsvinden. Hiermee voldoen we aan de Arbowet door medewerkers periodiek een preventief medisch onderzoek aan te bieden en tegelijkertijd hun tevredenheid te meten. Dit onderzoek zal voortaan eens per drie jaar worden uitgevoerd. De kosten voor dit gecombineerde onderzoek bedragen circa € 30.000. Deze bijstelling leidt tot een verlaging van het saldo begroting 2026 en 2029 van € 30.000

KN26 Optuigen programma Volkshuisvesting als onderdeel van toekomstig programma wonen

In de begroting 2025 hebben we opgenomen dat we ons voorbereiden op het programma Volkshuisvesting als onderdeel van het programma Wonen zoals omschreven in de omgevingsvisie. Om in 2026 een programma volkshuisvesting te starten is een deeltijd-programmamanager nodig. Voorgesteld wordt deze toe te voegen aan de formatie van team omgevingsbeleid (0,66 fte). De kosten voor een vaste medewerker bedragen ca. € 80.000. Dit voorstel leidt met ingang van 2025 tot een structurele verlaging van het saldo begroting van ca. € 80.000. Dit voorstel komt voor in programma 1 en 3.

KN26 Organisatie ontwikkeling: Formatie strategische bestuursadviseurs

De top van de organisatie structureel te versterken met twee strategisch bestuursadviseurs om het strategisch vermogen te vergroten t.b.v. raad, college en management. De structurele kosten bedragen € 225.000. Voorgesteld wordt de structurele kosten te dekken binnen de bestaande begroting van de gemeente door het maken van keuzes bij de herinrichting van de organisatie (als stelpost bezuinigingen van € 225.000). Dit voorstel heeft geen gevolgen voor het saldo begroting.

KN26 Organisatie ontwikkeling: Frictiebudget

De medewerkers zo equiperen, dat ze hun werk met plezier, doelgericht en effectief kunnen uitvoeren. Medewerkers zijn de spin in het web, dus het is belangrijk, dat er meer geïnvesteerd wordt in het samenbrengen van processen, systemen en mensen als de richting van de organisatie is bepaald. Ook data gedreven werken, beter monitoren en het gebruik van AI kan daaraan bijdragen. Voorgesteld wordt om een frictiebudget van € 300.000 voor 3 jaar beschikbaar te stellen en dit budget te dekken uit de Algemene reserve. Dit voorstel heeft geen gevolgen voor het saldo begroting.

KN26 Organisatie ontwikkeling: Opstellen visiedocument

Het opstellen van een financieel strategische visie voor de gemeente Edam-Volendam om in de nabije toekomst strategische keuzes te kunnen maken, zodat het gemeentebestuur een afwegingskader kan maken voor toekomstige investeringen en bezuinigingen. Deze visie ontbreekt nu, waardoor er geen gedragen en gewogen afwegingen gemaakt kunnen worden. De incidentele kosten bedragen € 100.000. Voorgesteld wordt voor het opstellen van dit visiedocument in 2026 en 2027 € 50.000 beschikbaar te stellen en dit te dekken uit de Algemene reserve. Dit voorstel heeft geen gevolgen voor het saldo begroting.

KN26 Organisatie ontwikkeling: Tijdelijke formatie organisatieadviseur

De top van de organisatie tijdelijk te versterken met een organisatieadviseur. Doel: ondersteuning van de nog aan te stellen vaste gemeentesecretaris om de richting van de organisatie professioneel te laten begeleiden. De incidentele kosten bedragen € 100.000. Voorgesteld wordt deze kosten de dekken uit de Algemene Reserve. Dit voorstel heeft geen gevolgen voor het saldo begroting.

KN26 Organisatie ontwikkeling: Tijdelijke formatie strategisch proces manager

De organisatie tijdelijk uit te breiden met een strategisch procesmanager, waardoor de capaciteit verdubbeld om de processen vast te leggen en te verbeteren. De incidentele kosten bedragen € 100.000. Voorgesteld wordt deze kosten te dekken uit de Algemene reserve. Dit voorstel heeft geen gevolgen voor het saldo begroting.

KN26 Taakstelling organisatie

De komende jaren staat de doorontwikkeling van de organisatie op de agenda. In de Kadernota 2026 worden hiervoor ook de middelen gevraagd. Belangrijk voor de komende jaren is dat verschillende wetten, zoals bijvoorbeeld, de Omgevingswet een andere manier van het benaderen van vraagstukken vragen. Van sectoraal werken naar integraal aanpakken van taken,  programma’s en uitvoering. De afdeling waar iemand werkt is niet meer leidend maar de vakinhoudelijke bijdrage die iemand levert aan het werk dat gedaan moet worden. Hiermee wordt uitvoering gegeven aan wet- en regelgeving maar zal ook de dienstverlening aan inwoners en bedrijven ten goede komen. De verwachting is dat hiermee, op termijn, ook efficiënter gewerkt kan worden door betere inhoudelijke afstemming en ‘kortere’ lijntjes. Vanaf 2027 is hiervoor een oplopende taakstelling opgenomen. Deze bijstelling leidt tot voor de jaren 2027 tot en met 2029 tot een verhoging van het saldo begroting met respectievelijk € 100.000, € 200.000 en € 300.000.

KN26 Tariefdifferentiatie huishoudelijk afval

De gemeenteraad heeft bij de behandeling van het grondstoffenplan uitgesproken dat het principe ‘de vervuiler betaalt’ moet worden toegepast bij de inzameling van huishoudelijk afval. Dit houdt in dat inwoners betalen naar rato van de hoeveelheid afval die zij aanbieden. Dit kan worden gerealiseerd door verschillende tarieven te hanteren op basis van de hoeveelheid afval. Dit noemen we tariefdifferentiatie.

Huidige situatie:
Op dit moment zijn de kosten voor afvalverwerking hoger dan de opbrengsten uit de afvalstoffenheffing. In de jaarrekening 2024 was er een tekort van € 750.000, wat overeenkomt met een dekkingspercentage van 88%.

Voorgestelde verandering:
Wij stellen voor om tariefdifferentiatie in te voeren met ingang van 2027, zodat de afvalstoffenheffing kostendekkend wordt. In 2026 vindt een testfase plaats ter voorbereiding op de daadwerkelijke invoering. Deze periode is nodig voor het aanpassen van verordeningen, het inregelen van systemen en het uitvoeren van communicatie richting inwoners.

In de bereking voor de kostendekkendheid is al rekening gehouden met een jaarlijkse stijging van het tarief met 5%. Daardoor loopt het tekort geleidelijk terug. Het tekort van € 750.000 in 2024 is dus incidentieel en kan niet als structureel tekort worden beschouwd.

In de praktijk betekent dit dat we structureel niet meer dan ongeveer € 450.000 extra aan inkomsten mogen realiseren. Daarmee zouden we vanaf 2028 zelfs boven de 100% kostendekkendheid uitkomen, maar dat moment ligt nog ver in de toekomst. We toetsen de kostendekkendheid jaarlijks en zullen zo nodig bijsturen.

Het bedrag van € 450.000 is gebaseerd op een gefaseerde invoering van tariefdifferentiatie. Het is niet haalbaar om in het eerste jaar een volledige tekort van € 750.000 te dekken; dat zou een te grote stap zijn voor de inwoners.

Testfase 2026:
In 2026 voeren we een testfase uit waarin systemen worden getest, verordeningen worden aangepast en inwoners worden geïnformeerd. In deze fase worden al wel bepaalde investeringen gedaan, maar er zijn nog geen structurele baten uit tariefdifferentiatie.

Noodzakelijke investeringen:
Om tariefdifferentiatie mogelijk te maken, is het nodig te investeren in onder andere ondergrondse containers en extra containers voor plastic, metaal en drinkpakken. Wij stellen voor om hiervoor jaarlijks een investeringskrediet van € 200.000 beschikbaar te stellen tot en met 2029.

De hiermee samenhangende kapitaallasten (rente en afschrijving) starten in 2027 en bedragen:

•   2027: € 20.000
•   2028: € 40.000
•   2029: € 60.000
•   2030: € 80.000

De kapitaallasten nemen jaarlijks toe als gevolg van de cumulatieve inzet van jaarschijfkredieten.

Effect op het begrotingssaldo:
De verwachte extra opbrengsten van tariefdifferentiatie, na correctie voor de kapitaallasten, zijn:

•   2026: € 0 (testfase; nog geen structurele baten of lasten)
•   2027: € 430.000
•   2028: € 410.000
•   2029: € 390.000

Let op: deze toelichting heeft alleen betrekking op de exploitatiebudgetten (de jaarlijks terugkerende inkomsten en uitgaven). De investeringskosten brengen kapitaallasten met zich mee, die apart worden toegelicht.

Vanaf 2027 leidt dit voorstel structureel tot een verhoging van het begrotingssaldo van circa € 450.000.

KN26 Uitbreiding formatie Informatievoorziening

Naast ontwikkelingen op het gebied van ICT projecten, zijn er ook ontwikkelingen op het personele vlak. De ontwikkelingen gaan steeds harder en worden ook steeds complexer. Het aantal werknemers binnen de gemeente groeit ook. Daar staat tegenover dat ook de formatie van de sectie Informatievoorziening moet groeien om de nodige en gewenste ondersteuning te kunnen blijven geven. Zo zien we de ontwikkelingen op het gebied van Artificial Intelligence (AI) zeer snel gaan. Maar ook de daaraan gekoppelde complexiteit van ICT applicaties, informatiebeveiliging en samenwerkingsplatformen. Met de huidige kennis en personele capaciteit is dat niet bij te houden. Dat gaat knellen en heeft daarmee gevolgen voor de dienstverlening en bedrijfsvoering. Voorgesteld wordt om de sectie Informatievoorziening gefaseerd uit te breiden. 2 nieuwe medewerkers in 2026, 3 in 2027 en 4 in 2028. Het gaat hier om 2 medewerkers Technisch ICT Beheer, 1 medewerker informatiebeveiliging en 1 IV adviseur. Deze bijstelling leidt tot een structurele verlaging van het saldo begroting voor de jaren 2026 tot en met 2029 van respectievelijk € 182.000, € 289.000, € 393.000 en € 405.000. .

KN26 Uitbreiding formatie Team Projecten

De ambities binnen de gemeente zijn hoog. Ook de behoefte aan woningbouw blijft urgent. Om zowel de ambities van de gemeente als de behoefte aan woningbouw te kunnen (blijven) realiseren is met grote regelmaat de inzet van het Projectenbureau nodig. Denk aan bestaande projecten als De Lange Weeren, bedrijventerrein De Purmer, transformatie Julianaweg en diverse inbreidingslocaties. Er blijven echter ook nieuwe projecten bijkomen zoals een AMVO, Slobbeland en de realisatie van een nieuw gebouw voor de Trimaran. Daarnaast blijven er diverse initiatieven binnen komen via de Initiatievenloods die regelmatig verder gaan in de projectenorganisatie. Om dit te blijven faciliteren wordt een structurele uitbreiding van de bestaande formatie gevraagd met 8 uur per week. Hiervan kan 2 uur gedekt worden binnen de huidige formatie. Dit betekent dat er om 6 uur formatie uitbreiding gevraagd wordt. De kosten bedragen € 22.000 op jaarbasis. Dit voorstel leidt met ingang van 2026 tot een structurele verlaging van het saldo begroting van € 22.000.

KN26 Uitvoering programma Energie en klimaat

In 2025 wordt het programma Energie en klimaat vormgegeven. De volgende fase is de uitvoering van het programma. Over het ambitieniveau van de uitvoering wordt eind 2025 een keuze gemaakt. Nieuwe projecten zijn nog niet opgenomen in de bestaande begroting. Door een PM-post op te nemen in de kadernota maken we transparant dat hierover keuzes gemaakt moeten worden. Dit voorstel heeft (op dit moment) geen gevolgen voor het saldo begroting.

KN26 Uitvoering programma Waterfront

In 2025 wordt het programma Waterfront vormgegeven. De volgende fase is de uitvoering van het programma. Over het ambitieniveau van de uitvoering wordt eind 2025 een keuze gemaakt. Nieuwe projecten zijn nog niet opgenomen in de bestaande begroting. Door een PM-post op te nemen in de kadernota maken we transparant dat hierover keuzes gemaakt moeten worden. Dit voorstel heeft (op dit moment) geen gevolgen voor het saldo begroting.

KN26 Verhogen toevoeging voorziening Onderhoud gemeentelijke eigendommen

Twee maal per jaar wordt het onderhoudsplan voor Onderhoud gemeentelijke eigendommen bijgewerkt. Op basis van de bijstellingen lijkt in 2026 een tekort te ontstaan in de voorziening. Het totale tekort loopt op tot € 1,5 miljoen in 2030. De gemiddelde jaarlijkse dotatie zou eigenlijk moeten worden aangevuld met €150.000 per jaar. Voorgesteld wordt om de geraamde toevoeging aan de voorziening Onderhoud gemeentelijke eigendommen met ingang van 2026 structureel te verhogen met € 150.000. Deze bijstelling leidt met ingang van 2026 tot een structurele verlaging van het saldo begroting van € 150.000.

KN26 Verhoging bijdrage OD IJmond vanaf 2027

De Omgevingsdienst IJmond bevindt zich momenteel in een fase waarin voor de toekomst (vanaf 2027) een nieuwe organisatie- en financieringsstructuur wordt opgezet. Uit deze herstructurering  wordt voor een groot deel van de deelnemende gemeenten een verzwaring van de jaarlijkse bijdrage verwacht. Ook onze gemeente moet hiervan uitgaan. Op basis van de meest recente ist-soll prognose komt de bijdrage voor onze gemeente vanaf 2027 uit op € 650.502. Deze bijstelling leidt in de jaren 2027 tot en met 2029 tot een verlaging van het saldo begroting van respectievelijk € 150.559, € 143.458 en € 143.458.

KN26 Vervanging en uitbreiding van de weegbruggen (Wijziging op Inzameling bedrijfsafval (voorstel 23a)

Wij stellen u voor een investeringskrediet van € 400.000 beschikbaar te stellen voor de vervanging en uitbreiding van de weegbruggen op de milieustraat Volendam. Deze investering is nodig om bedrijfsafval tegen marktconforme tarieven te kunnen blijven accepteren.
De kapitaallasten worden berekend over een afschrijvingsperiode van 10 jaar en bedragen € 40.000 per jaar vanaf 2027. Dit voorstel leidt vanaf 2027 tot een verlaging van het saldo begroting van € 40.000.

KN26 Voorziene eigen bijdrage jeugdzorg vanaf 2028

In de Voorjaarnota 2025 van het rijk staat opgenomen dat vanaf 2028 een eigen bijdrage in de jeugdzorg wordt ingevoerd. Deze bijdrage moet € 260.000.000 gaan opbrengen. Het rijk verlaagt de algemene uitkering uit het Gemeentefonds voor dit bedrag. Wanneer we deze ontwikkeling vertalen naar de gemeente Edam-Volendam betekent dit dat we een opbrengsten raming van € 260.000 moeten opvoeren. Dit voorstel leidt met ingang van 2028 tot een structurele verhoging van het saldo begroting van € 260.000 in programma 5.

Opvoering investering KN26 Aanschaf BRIG/RIB boot met toebehoren

Een andere taak die onze gemeente heeft is het toezichthouden op het water. Handhaving op het water vraagt om continue waakzaamheid en samenwerking. Het naleven van deze richtlijnen zal bijdragen aan een veilige, plezierige en duurzame water omgeving voor alle gebruikers. Voorgesteld wordt om hiervoor een investeringskrediet van € 60.000 beschikbaar te stellen voor De aanschaf van de Brig/Rib boot met toebehoren als apparatuur, gereedschappen, reddingsmiddelen en waterdichte kleding. Bij een afschrijvingstermijn van 5 jaar leidt dit tot een jaarlijkse afschrijvingslast van € 12.000. Deze bijstelling leidt met ingang van 2027 tot een structurele verlaging van het saldo begroting van € 12.000.

Opvoering investering KN26 Fietsverbinding Zeesluis Edam

De Zeesluis van Edam, gelegen tussen het Oorgat en de Keetzijde, kan nu door wandelaars worden gebruikt om de afstand tussen de weg langs de dijk naar Warder en de weg langs de dijk of de nieuwbouw van Volendam te verkorten. Er bestaan plannen om deze verbinding ook geschikt te maken voor het fietsverkeer, wat de recreatieve fietsroute langs de hele IJsselmeerdijk aantrekkelijker maakt.
De benodigde investering bedraagt € 350.000 (prijspeil 2025) en de verdeling is als volgt:
Vervoerregio subsidiebijdrage à € 150.000;
Recreatieschap € 100.000, waarvan reeds € 25.000 is uitgegeven aan het technisch haalbaarheidsonderzoek. Het resterende bedrag is € 75.000;
Gemeente € 100.000 (tevens onder dezelfde voorwaarden als gesteld door het recreatieschap: andere projectpartners dragen ook bij en draagvlak in de omgeving).
Het recreatieschap Twiske Waterland is actief bezig met het uitwerken van plannen voor deze fietsverbinding. Het recreatieschap verwacht van onze gemeente een bijdrage van € 100.000 voor de realisatie van dit project. Dit voorstel leidt in de jaren 2027 tot en met 2046 tot een verlaging van het saldo begroting van € 5.000.

Opvoering investering KN26 Sleutelplan sportaccommodaties

Voorgesteld wordt om in 2026 voor alle sportaccommodatie een sleutelplan systeem aan te schaffen. Dit betreft een investering om alle deuren en toegangspoorten, van zowel de binnen- en buitensportaccommodaties, van een elektronisch slot te voorzien. Hierdoor kan de losse verhuur van de sportaccommodaties middels een code op je telefoon, via de mail of in de app, gebruikt worden om toegang te verkrijgen tot de accommodatie. Dit geeft beter inzicht in welke personen en op welk moment gebruik maken van de accommodatie en kan dienen als basis voor de facturatie. Externen (bv schoonmaak) krijgen een tag, waarbij een tijdslot wordt ingesteld om binnen te komen, wel met beperkte toegang inpandig. Medewerkers van de gemeente, zoals bv halbeheerders, krijgen een vaste tag met toegang tot alle locaties. Voorgesteld wordt om hiervoor een investeringskrediet van € 160.000 beschikbaar te stellen. Bij een afschrijvingstermijn van 10 jaar leidt dit tot een jaarlijkse afschrijvingslast van € 16.000. Deze bijstelling leidt met ingang van 2027 tot een structurele verlaging van het saldo begroting van € 16.000.

Opvoering investering KN26 vervanging/uitbreiding cameratoezichtsysteem

Het cameratoezichtsysteem dat nu wordt gebruikt op de dijk van Volendam is afgeschreven. Dit systeem dient te worden vervangen. Daarnaast wordt onderzocht of het systeem ook kan worden toegepast op meerdere locaties in Edam of Volendam. Voorgesteld wordt om hiervoor een investeringskrediet van € 300.000 beschikbaar te stellen. Bij een afschrijvingstermijn van 5 jaar leidt dit tot een jaarlijkse afschrijvingslast van € 60.000. Deze bijstelling leidt met ingang van 2027 tot een structurele verlaging van het saldo begroting van € 60.000.

Bedragen * € 1.000

Omschrijving

2026

2027

2028

2029

Bestaand beleid Pribo 2026

-Aanpassing dotatie voorziening civiele kunstwerken

111

111

111

111

-Aanpassingen huuropbrengsten

-47

-66

-9

50

-Actualisatie subsidies Samenleving

-16

-16

-16

-16

-Bibliotheek Waterland

-45

-45

-45

-45

-Bijstelling energielasten

115

114

113

112

-Bijstelling kosten Onroerendezaakbelasting (OZB)

-19

11

13

11

-Bijstelling opbrengsten afvalstoffenheffing begroting 2026

-36

26

-33

386

-Bijstelling opbrengsten Onroerendezaakbelastingen (OZB)

144

180

171

464

-Bijstelling opbrengsten rioolheffingen begroting 2026

0

0

0

0

-Bijstelling ramingen overige belastingenopbrengsten

7

10

13

85

-Bijstelling rijbewijzen

40

40

40

40

-Bijstelling salariskosten begroting 2026

-908

-1.395

-1.776

-2.085

-Bijstelling voorziening riolering

21

128

152

362

-Budgettaire herstructurering Wegen: groot onderhoud en investeringen

2.500

2.500

2.500

2.500

-Capaciteit decentrale overheden klimaat- en energiebeleid (CDOKE)

127

153

152

152

-Dataverkeersysteem DBI

-20

-20

-20

-20

-Deskundigencommissie-Van Ark compensatie 2023 en 2024 voor jeugd

148

147

0

0

-Extra budgetaanvraag voor brugbediening en havenmeesters

-120

-120

-120

-120

-Inzet reserves Sociaal Domein en Opvang Oekraïners

0

0

0

800

-KN26 Calamiteitenpot Veiligheidsincidenten

-5

-5

-5

-5

-LIOR/DIOR en moederbestek

0

0

0

0

-Meicirculaire 2025 gemeentefondsuitkering

34

60

-30

-940

-Notariskosten vervanging IBA’s in buitengebieden

0

0

0

0

-Omzetting budget omgevingswet

0

0

0

0

-Renteontwikkeling op basis van cashflowoverzicht

49

99

386

227

-Septembercirculaire 2025

-15

-133

-220

-277

-Specifieke uitkering ‘Informatiepunten digitale overheid’

-37

-37

-37

-37

-Terugdraaien deskundigencommissie "Van Ark"

0

0

-800

-1.000

-Terugdraaien KN25 Wijziging op Inzameling bedrijfsafval (voorstel 23a)

-148

-335

-335

-335

-Terugdraaien stelpost Dienstverlening: Wijk- en buurtgericht werken

-100

0

0

0

-Terugdraaien stelpost Organisatie ontwikkeling: Formatie strategische bestuursadviseurs

-225

0

0

0

-Terugdraaien stelpost vrijval kapitaallasten begroting 2026

-838

0

0

0

-Tijdelijke huisvestingskosten Koningsspil in Oosthuizen

0

0

0

0

-Uitbreiding personeel Huisvestingsverordening 2025

-196

-196

-196

-196

-Uitvoeringsbudget Kunst & Cultuur

0

-95

-97

-98

-Verdeling salariskosten begroting 2026

-157

-121

-88

-58

-Vergunningen APV

16

16

16

16

-Voortgang overgang CAI naar Glasvezel

0

0

0

0

-Wijzigingsvoorstel sport en bewegen (van outsourcen naar insourcen)

0

0

0

0

Totaal Bestaand beleid Pribo 2026

381

1.010

-159

84

Toelichting Bestaand beleid Pribo 2026

Aanpassing dotatie voorziening civiele kunstwerken

Uit het geactualiseerde onderhoudsplan voor civiele kunstwerken blijkt dat de jaarlijkse dotatie aan de voorziening structureel te hoog is vastgesteld. Deze overdotatie is met name het gevolg van een herijking van de onderhoudsbehoefte en een wijziging in de toerekening van kosten. Bepaalde uitgaven voor groot onderhoud worden in toenemende mate als investering geclassificeerd, waardoor de benodigde jaarlijkse storting in de voorziening lager uitvalt dan voorheen geraamd. In de Nota Reserves en Voorzieningen is vastgelegd dat neerwaartse bijstellingen van voorzieningen in principe niet plaatsvinden. In dit geval is echter sprake van een technische aanpassing in de kostentoerekening en niet van een daadwerkelijke verlaging van de onderhoudsopgave. Om te voorkomen dat er onnodige druk ontstaat op het begrotingssaldo, wordt voorgesteld om van dit uitgangspunt af te wijken en de jaarlijkse dotatie aan de voorziening voor civiele kunstwerken naar beneden bij te stellen. Dit voorstel leidt vanaf 2026 tot een structurele verhoging van het saldo van de begroting met € 111.000.

Aanpassingen huuropbrengsten

Sommige geraamde budgetten voor de huuropbrengsten worden aangepast aan de werkelijke situatie. De belangrijkste oorzaken van deze mutaties komen door gewijzigde contracten, verandering in de gebruikssituatie van een pand of de mate van gebruik. De huuropbrengsten worden minder in de jaren 2026 tot en met 2028 met respectievelijk € 47.000, € 66.000 en € 9.000. In 2029 is er een stijging van de huuropbrengsten met € 50.000. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt doordat de geraamde opbrengsten in 2029 nog niet zijn geïndexeerd. Deze bijstelling leidt tot een daling van het saldo begroting in de jaren 2026 tot en met 2028 met respectievelijk € 47.000, € 66.000 en € 9.000 en tot een stijging in 2029 met € 50.000.

Actualisatie subsidies Samenleving

Diverse subsidieramingen (Wmo, sport en cultuur/musea) worden bijgesteld. Dit voorstel leidt met ingang van 2026 tot een structurele verlaging van het saldo begroting van € 16.000.

Bibliotheek Waterland

De bibliotheek in Volendam heeft hun huidige pand aan de Foksiastraat per 1 september 2025 verkocht, als gevolg van de afspraken met betrekking tot de lening vanuit Purmerend. We zijn met de bibliotheek in gesprek over de toekomstige locaties en vestigingen, waarbij het huidige financiële kader leidend is. Doordat de bibliotheek het pand op korte termijn moest verkopen hebben we hier niet op voorhand op kunnen anticiperen. De afspraak is dat de bibliotheek het pand direct terug huurt, waardoor de bibliotheekvoorziening in Volendam behouden blijft. Dit betekent dat er incidenteel € 125.000 aanvullend nodig is voor de mogelijke extra huurlasten in 2026, 2027 en 2028. Mocht het eerder lukken om de bibliotheek binnen het huidige kader te financieren dan stopt deze extra financiering. Voorgesteld wordt deze incidentele lasten te dekken uit de reserve Sociaal Domein. Daarnaast moet de raming met € 45.000 structureel worden verhoogd. Dit voorstel leidt met ingang van 2026 tot een structurele verlaging van het saldo begroting van € 45.000.

Bijstelling energielasten

De energieprijzen zijn dit jaar iets lager uitgevallen en daarnaast is het verbruik in sommige panden veranderd. In de meeste panden valt het verbruik lager uit. Voorgesteld wordt om de geraamde budgetten voor energielasten bij sommige panden aan te passen. Per saldo leidt dit voorstel tot een structurele verhoging van het saldo begroting 2026 tot en met 2029 met respectievelijk € 115.000, € 114.000, € 113.000 en € 112.000. Dit voorstel komt voor in de programma's 1, 3, 4, 5  en 6.

Bijstelling kosten Onroerendezaakbelasting (OZB)

Voor het opleggen van de OZB en het innen hiervan worden kosten gemaakt. De ict-applicatie WOZ waardering dient vervangen te worden. De implementatiekosten bedragen eenmalig € 30.000. Voorgesteld wordt om hiervoor in 2026 eenmalig een budget beschikbaar te stellen. De overige kosten betreft voornamelijk uitbestede werkzaamheden. De kosten hiervoor dalen doordat er minder bezwaarschriften binnenkomen. Voorgesteld wordt om de geraamde budgetten voor kosten OZB in 2026 per saldo eenmalig te verhogen met € 19.000 en de budgetten voor de jaren 2027 en verder te verlagen met respectievelijk € 11.000, € 13.000 en € 11.000. Deze bijstelling leidt in 2026 tot een eenmalige verlaging van het saldo begroting met € 19.000 en voor de jaren 2027 tot en met 2029 tot een verhoging van het saldo begroting met respectievelijk € 11.000, € 13.000 en € 11.000.

Bijstelling opbrengsten afvalstoffenheffing begroting 2026

Aan de hand van de vastgestelde uitgangspunten worden de geraamde opbrengsten van de heffingen op afvalstoffen jaarlijks bijgesteld. Ten opzichte van het tarief 2025 zal het tarief 2026 stijgen met 5%. Daarnaast leidt een wijziging in het aantal op te leggen aanslagen tot een wijziging van de opbrengst. De grote bijstelling in 2029 heeft te maken met de methodiek van Lias, waarbij de waarden van 2028 bij de jaarovergang worden gekopieerd naar 2029. Deze bijstelling leidt tot een verhoging van het saldo begroting van € 26.000 in 2027 en € 386.000 in 2029, en tot een verlaging van het saldo begroting van € 36.000 in 2026 en € 33.000 in 2028. Voor een uitvoerige uiteenzetting van de belastingtarieven wordt doorverwezen naar de Paragraaf Lokale heffingen.

Bijstelling opbrengsten Onroerendezaakbelastingen (OZB)

Conform de uitgangspunten zoals opgenomen in de Kadernota 2026 wordt ervoor gekozen om het tarief OZB voor 2026 te laten stijgen met 8%, in 2027 met 4% en met ingang van 2028 met 2%. De gevolgen van deze bijstellingen zijn al opgenomen in de begroting. Naast het aanpassen van de tarieven zorgt de toename van het aantal woningen en bedrijfspanden en gestegen WOZ-waarde van alle woningen en bedrijfspanden voor een bijstelling van de opbrengsten OZB. Voor de jaren 2026 tot en met 2029 de toename van aantallen en de gestegen WOZ-waarde voor een verhoogde opbrengst OZB van respectievelijk € 144.000, € 180.000, € 171.000 en € 464.000. De grote bijstelling in 2029 heeft te maken met de methodiek van het financiële systeem waarbij de waarden van 2028 bij de jaarovergang worden gekopieerd naar 2029. Het nieuw opengestelde jaar mist daardoor 2 indexaties, die van de begroting 2025 en 2026, en dit leidt tot een hogere bijstelling. Deze bijstelling leidt tot een verhoging van het saldo begroting voor de jaren 2026 tot en met 2029 van respectievelijk € 144.000, € 180.000, € 171.000 en € 464.000.

Bijstelling opbrengsten rioolheffingen begroting 2026

Wij stellen u voor de geraamde opbrengsten van de heffingen op rioleringen bij te stellen op basis van de vastgestelde uitgangspunten. Het tarief zal in 2026 stijgen van € 227 naar € 238, wat een verhoging van € 11 betekent (5%). Voor een uitvoerige uiteenzetting van de belastingtarieven verwijzen wij naar de Paragraaf Lokale Heffingen. Deze bijstelling leidt in de jaren 2026 tot en met 2028 tot een verlaging van de geraamde baten met respectievelijk € 41.000, € 3.000 en € 41.000. Voor 2029 leidt deze bijstelling tot een verhoging van de opbrengst met € 245.000. Dit heeft te maken met de methodiek van het financiële systeem waarbij de waarden van 2027 bij de jaarovergang worden gekopieerd naar 2028. Het nieuw opengestelde jaar mist daardoor 2 indexaties, die van de begroting 2024 en 2025, en dit leidt tot een hogere bijstelling. Omdat alle inkomsten van rioolheffingen gestort worden in de voorziening Gemeentelijk Riool Plan (GRP) heeft dit voorstel geen gevolgen voor het saldo begroting.

Bijstelling ramingen overige belastingenopbrengsten

Op basis van werkelijke gegevens worden de ramingen voor de inkomsten en uitgaven Belastingen bijgesteld. Dit betreft uitgaven en inkomsten in het kader van de Toeristenbelasting, Precariobelasting, etc. De bijstelling voor de jaren 2026 tot en met 2029 bedraagt respectievelijk € 7.000, € 10.000, € 13.000 en € 85.000. De grote bijstelling in 2029 heeft te maken met de methodiek van het financiële systeem waarbij de waarden van 2028 bij de jaarovergang worden gekopieerd naar 2029. Het nieuw opengestelde jaar mist daardoor 2 indexaties, die van de begroting 2025 en 2026, en dit leidt tot een hogere bijstelling. Dit voorstel leidt tot een structurele verhoging van het saldo begroting voor de jaren 2026 tot en met 2029 met respectievelijk € 7.000, € 10.000, € 13.000 en € 85.000.

Bijstelling rijbewijzen

De leges-opbrengst en kosten van de rijbewijzen is geactualiseerd. Deze bijstelling leidt met ingang van 2026 tot een structurele verhoging van het saldo begroting van € 40.000.

Bijstelling salariskosten begroting 2026

Jaarlijks worden de salariskosten bijgesteld. Uitgangspunten bij de bepaling van de percentages voor verwachte loonkostenontwikkeling binnen de cao's Rijk en Gemeenten en de verwachte loon- en koopkrachtpolitiek, wordt afgestemd op de geldende actualiteit. De percentages hieronder voor het onderdeel ambtelijk personeel zijn afgestemd op het eindresultaat van de cao-onderhandelingen sector Gemeenten 2025-2027. De nieuw afgesloten cao heeft een looptijd 1 april 2025 tot 31 maart 2027.  In deze periode stijgt het salaris van werknemers van gemeenten gemiddeld met 7,64%. Voor de rest van 2027 wordt rekening gehouden met een loonkostenontwikkeling van 3,25% en voor de jaren daarna met 3,0%. Daarnaast zorgen de verwerking en doorwerking van beloningsbesluiten voor verdere bijstellingen. De grote bijstelling in 2029 heeft te maken met de methodiek van het financiële systeem waarbij de waarden van 2028 bij de jaarovergang worden gekopieerd naar 2029. Het nieuw opengestelde jaar mist daardoor 2 indexaties, die van de begroting 2025 en 2026, en dit leidt tot een hogere bijstelling. Via de Algemene uitkering wordt de gemeente gedeeltelijk gecompenseerd voor de stijgende salariskosten. Deze bijstelling leidt voor de jaren 2026 tot en met 2029 tot een verlaging van het saldo begroting van respectievelijk € 908.000, € 1.395.000, € 1.776.000 en € 2.085.000.

Bijstelling voorziening riolering

In de begroting wordt een bijstelling gedaan van de voorziening riolering, gebaseerd op het jaarlijkse dekkingsoverzicht. Dit overzicht geeft inzicht in het saldo van de opbrengsten en kosten met betrekking tot het riool. Eventuele tekorten uit dit overzicht worden gedekt vanuit de voorziening Gemeentelijk Rioleringsplan. Deze bijstelling leidt in de jaren 2026 tot en met 2029 tot een verhoging van het saldo begroting van respectievelijk € 21.000, € 128.000, € 152.000 en € 362.000.

Budgettaire herstructurering Wegen: groot onderhoud en investeringen

Binnen het beleidsplan Wegen zijn we voornemens om in 2026 een technische wijziging door te voeren in de financiële toewijzing van groot onderhoud en investeringen, naar aanleiding van een nieuw plan. Hierbij wordt de voorziening groot onderhoud wegen overgeheveld naar de kredietsfeer, voor een bedrag van € 2.500.000 per jaar. Tegelijkertijd wordt € 500.000 toegevoegd aan de exploitatiebudgetten van het klein onderhoud. Hierdoor verdwijnt de totale dotatie aan de voorziening en wordt deze structureel toegevoegd aan de jaarschijfkredieten voor wegen met ingang van 2026. Door deze wijziging verschuiven uitgaven van groot onderhoud (voorziening) naar investeringen. Dit betekent dat er in de toekomst niets meer hoeft te worden gedoteerd aan de voorziening voor groot onderhoud. Tegelijkertijd houden we rekening met de gevolgen van deze wijziging voor de kapitaallasten. Omdat tegenover deze besparing hogere investeringen staan, lopen de afschrijvingslasten jaarlijks op, totdat deze op langere termijn weer op hetzelfde niveau uitkomen. In het MIP is de verhoging van de investeringen opgenomen. De kapitaallasten hiervan bedragen structureel € 100.000 in 2027 en nemen vervolgens jaarlijks met € 100.000 structureel toe. Zo is bijvoorbeeld de volledige verhoging van de kapitaallasten in 2029 € 300.000. Daarnaast is het belangrijk op te merken dat de besparing in de exploitatie tijdelijk is: voor het areaal stappen we over op afschrijven achteraf in plaats van sparen vooraf. Dit voorstel leidt met ingang van 2026 tot een structurele verhoging van het saldo begroting van € 2.500.000.

Capaciteit decentrale overheden klimaat- en energiebeleid (CDOKE)

In de septembercirculaire 2025 is in 2026 eenmalig een decentralisatie-uitkering van € 1.162.000 beschikbaar gesteld aan gemeenten om uitvoering te kunnen geven aan hun taken op het gebied van klimaat- en energiebeleid. De zogenaamde CDOKE gelden. Dit bedrag is toegevoegd aan de nieuw gevormde bestemde reserve Decentralisatie CDOKE gelden. In de Najaarsnota 2025 is voorgesteld om activiteiten op het gebied van duurzaamheid te dekken uit de Algemene reserve. Nu er een decentralisatie-uitkering beschikbaar is gesteld om lasten op het gebied van klimaat- energiebeleid te kunnen dekken wordt voorgesteld om dit budget ook aan te wenden. Voorgesteld wordt om de in de Najaarsnota 2025 voorgestelde onttrekkingen uit de Algemene reserve terug te draaien en deze te vervangen door onttrekkingen uit de bestemde reserve Decentralisatie CDOKE gelden. Voor de jaren 2026 tot en met 2028 gaat dit om een onttrekking van respectievelijk € 273.000, € 68.000 en € 73.000. Daarnaast wordt voorgesteld om ook de overige lasten op het gebied van Duurzaamheid te dekken middels een onttrekking uit de bestemde reserve Decentralisatie CDOKE gelden. Voor de jaren 2026 tot en met 2029 gaat dit om een bedrag van respectievelijk € 127.000, € 153.000,, € 152.000 en € 152.000. Deze bijstelling leidt voor de jaren 2026 tot en met 2029 tot een verhoging van het saldo begroting met respectievelijk € 127.000, € 153.000, € 152.000 en € 152.000.

Dataverkeersysteem DBI

Vanaf 2026 is jaarlijks € 20.000 extra nodig voor het dataverkeersysteem voor het beheer van de ondergrondse voorzieningen. Het eerdere systeem van Waste Vision is recent via aanbesteding vervangen door een moderner systeem van DBI. Dit nieuwe systeem biedt betere functionaliteit en beheermogelijkheden, maar kent hogere structurele kosten.

De kosten hebben betrekking op dataverkeer en aanverwante vaste diensten, zoals passenbeheer en service voor het IRDC-systeem. Deze maandelijkse kosten zijn noodzakelijk om het systeem in de lucht te houden. Dit voorstel leidt tot een structurele verlaging van het saldo van de begroting vanaf 2026 en verder van € 20.000.

Deskundigencommissie-Van Ark compensatie 2023 en 2024 voor jeugd

Naar aanleiding van de eerdere afspraken in het voorjaar met de VNG heeft het kabinet besloten tot compensatie van de incidentele tekorten 2023 en 2024 in de jeugdzorg. Gemeenten ontvangen in totaal € 728 miljoen van het Rijk die ze kunnen inzetten ter ondersteuning van de transformatie van de Jeugdhulp conform de afspraken in de Hervormingsagenda. In de septembercirculaire is voor onze gemeente in 2025 een bedrag van € 995.000 beschikbaar gesteld voor deze compensatie. De VNG heeft gemeenten geadviseerd om deze middelen via een stelpost te benutten om gaten 2026 en 2027 te dichten. In de Winternota 2025 wordt voorgesteld om een bedrag van € 995.000 toe te voegen aan de bestemde reserve Budgetoverheveling. Voorgesteld wordt om in 2026 en 2027 een bedrag van respectievelijk € 498.000 en € 497.000 te onttrekken aan de bestemde reserve Budgetoverheveling om zo het advies van de VNG op te volgen. Wij hebben eerder al een voorschot op deze compensatie genomen door een stelpost op te nemen waarin de Algemene uitkering in 2026 en 2027 wordt verhoogd met € 350.000. Deze stelpost kan worden afgevoerd. Per saldo leidt deze bijstelling tot een verhoging van het saldo begroting 2026 en 2027 met respectievelijk € 148.000 en € 147.000.

Extra budgetaanvraag voor brugbediening en havenmeesters

Voor de begroting 2026 stellen wij voor een structureel extra budget van €120.000 aan voor de inzet van brugbedienaren en havenmeesters binnen de gemeente Edam-Volendam. Deze uitbreiding is noodzakelijk om te kunnen blijven voorzien in een veilige, efficiënte en betrouwbare uitvoering van de brugbediening en het beheer van de gemeentelijke havens.

Een belangrijke aanleiding voor deze aanvraag is de recente overname van meerdere bruggen van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK). Deze uitbreiding van het gemeentelijke areaal brengt extra verantwoordelijkheden met zich mee, zowel in termen van bediening als onderhoud. Hierdoor neemt de werkdruk op het bestaande team aanzienlijk toe.

Daarnaast zorgt de krapte op de arbeidsmarkt voor hogere loonkosten en een beperkte beschikbaarheid van gekwalificeerd personeel. Om als gemeente aantrekkelijk te blijven voor vakbekwame medewerkers, is het noodzakelijk om voldoende financiële ruimte te hebben voor concurrerende tarieven en duurzame inzetbaarheid. Tegelijkertijd is extra capaciteit nodig om in te kunnen spelen op vervanging bij ziekte, verlof of onverwachte uitval, zeker tijdens het drukke vaarseizoen.

Met dit voorstel wordt de continuïteit en kwaliteit van deze gemeentelijke dienstverlening geborgd. Dit leidt vanaf 2026 tot een structurele verlaging van het saldo van de begroting met €120.000.

Inzet reserves Sociaal Domein en Opvang Oekraïners

In de Najaarsnota zijn de onttrekkingen aan de reserve Sociaal Domein en Opvang Oekraïners in totaal € 1.600.000 teruggedraaid. Deze onttrekkingen waren opgevoerd in de Kadernota 2025 (bijlage 5). Voorgesteld wordt om € 800.000 opnieuw beschikbaar te stellen in de Programmabegroting 2026-2029 ter overbrugging van de ravijnjaren en de verhoogde uitgaven Jeugdzorg en Wmo in de begroting in 2029 (€ 400.000 uit reserve Sociaal Domein en € 400.000 uit de reserve Opvang Oekraïners). Dit voorstel leidt tot een verhoging van het saldo begroting van € 800.000 in 2029.

KN26 Calamiteitenpot Veiligheidsincidenten

Voorgesteld wordt om een budget voor veiligheidsincidenten van € 5.000 structureel beschikbaar te stellen. Uit dit budget kunnen onvoorziene kosten zoals vervangende huisvesting bij een calamiteit, wegslepen van auto's en schoonmaken van openbare ruimte worden bekostigd. Dit voorstel leidt met ingang van 2026 tot een structurele verlaging van het saldo begroting van € 5.000.

LIOR/DIOR en moederbestek

Om de inrichting van de openbare ruimte binnen onze gemeente op een eenduidige, duurzame en kwalitatief hoogwaardige manier vorm te geven, wordt een Leidraad Inrichting Openbare Ruimte (LIOR) en een Duurzaamheidskader (DIOR) opgesteld. Hierin leggen we vast welke materialen, ontwerpen en uitgangspunten worden gehanteerd voor onder meer bestrating, groenvoorziening, verlichting en riolering. Daarnaast wordt een moederbestek opgesteld. Dit is een standaardbestek waarin de algemene bepalingen, werkmethoden en kwaliteitscriteria zijn opgenomen die bij alle toekomstige projecten in de openbare ruimte als basis dienen. Dit voorkomt dat bij elke aanbesteding opnieuw afzonderlijke voorwaarden moeten worden opgesteld en zorgt voor uniformiteit en efficiëntie. Het opstellen van de LIOR/DIOR en het moederbestek is een eenmalige investering die noodzakelijk is om toekomstige herinrichtings- en onderhoudsprojecten goed en duurzaam te kunnen uitvoeren. Voor het traject, inclusief detailtekeningen van wegindeling en riolering, is een bedrag van €35.000 nodig. Voorgesteld wordt deze kosten te dekken uit de Algemene reserve. Dit voorstel heeft geen gevolgen voor het saldo begroting.

Meicirculaire 2025 gemeentefondsuitkering

De meicirculaire informeert gemeenten over de gemeentefondsuitkeringen. Het gemeentefonds is de belangrijkste inkomstenbron van de gemeenten. De meicirculaire 2025 leidt tot een structurele stijging van de gemeentelijke inkomsten. Voor de jaren 2026 tot en met 2029 betreft het een verhoging van respectievelijk € 3.051.000, € 3.009.000, € 1.304.000 en € 4.150.000. Deze stijgingen worden voornamelijk veroorzaakt door hogere accressen als gevolg van verhoogde overheidsuitgaven en een vergoeding voor de hogere kosten jeugdzorg. In de Kadernota 2026 was reeds rekening gehouden met een stijging van de Algemene uitkering. In deze “Vooruitblik meicirculaire” was rekening gehouden met een totale stijging van de gemeentefondsuitkering voor de jaren 2026 tot en met 2029 van respectievelijk € 3.017.000, € 2.949.000, € 1.334.000 en € 5.090.000. De uiteindelijke uitkering is dus anders uitgevallen dan was opgenomen in de Kadernota 2026. Per saldo leidt deze bijstelling tot een verhoging van het saldo begroting voor de jaren 2026 en 2027 van respectievelijk € 34.000 en € 60.000 en een verlaging van het saldo begroting 2028 en 2029 van respectievelijk € 30.000 en € 940.000. De gevolgen van de meicirculaire voor 2025 zullen worden opgenomen in de Najaarsnota 2025.

Notariskosten vervanging IBA’s in buitengebieden

In het kader van het initiatief van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK) worden de bestaande Individuele Behandelingsinstallaties (IBA’s) in de buitengebieden vervangen.  Deze installaties worden momenteel gebruikt voor de verwerking van afvalwater op locaties waar geen aansluiting op het gemeentelijk riool aanwezig is. Door deze vervanging worden perceeleigenaren in de toekomst zelf verantwoordelijk voor de afvoer van afvalwater. Dit betekent dat zij vanaf het moment van vervanging geen gemeentelijke rioolheffing meer betalen. De gemeente is als partij opgenomen in de overeenkomst met het HHNK, onder andere met betrekking tot de juridische afhandeling van de opstalrechten die op dit moment nog op de betreffende percelen rusten. Conform de overeenkomst is de gemeente verantwoordelijk voor de doorhaling van deze opstalrechten bij de notaris. Hiervoor moeten per IBA notariskosten worden gemaakt.  Op basis van de huidige inschatting gaat het om circa 70 IBA’s in onze gemeente, met een gemiddeld tarief van €300 per doorhaling. Dit resulteert in een totale geraamde uitgave van €21.000. Voorgesteld wordt deze kosten te dekken uit de voorziening Gemeentelijk Rioolplan. Dit voorstel heeft geen gevolgen voor het saldo begroting.

Omzetting budget omgevingswet

In het verleden is een structureel budget beschikbaar gesteld voor het uitvoeren van de omgevingswet. Met deze wijziging wordt verdere invulling gegeven aan de inzet van dit budget:

* Uitbreiding van 2 structurele formatieplekken voor 2 programmamanagers. In totaliteit worden de komende jaren 6 omgevingswet programma's uitgerold. Elke programma-manager gaat uiteindelijk 2 programma's beheersen.
* Tijdelijke uitbreiding voor 2 jaar voor 2 formatieplekken beleidsmedewerker voor het uitrollen van de 6 gedefinieerde programma's. Na twee jaar kunnen medewerkers op basis van natuurlijk verloop doorstromen naar vrijgekomen vacatureruimte.  
* Beschikbaar stellen van 50.000 voor diensten en leveranties van derden op het onderdeel Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving.
* Het restant blijft beschikbaar voor diensten en leveranties van derden op het onderdeel Omgevingswet, Beleid. Wanneer de omgevingsprogramma's meer vorm krijgen, wordt de inzet van dit geld verder uitgewerkt.

Deze herverdeling heeft geen gevolgen voor het saldo begroting 2025 en verder.

Renteontwikkeling op basis van cashflowoverzicht

Op basis van het opgestelde cashflowoverzicht zal het voor onze gemeente in de komende jaren noodzakelijk zijn om langlopend vreemd vermogen aan te trekken. Uit de berekeningen voor de begroting 2026 blijkt dat er minder rentelasten zijn die op de begroting drukken dan vorig jaar was berekend. Dit komt onder meer doordat er meer rente kan worden toegerekend aan de grondexploitatie van de Purmer en omdat de gemiddelde rente lager uitvalt. Het gemiddelde rentepercentage bedraagt 3,50%. De budgetten voor extra geraamde rente kunnen dus worden verlaagd. Deze bijstelling leidt voor de jaren 2026 tot en met 2029 tot een rentebijstelling van respectievelijk € 49.000, € 99.000, € 386.000 en € 227.000. Deze bijstelling leidt tot een structurele verhoging van het saldo begroting.

Septembercirculaire 2025

Bijstelling Algemene uitkering naar aanleiding van de septembercirculaire 2025. In de septembercirculaire 2025 is een nieuwe raming voor het accres 2026 en verder opgenomen. Deze raming is gebaseerd op de actuele raming van de ontwikkeling van het bbp door het Centraal Planbureau. Voor de jaren 2026 en verder is de raming voor de prijs bbp omlaag bijgesteld. Dit zorgt ervoor dat de inkomsten uit de Algemene uitkering voor de jaren 2026 tot en met 2029 dalen met respectievelijk € 15.000, € 133.000, € 220.000 en € 277.000. De decentralisatie-uitkering Capaciteit decentrale overheden klimaat- en energiebeleid (CDOKE) van € 1.162.000 zorgt ervoor dat de Algemene uitkering in 2026 toch stijgt. Deze uitkering wordt beschikbaar gesteld aan gemeenten om uitvoering te kunnen geven aan hun taken op het gebied van klimaat- en energiebeleid. Voorgesteld wordt om het bedrag van € 1.162.000 in 2026 toe te voegen aan de nieuw te vormen bestemde reserve Decentralisatie CDOKE gelden. Per saldo leidt deze bijstelling tot een verlaging van het saldo begroting voor de 2026 tot en met 2029 met respectievelijk € 15.000, € 133.000, € 220.000 en € 277.000.

Specifieke uitkering ‘Informatiepunten digitale overheid’

De specifieke uitkering voor de ‘Informatiepunten digitale overheid’ (ido’s) wordt vanaf 2026 overgeheveld naar het gemeentefonds (decentralisatie-uitkering) in programma 6. Daarbij vervalt de plicht voor de gemeenten om een ido in stand te houden. Maar het Rijk wil wel afspraken met de gemeenten maken over de beoogde resultaten. Deze bijstelling leidt met ingang van 2026 tot een structurele verlaging van het saldo begroting van € 37.000 (in programma 5).

Terugdraaien deskundigencommissie "Van Ark"

In de kadernota 2026 staat op advies van de VNG een stelpost opgenomen om de groeiende kosten van de Jeugdzorg te compenseren via de Algemene uitkering. De toezichthouder heeft aangegeven de stelpost "deskundigencommissie van Ark" voor de jaren 2028 en 2029 niet te accepteren. Het terugdraaien van deze stelpost leidt tot een verlaging van het saldo begroting voor de jaren 2028 en 2029 van respectievelijk € 800.000 en € 1.000.000.

Terugdraaien KN25 Wijziging op Inzameling bedrijfsafval (voorstel 23a)

Voorgesteld wordt om het eerdere plan rondom de inzameling en verwerking van bedrijfsafval volledig terug te draaien. Dit betekent dat de in januari 2025 gecommuniceerde uitgangspunten en voorstellen, waaronder het invoeren van marktconforme tarieven, het stoppen met het ophalen van bedrijfsafval en de voorgenomen investeringen in de milieustraat, niet worden doorgevoerd. In plaats daarvan wordt er een nieuw participatietraject gestart, waarbij zowel burgers als ondernemers actief worden betrokken. Tijdens dit traject wordt samen gekeken naar de toekomstige inrichting van de afvalinzameling, de verwerking en de rol van de milieustraat. De resultaten van deze participatie worden begin 2026 aan de gemeenteraad voorgelegd, waarna de raad kan besluiten over een nieuw beleid en de bijbehorende financiële uitwerking. Omdat de besluitvorming rondom dit thema nog niet is afgerond, worden alle eerder geraamde cijfers teruggedraaid. Dit zorgt ervoor dat er een realistische raming kan worden gegeven van de huidige status van het plan en de bijbehorende financiële consequenties. Tot die tijd blijven de huidige afspraken en werkwijzen rondom de inzameling van bedrijfsafval en het gebruik van de milieustraat ongewijzigd. Dit voorstel leidt in de jaren 2026 tot en met 2029 tot een verlaging van het saldo begroting van respectievelijk € 148.000, € 335.000, € 335.000 en € 335.000. Dit voorstel komt voor in programma 1 en 4.

Terugdraaien stelpost Dienstverlening: Wijk- en buurtgericht werken

Wij willen een begroting aanbieden die in 2026 een positief saldo begroting heeft en ook gevrijwaard is van stelposten. Daarom wordt voorgesteld om de opgenomen stelpost Dienstverlening: Wijk- en buurtgericht werken in 2026 af te voeren. Deze stelpost was opgevoerd in de Kadernota 2026 en bedraagt in 2026 € 100.000. Deze bijstelling leidt tot een eenmalige verlaging van het saldo begroting 2026 van € 100.000.

Terugdraaien stelpost Organisatie ontwikkeling: Formatie strategische bestuursadviseurs

Wij willen een begroting aanbieden die in 2026 een positief saldo begroting heeft en ook gevrijwaard is van stelposten. Daarom wordt voorgesteld om de opgenomen stelpost Organisatie ontwikkeling: Formatie strategische bestuursadviseurs in 2026 af te voeren. Deze stelpost was opgevoerd in de Kadernota 2026 en bedraagt in 2026 € 225.000. Deze bijstelling leidt tot een eenmalige verlaging van het saldo begroting 2026 van € 225.000.

Terugdraaien stelpost vrijval kapitaallasten begroting 2026

Wij willen een begroting aanbieden die in 2026 een positief saldo begroting heeft en ook gevrijwaard is van stelposten. Daarom wordt voorgesteld om de opgenomen stelpost Vrijval kapitaallasten investeringen in 2026 af te voeren. Deze stelpost was opgevoerd in de Kadernota 2025 en bedraagt in 2026 nog € 838.000. Deze bijstelling leidt tot een eenmalige verlaging van het saldo begroting 2026 van € 838.000.

Tijdelijke huisvestingskosten Koningsspil in Oosthuizen

Door de groei van het dorp Oosthuizen is het leerlingenaantal op obs de Koningsspil structureel toegenomen. In 2023 zijn daarom twee tijdelijke noodlokalen naast de school geplaatst om het ruimtegebrek op te vangen. Op basis van recente leerlingprognoses blijkt dat deze groei zich de komende jaren voortzet en moet de school permanent worden uitgebreid. De oplevering van de uitbreiding is gepland in Q3 2027. De huidige huurperiode van de noodlokalen loopt echter tot (medio) juli 2026, wat betekent dat er een overbruggingsperiode van één jaar ontstaat. Om dit op te vangen is het noodzakelijk om de huurperiode van de noodlokalen te verlengen met één jaar. Ook moeten de noodlokalen worden verplaatst (in verband met de bouwwerkzaamheden op huidige locatie). Voor de extra huurkosten in 2026 en 2027 en de kosten van de verplaatsing en afvoer in 2027 (was 2026) is aanvullend budget van € 107.000 benodigd in 2027. Het budget in 2026 kan met € 12.000 worden verlaagd. Tijdelijke huisvestingskosten worden bekostigd uit de Algemene reserve. Dit voorstel heeft geen gevolgen voor het saldo begroting.

Uitbreiding personeel Huisvestingsverordening 2025

De bestaande gemeentelijke Huisvestingsverordening (2021) is in de raadsvergadering van 16 september 2025 geactualiseerd. Deze verordening is een instrument om te kunnen sturen bij de verdeling van (schaarse) woonruimten en de samenstelling van de woningvoorraad. Een belangrijke wijziging betreft een vergunningplicht voor betaalbare woningen, waarmee deze bij voorrang kunnen worden toegewezen aan
woningzoekenden uit de eigen gemeente, en een registratieplicht voor toeristisch verhuur van woonruimten.
Voor de vergunningverlening en handhaving is het nodig dat 2 full-time arbeidsplaatsen vanaf 2026 worden opgenomen. Deze 2 FTE's zijn nog niet  meegenomen in de begroting 2026, omdat de vaststelling van de nieuwe huisvestingsverordening door de gemeenteraad staat gepland voor de vergadering van september 2025 (totaal ca € 197.000)

Uitvoeringsbudget Kunst & Cultuur

In de Kadernota 2025 waren de budgetten voor de cultuurcoördinator en uitvoering Kunst & Cultuur af geraamd in verband met benodigde bezuinigingen voor de structurele begrotingstekorten. In de Kadernota 2026 werd voorgesteld de bezuinigingen voor het jaar 2026 terug te draaien. Door de effecten van het wijzigingsvoorstel sport, bewegen, cultuur en gezondheid is het weer mogelijk vanaf 2027 een structureel personeelsbudget voor de cultuurcoördinator te realiseren in de begroting. Daarom wordt voorgesteld om vanaf 2027 ook weer een structureel uitvoeringsbudget Kunst & Cultuur voor de cultuurcoördinator in de begroting op te voeren. In plaats van het oorspronkelijke bedrag van € 110.000, wordt € 95.000 opgevoerd in 2027. De budgetten worden jaarlijks geïndexeerd. Dit voorstel leidt in de jaren 2027 tot en met 2029 tot een verlaging van het saldo begroting van respectievelijk € 95.000, € 97.000 en € 98.000. Alle voorstellen komen tegemoet aan de wens van de raad om de cultuurcoördinator en het uitvoeringsbudget voor de coördinator te behouden voor de uitvoering van het kunst- en cultuurbeleid.

Verdeling salariskosten begroting 2026

Elk jaar worden de salariskosten, zoals voorgeschreven in de BBV-voorschriften, verdeeld over de producten binnen de Programmabegroting. De kosten worden gealloceerd op de producten waar deze betrekking op hebben. De verdeling vindt plaats op basis van een uitvraag bij de afdelingen/secties. Doordat er minder uren worden toegerekend aan projecten en investeringen leidt deze bijstelling tot een verlaging van het saldo begroting 2026 en verder met respectievelijk € 157.000, € 121.000, € 88.000 en € 58.000.

Vergunningen APV

Voorgesteld wordt de legesopbrengst APV vergunningen te verhogen met € 16.000 op basis van rekeningcijfers 2025. Deze bijstelling leidt met ingang van 2026 tot een structurele verhoging van het saldo begroting van € 15.000.

Voortgang overgang CAI naar Glasvezel

De werkzaamheden rond de CAI in onze gemeente zullen naar verwachting doorlopen tot en met het eerste kwartaal van 2026. Dit wijkt af van de eerdere planning, waarin ervan werd uitgegaan dat de overgang naar glasvezel volledig zou zijn afgerond per 1 januari 2026. Omdat dit niet het geval is, zijn de verwachte opbrengsten en kosten doorgetrokken tot en met Q1 2026.

Op basis van deze raming levert het doorlopen van de CAI in deze periode per saldo een positief resultaat op van €188.000. Dit bedrag wordt toegevoegd aan de bestemmingsreserve Opbrengsten Glasdraad. Deze bijstelling heeft geen gevolgen voor het saldo begroting voor 2026 en verder.

Wijzigingsvoorstel sport en bewegen (van outsourcen naar insourcen)

Ter verbetering van de efficiëntie en effectiviteit van de ondersteuning en kennisfunctie van sport en bewegen en de beheer- en schoonmaak in de verschillende sportaccommodaties worden deze taken en de regievoering op deze taken vanaf 1 augustus 2025 door de gemeente zelf uitgevoerd. Door het zelf uitvoeren van deze taken kan de gemeente beter regie voeren op de taken, de samenhang tussen de taken borgen, de taken verbinden aan gezondheid en cultuur, is een duidelijke afbakening van beleids-, coördinerende en uitvoerende taken mogelijk en kan meer met dezelfde financiële middelen worden gerealiseerd.  
Het extern beheer en schoonmaak van de sportaccommodaties is ondergebracht bij de afdeling Facilitair, zodat beheer- en schoonmaak van de gemeentelijke accommodaties is gecentraliseerd.

De gewijzigde uitvoering beheer- en schoonmaaktaken levert kostenbesparingen op van € 30.000 in 2026 en vanaf 2027 structureel € 73.000. Deze besparingen worden in 2026 ingezet voor de Jogg-aanpak en vanaf 2027 structureel voor de dekking van de personele kosten van de cultuur-coördinator. Dit voorstel heeft geen gevolgen voor het saldo begroting. Dit voorstel komt voor in programma 1,5 en 6.

Bedragen * € 1.000

Omschrijving

2026

2027

2028

2029

Nieuw beleid Pribo 2026

-Bijdrage Stichting "Spaandercollectie"

-13

-13

-13

-13

-Extra taakstelling op personele lasten

0

0

200

200

-Huishoudelijk en bedrijfsafval kostendekkend maken

0

200

400

600

-KN26 Opschaling woningbouw vanaf 2026 Personeelslasten

-40

-40

-40

-40

-Structurele lasten Werkkostenregeling (WKR)

-50

-50

-50

-50

-Terugdraaien KN26 Herinrichten milieustraat Oosthuizen (voorstel 23b/1)

0

5

5

5

-Terugdraaien KN26 Implementatiekrediet Tariefdifferentiatie huishoudelijk afval jaarschijf 2026 tot en met 2029

0

20

40

60

-Terugdraaien KN26 Tariefdifferentiatie huishoudelijk afval

0

-450

-450

-450

-Terugdraaien KN26 Vervanging en uitbreiding van de weegbruggen (Wijziging op Inzameling bedrijfsafval (voorstel 23a)

0

40

40

40

-Verhogen opbrengsten uit toerisme

0

0

200

300

-Verhoging tarief OZB 2027 en verder

0

101

423

772

Totaal Nieuw beleid Pribo 2026

-103

-187

756

1.425

Toelichting Nieuw beleid Pribo 2026

Bijdrage Stichting "Spaandercollectie"

De ‘Spaandercollectie’ is van zeer groot cultuurhistorisch belang voor onze gemeente. Het voornemen is om het beheer en onderhoud van de ‘Spaandercollectie’ onder te brengen in een nog nieuw op te richten stichting per 1 januari 2026. Het is de bedoeling dat de familie Schilder de schilderijen inbrengt middels een bruikleenovereenkomst van 20 jaar in de nieuw te vormen stichting met een ANBI-status. De stichting zorgt voor het beheer, onderhoud en exploitatie van de collectie. De gemeente zal de stichting, voor de periode dat zij de collectie in bruikleen heeft, ondersteunen middels een subsidie en/of een ander financieel instrument. Voorgesteld wordt een bedrag van € 12.500 structureel beschikbaar te stellen. De stichting zal daarnaast ook allerlei fondsen en dergelijke aanwenden. Dit voorstel leidt met ingang van 2026 tot een structurele verlaging van het saldo van de begroting met € 12.500.

Extra taakstelling op personele lasten

In navolging op de eerder opgenomen taakstelling op personeel wordt voorgesteld om een extra taakstelling op personele kosten op te nemen in 2028 en 2029. Het gaat om een extra voorziene besparing van € 200.000 in beide jaren. Een van de redenen hiervoor is dat in de concept-begroting op strategisch niveau formatie is opgenomen. De verwachting is dat hiermee ruimte komt om bijvoorbeeld werkprocessen door te lichten op efficiency en effectiviteit. Mede in het licht van het gemiddeld hoge aantal vacatures en de weerbarstige arbeidsmarkt zal het werk in de toekomst met minder medewerkers uitgevoerd moeten kunnen worden. Deze bijstelling leidt tot een verhoging van het saldo begroting in 2028 en 2029 met € 200.000.

Huishoudelijk en bedrijfsafval kostendekkend maken

In de begroting 2026 en verder is nog geen rekening gehouden met mogelijke wijzigingen in de inzameling van huishoudelijk en bedrijfsafval. Eerst wordt hiervoor een participatietraject gestart waarbij inwoners en ondernemers worden betrokken. De resultaten worden begin 2026 aan de gemeenteraad voorgelegd, waarna de raad kan besluiten over nieuw beleid en de financiële gevolgen. In de begroting 2026 en meerjarenraming 2027-2029 is al een jaarlijkse stijging van het tarief reiniging en afvalstoffen van 5 procent verwerkt. Toch blijkt uit de meest recente cijfers dat er in 2029 nog steeds geen volledige kostendekkendheid wordt bereikt.  Een betere kostendekkendheid kan gerealiseerd worden door lagere kosten en/of hogere inkomsten. Omdat een forse kostenverlaging op dit moment nog niet realistisch is, stellen wij voor om de inkomstenraming te verhogen. Daarmee worden de lasten evenwichtiger verdeeld, blijft de financiële positie stabiel en ontstaat ruimte om te investeren in efficiëntere en duurzamere afvalinzameling. Bovendien kan de gemeenteraad bij het vaststellen van de begroting 2027 en verder altijd opnieuw keuzes maken. Dit voorstel leidt in de jaren 2027 tot en met 2029 tot een verhoging van het saldo begroting van respectievelijk € 200.000, € 400.000 en € 600.000.

KN26 Opschaling woningbouw vanaf 2026 Personeelslasten

De bouw-ambitie in onze gemeente is groot. Grondeigenaren/ontwikkelaars dienen initiatieven in die leiden tot een project of aanvragen die leiden tot een vergunning. De toenemende projectwerkzaamheden en procedures vragen om extra inzet van personeel. In de Kadernota 2026 is daarom voorgesteld hier extra budget beschikbaar te stellen. Uitgaande van 2 vaste personeelsleden kan rekening worden gehouden met een extra kostenpost ven € 200.000 structureel. Dekking van deze kosten vindt voor 80% plaats vanuit de projecten met overeenkomsten waarop de uren van deze medewerkers worden verantwoord. (Wanneer zou worden gekozen voor een flexibele schil (inhuur) dan zijn de kosten 100% duurder.) De projectleiding wordt gefinancierd uit inkomsten van ontwikkelaars. Dit voorstel leidt tot een structurele verlaging van het saldo begroting van respectievelijk € 40.000.

Structurele lasten Werkkostenregeling (WKR)

Elke organisatie heeft een bedrag dat elk jaar onbelast mag worden besteed. Dit wordt de vrije ruimte van de werkkostenregeling (WKR) genoemd. De vrije ruimte wordt ieder jaar opnieuw vastgesteld. In tegenstelling tot andere organisaties vallen de uitgaven in de vrije ruimte van de raad ook onder de WKR. Het is de verwachting dat de gemeente ook komende jaren een naheffingsaanslag zal krijgen van de Belastingdienst omdat de vrije ruimte zal worden overschreden. Voorgesteld wordt om hiervoor met ingang van 2026 structureel een budget te ramen van € 50.000. Deze bijstelling leidt tot een structurele verlaging van het saldo begroting 2026 en verder.

Terugdraaien KN26 Herinrichten milieustraat Oosthuizen (voorstel 23b/1)

Het eerder ingediende plan voor vervanging van de opstallen op de milieustraat Oosthuizen wordt teruggedraaid. Het hierin opgenomen bedrag van €100.000 komt daarmee te vervallen. Ook de portacabins die hiervoor in eerste instantie zouden worden ingezet, zijn inmiddels verkocht en maken geen onderdeel meer uit van de oplossing. In plaats daarvan wordt aansluiting gezocht bij het participatietraject van het Grondstoffenplan. Binnen dit traject worden momenteel alternatieven verkend die beter passen bij de toekomstvisie en de behoefte van de organisatie. Daarbij wordt nadrukkelijk gekeken naar de mogelijkheden van huur in plaats van aankoop. Een belangrijk uitgangspunt is dat de voorzieningen voor de medewerkers voldoen aan de Arbo-richtlijnen. Dit betekent dat er aandacht moet zijn voor een veilige, gezonde en comfortabele werkplek met onder andere geschikte faciliteiten voor pauze, sanitaire voorzieningen en werkomstandigheden. De vervolgstap is om de alternatieven uit te werken en de meest passende oplossing te selecteren, zodat medewerkers op de milieustraat Oosthuizen over een volwaardige en verantwoorde werkplek kunnen beschikken. Het terugdraaien van het eerdere plan betekent tevens dat de kapitaallast van €5.000 per jaar, die vanaf 2027 in de begroting was opgenomen, komt te vervallen. Deze bijstelling leidt met ingang van 2027 tot een structurele verhoging van het saldo begroting van € 5.000.

Terugdraaien KN26 Implementatiekrediet Tariefdifferentiatie huishoudelijk afval jaarschijf 2026 tot en met 2029

Wij stellen voor om af te zien van het structureel beschikbaar stellen van een investeringskrediet van € 200.000 voor de invoering van tariefdifferentiatie bij de inzameling van huishoudelijk afval vanaf het jaar 2026 tot 2029. Dit betekent dat er geen investeringen worden gedaan in onder andere ondergrondse containers en extra containers voor plastic, metaal en drinkpakken.

Door het niet verstrekken van dit krediet vervallen de bijbehorende kapitaallasten. Dit leidt tot een jaarlijkse verhoging van het saldo van de begroting in de jaren 2027 tot en met 2029 van respectievelijk € 20.000, € 40.000 en € 60.000.

Terugdraaien KN26 Tariefdifferentiatie huishoudelijk afval

Voorgesteld wordt om het eerder gecommuniceerde plan rondom de invoering van tariefdifferentiatie bij de inzameling van huishoudelijk afval volledig terug te draaien. Dit betekent dat de in 2025 gecommuniceerde uitgangspunten en voorstellen, waaronder het invoeren van verschillende tarieven op basis van de hoeveelheid aangeboden afval, de geplande testfase in 2026 en de voorgenomen investeringen in ondergrondse containers en aanvullende voorzieningen, niet worden doorgevoerd. In plaats daarvan wordt er een nieuw participatietraject gestart, waarbij inwoners, ondernemers en andere betrokken partijen actief worden betrokken. Tijdens dit traject wordt samen gekeken naar de toekomstige inrichting van de afvalinzameling, de financiële consequenties en de haalbaarheid van verschillende opties. De resultaten van deze participatie worden begin 2026 aan de gemeenteraad voorgelegd, waarna de raad kan besluiten over een nieuw beleid en de bijbehorende financiële uitwerking. Omdat de besluitvorming rondom dit thema nog niet is afgerond, worden alle eerder geraamde cijfers, waaronder de veronderstelde extra opbrengsten en investeringsbedragen, teruggedraaid. Dit zorgt ervoor dat er een realistische raming kan worden opgesteld van de huidige status van het plan en de financiële gevolgen. Tot die tijd blijven de huidige afspraken en werkwijzen rondom de inzameling van huishoudelijk afval ongewijzigd. Dit voorstel leidt met ingang van 2027 tot een structurele verlaging van het saldo begroting van € 450.000.

Terugdraaien KN26 Vervanging en uitbreiding van de weegbruggen (Wijziging op Inzameling bedrijfsafval (voorstel 23a)

Wij stellen voor om het eerdere besluit tot het beschikbaar stellen van een investeringskrediet van € 400.000 voor de vervanging en uitbreiding van de weegbruggen op de milieustraat Volendam terug te draaien. De investering, die oorspronkelijk noodzakelijk werd geacht om bedrijfsafval tegen marktconforme tarieven in te kunnen voeren, wordt hiermee gecorrigeerd. Door het terugdraaien van dit voorstel vervallen de eerder geraamde kapitaallasten van € 40.000 per jaar vanaf 2027. Deze bijstelling leidt met ingang van 2027 tot een structurele verlaging van het saldo begroting van € 40.000.

Verhogen opbrengsten uit toerisme

Toerisme is belangrijk voor onze gemeente en een belangrijke bron van inkomsten voor veel ondernemers. Net als onze inwoners maken toeristen gebruik van voorzieningen die door de gemeente worden gefaciliteerd, aangelegd en onderhouden. Toeristen die in onze gemeenten overnachten dragen hierin bij door middel van het betalen van toeristenbelasting. Aangezien de financiële positie de komende jaren verder onder druk komt te staan zal bekeken worden welke mogelijkheden er zijn om de opbrengsten, die de gemeente ontvangt, voor onze gemeente te verhogen. Hierbij zal ook naar ervaringen andere gemeenten gekeken. Ingezet wordt op een extra verhoging van de inkomsten Toeristenbelasting in de jaren 2028 en 2029 met respectievelijk € 200.000 en € 300.000. Deze bijstelling leidt tot een verhoging van het saldo begroting 2028 en 2029 met € 200.000 en € 300.000.

Verhoging tarief OZB 2027 en verder

In het saldo van de begroting 2026 en verder is rekening gehouden met een stijging van het OZB tarief van 8% in 2026, 4% in 2027, 2% in 2028 en 2% in 2029. Om de stijgende lasten te dekken en meer inkomsten te genereren wordt voorgesteld om het tarief OZB met ingang van 2027 structureel te verhogen tot 5%. Deze bijstelling leidt tot een verhoging van het saldo begroting voor de jaren 2027 en verder met respectievelijk € 101.000, € 423.000 en € 772.000.

Bedragen * € 1.000

Omschrijving

2026

2027

2028

2029

Meerjarig investeringsplan

-Actualisatie investering Beschoeiingen jaarschijf 2026 hout

0

-71

-71

-71

-Actualisatie investering Beschoeiingen jaarschijf 2026 zware constructie

0

-54

-54

-54

-Actualisatie investering Beschoeiingen jaarschijf 2027 hout

0

0

16

16

-Actualisatie investering Beschoeiingen jaarschijf 2027 zware constructies

0

0

-1

-1

-Actualisatie investering Beschoeiingen jaarschijf 2028 hout

0

0

0

13

-Actualisatie investering Beschoeiingen jaarschijf 2028 zware constructies

0

0

0

-51

-Actualisatie investering Beschoeiingen jaarschijf 2029 zware constructies

0

0

0

0

-Actualisatie investering Havens jaarschijf 2026

0

-1

-1

-1

-Actualisatie investering Havens jaarschijf 2027

0

0

-73

-73

-Actualisatie investering Singel Burgm Versteeghsingel: Warmteopwekking

0

-9

0

0

-Actualisatie investering Singel: Ledverlichting - direct

0

-2

-2

0

-Actualisatie investering Singel: Zonnepanelen - alleen eigen verbruik

0

-2

-2

0

-Actualisatie investering Vrij-verval riolering 2026

0

-40

-40

-40

-Actualisatie investering Wegenbeleidsplan jaarschijf 2026

0

-100

-100

-100

-Actualisatie investering Wegenbeleidsplan jaarschijf 2027

0

0

-100

-100

-Actualisatie investering Wegenbeleidsplan jaarschijf 2028

0

0

0

-100

-Opvoering investering Beschoeiingen jaarschijf 2029 hout

0

0

0

0

-Opvoering investering Bruggen jaarschijf 2029

0

0

0

0

-Opvoering investering Openbare verlichting project Oosthuizen Noord

0

-5

-5

-5

-Opvoering investering RKAV Volendam vervangen kunstgras veld 1 (onderbouw en toplaag)

0

0

0

0

-Opvoering investering RKAV Volendam vervangen veld 6 totale veld natuurgras

0

0

0

0

-Opvoering investering Sporthal Bolwerck: levensduur verlengende renovatie

0

0

0

-24

-Opvoering investering Wegenbeleidsplan jaarschijf 2029

0

0

0

0

Totaal Meerjarig investeringsplan

0

-284

-432

-589

Toelichting Meerjarig investeringsplan

Actualisatie investering Beschoeiingen jaarschijf 2026 hout

In het kader van de actualisatie van het Meerjaren Onderhoudsplan (MJOP) voor civiele kunstwerken zijn de benodigde onderhoudskredieten opnieuw beoordeeld. Op basis van de laatste inzichten is het onderhoudsprogramma geactualiseerd, wat heeft geleid tot enkele bijstellingen in de geplande werkzaamheden en bijbehorende budgetten.

Daarnaast zijn de voorzieningen voor groot onderhoud schoeiingen meerjarig afgeraamd. Dit komt doordat er de komende jaren vrijwel geen werkzaamheden in het groot onderhoud van schoeiingen zijn voorzien; bij schoeiingen gaat het in de praktijk vaak om volledige vervanging in plaats van onderhoud.  Hierdoor valt er structureel € 217.000 vrij binnen de exploitatie voor groot onderhoud schoeiingen. Dit bedrag bestaat uit twee delen: € 118.000, opgenomen in de najaarsnota 2025, en € 99.000, opgenomen in de begroting 2026. Het volledige bedrag wordt nu ingezet voor de verplaatsing naar kredieten, zodat hiermee de bijbehorende kapitaallasten kunnen worden gedekt.

Voor het krediet Beschoeiingen jaarschijf 2026 hout is een verhoging van € 1.420.000 benodigd. Met deze bijstelling zorgen we ervoor dat de onderhoudsopgaven tijdig en verantwoord kunnen worden uitgevoerd, met behoud van de kwaliteit, veiligheid en functionaliteit van de civiele kunstwerken.

Dit voorstel leidt tot een structurele verlaging van het saldo begroting vanaf 2027 van € 71.000.

Actualisatie investering Beschoeiingen jaarschijf 2026 zware constructie

In het kader van de actualisatie van het Meerjaren Onderhoudsplan (MJOP) voor civiele kunstwerken zijn de benodigde onderhoudskredieten opnieuw beoordeeld. Op basis van de laatste inzichten is het onderhoudsprogramma geactualiseerd, wat heeft geleid tot enkele bijstellingen in de geplande werkzaamheden en bijbehorende budgetten. Daarnaast zijn de voorzieningen voor groot onderhoud schoeiingen meerjarig afgeraamd. Dit komt doordat er de komende jaren vrijwel geen werkzaamheden in het groot onderhoud van schoeiingen zijn voorzien; bij schoeiingen gaat het in de praktijk vaak om volledige vervanging in plaats van onderhoud.  Hierdoor valt er structureel € 217.000 vrij binnen de exploitatie voor groot onderhoud schoeiingen. Dit bedrag bestaat uit twee delen: € 118.000, opgenomen in de najaarsnota 2025, en € 99.000, opgenomen in de begroting 2026. Het volledige bedrag wordt nu ingezet voor de verplaatsing naar kredieten, zodat hiermee de bijbehorende kapitaallasten kunnen worden gedekt. Voor het krediet Beschoeiingen jaarschijf 2026 zware constructie is een verhoging van € 3.617.000 benodigd. Met deze bijstelling zorgen we ervoor dat de onderhoudsopgaven tijdig en verantwoord kunnen worden uitgevoerd, met behoud van de kwaliteit, veiligheid en functionaliteit van de civiele kunstwerken. Dit voorstel leidt tot een structurele verlaging van het saldo begroting vanaf 2027 van € 54.000.

Actualisatie investering Beschoeiingen jaarschijf 2027 hout

In het kader van de actualisatie van het Meerjaren Onderhoudsplan (MJOP) voor civiele kunstwerken zijn de benodigde onderhoudskredieten opnieuw beoordeeld. Op basis van de laatste inzichten is het onderhoudsprogramma geactualiseerd, wat heeft geleid tot enkele bijstellingen in de geplande werkzaamheden en bijbehorende budgetten. Voor het krediet Beschoeiingen jaarschijf 2027 hout leidt dit tot een verlaging van € 322.000. Dit voorstel leidt tot een structurele verhoging van het saldo begroting vanaf 2028 van € 16.100.

Actualisatie investering Beschoeiingen jaarschijf 2027 zware constructies

In het kader van de actualisatie van het Meerjaren Onderhoudsplan (MJOP) voor civiele kunstwerken zijn de benodigde onderhoudskredieten opnieuw beoordeeld. Op basis van de laatste inzichten is het onderhoudsprogramma geactualiseerd, wat heeft geleid tot enkele bijstellingen in de geplande werkzaamheden en bijbehorende budgetten. Daarnaast zijn de voorzieningen voor groot onderhoud schoeiingen meerjarig afgeraamd. Dit komt doordat er de komende jaren vrijwel geen werkzaamheden in het groot onderhoud van schoeiingen zijn voorzien; bij schoeiingen gaat het in de praktijk vaak om volledige vervanging in plaats van onderhoud.  Hierdoor valt er structureel € 217.000 vrij binnen de exploitatie voor groot onderhoud schoeiingen. Dit bedrag bestaat uit twee delen: € 118.000, opgenomen in de najaarsnota 2025, en € 99.000, opgenomen in de begroting 2026. Het volledige bedrag wordt nu ingezet voor de verplaatsing naar kredieten, zodat hiermee de bijbehorende kapitaallasten kunnen worden gedekt. Voor het krediet Beschoeiingen jaarschijf 2027 zware constructie is een verhoging van € 30.000 benodigd. Met deze bijstelling zorgen we ervoor dat de onderhoudsopgaven tijdig en verantwoord kunnen worden uitgevoerd, met behoud van de kwaliteit, veiligheid en functionaliteit van de civiele kunstwerken. Dit voorstel leidt tot een structurele verlaging van het saldo begroting vanaf 2028 van € 500.

Actualisatie investering Beschoeiingen jaarschijf 2028 hout

In het kader van de actualisatie van het Meerjaren Onderhoudsplan (MJOP) voor civiele kunstwerken zijn de benodigde onderhoudskredieten opnieuw beoordeeld. Op basis van de laatste inzichten is het onderhoudsprogramma geactualiseerd, wat heeft geleid tot enkele bijstellingen in de geplande werkzaamheden en bijbehorende budgetten. Voor het krediet Beschoeiingen jaarschijf 2027 hout leidt dit tot een verlaging van € 269.000. Dit voorstel leidt tot een structurele verhoging van het saldo begroting vanaf 2029 van € 13.450.

Actualisatie investering Beschoeiingen jaarschijf 2028 zware constructies

In het kader van de actualisatie van het Meerjaren Onderhoudsplan (MJOP) voor civiele kunstwerken zijn de benodigde onderhoudskredieten opnieuw beoordeeld. Op basis van de laatste inzichten is het onderhoudsprogramma geactualiseerd, wat heeft geleid tot enkele bijstellingen in de geplande werkzaamheden en bijbehorende budgetten. Daarnaast zijn de voorzieningen voor groot onderhoud schoeiingen meerjarig afgeraamd. Dit komt doordat er de komende jaren vrijwel geen werkzaamheden in het groot onderhoud van schoeiingen zijn voorzien; bij schoeiingen gaat het in de praktijk vaak om volledige vervanging in plaats van onderhoud.  Hierdoor valt er structureel € 217.000 vrij binnen de exploitatie voor groot onderhoud schoeiingen. Dit bedrag bestaat uit twee delen: € 118.000, opgenomen in de najaarsnota 2025, en € 99.000, opgenomen in de begroting 2026. Het volledige bedrag wordt nu ingezet voor de verplaatsing naar kredieten, zodat hiermee de bijbehorende kapitaallasten kunnen worden gedekt. Voor het krediet Beschoeiingen jaarschijf 2028 zware constructie is een verhoging van € 3.050.000 benodigd. Met deze bijstelling zorgen we ervoor dat de onderhoudsopgaven tijdig en verantwoord kunnen worden uitgevoerd, met behoud van de kwaliteit, veiligheid en functionaliteit van de civiele kunstwerken. Dit voorstel leidt tot een structurele verlaging van het saldo begroting vanaf 2029 van € 51.000.

Actualisatie investering Beschoeiingen jaarschijf 2029 zware constructies

In het kader van de actualisatie van het Meerjaren Onderhoudsplan (MJOP) voor civiele kunstwerken zijn de benodigde onderhoudskredieten opnieuw beoordeeld. Op basis van de laatste inzichten is het onderhoudsprogramma geactualiseerd, wat heeft geleid tot enkele bijstellingen in de geplande werkzaamheden en bijbehorende budgetten. Voor het krediet Beschoeiingen jaarschijf 2029 zware constructie leidt dit tot een verlaging van € 4.500.000. Dit voorstel leidt tot een structurele verhoging van het saldo begroting vanaf 2030 van € 75.000.

Actualisatie investering Havens jaarschijf 2026

In het kader van de actualisatie van het Meerjaren Onderhoudsplan (MJOP) voor civiele kunstwerken zijn de benodigde onderhoudskredieten opnieuw beoordeeld. Op basis van de laatste inzichten is het onderhoudsprogramma geactualiseerd, wat heeft geleid tot enkele bijstellingen in de geplande werkzaamheden en bijbehorende budgetten. Voor het krediet Havens jaarschijf 2026 is een verhoging van € 35.000 benodigd. Dit voorstel leidt tot een structurele verlaging van het saldo begroting vanaf 2027 van € 875.

Actualisatie investering Havens jaarschijf 2027

In het kader van de actualisatie van het Meerjaren Onderhoudsplan (MJOP) voor civiele kunstwerken zijn de benodigde onderhoudskredieten opnieuw beoordeeld. Op basis van de laatste inzichten is het onderhoudsprogramma geactualiseerd, wat heeft geleid tot enkele bijstellingen in de geplande werkzaamheden en bijbehorende budgetten. Voor het krediet Havens jaarschijf 2026 is een verhoging van € 2.900.000 benodigd. Dit voorstel leidt tot een structurele verlaging van het saldo begroting vanaf 2027 van € 73.000.

Actualisatie investering Singel Burgm Versteeghsingel: Warmteopwekking

Voor 2027 staat het plaatsen van een warmteopwekking systeem in de Singel geraamd. Het is de bedoeling dat de Singel in 2026 grondig zal worden gerenoveerd. Voorgesteld wordt om het investeringskrediet van € 173.000 voor het plaatsen van een warmteopwekking systeem ook in 2026 te realiseren. Deze bijstelling leidt tot een eenmalige verlaging van het saldo begroting 2027 met € 9.000.

Actualisatie investering Singel: Ledverlichting - direct

Voor 2028 staat een investeringskrediet van € 49.000 geraamd voor het plaatsen van ledverlichting in de Singel. Het is de bedoeling dat de Singel in 2026 grondig zal worden gerenoveerd. Voorgesteld wordt om het investeringskrediet van € 49.000 voor het plaatsen van ledverlichting ook in 2026 beschikbaar te stellen. Deze bijstelling leidt tot een verlaging van het saldo begroting in de jaren 2027 en 2028 met € 2.000.

Actualisatie investering Singel: Zonnepanelen - alleen eigen verbruik

Voor 2028 staat een investeringskrediet van € 41.000 geraamd voor het plaatsen van zonnepanelen op het dak van de Singel. Het is de bedoeling dat de Singel in 2026 grondig zal worden gerenoveerd. Voorgesteld wordt om het investeringskrediet van € 41.000 voor het plaatsen van zonnepanelen ook in 2026 beschikbaar te stellen. Deze bijstelling leidt tot een verlaging van het saldo begroting in de jaren 2027 en 2028 met € 2.000.

Actualisatie investering Vrij-verval riolering 2026

Wij stellen voor om voor vrij-verval riolering 2026 een aanvullend krediet van € 1.000.000 beschikbaar te stellen. Deze verhoging vloeit voort uit de actualisatie van het Gemeentelijk Riolerings- en Waterplan (GRWP) 2024-2028. In dit plan is aangegeven dat de geraamde investeringsbehoefte hoger uitvalt dan eerder voorzien. Met name door de staat van het rioolstelsel, de noodzaak om storingsrisico’s te beperken en de samenloop met andere infrastructurele werkzaamheden is het noodzakelijk het krediet voor 2026 te verhogen.

Daarnaast spelen externe factoren een rol: de kosten voor grondstoffen, materieel en uitvoering zijn de afgelopen jaren fors gestegen.  Uitstel van deze investeringen zou leiden tot een oplopende onderhoudsachterstand, hogere faalkosten en inefficiënties in de uitvoering. Met dit aanvullend krediet borgen we dat de noodzakelijke werkzaamheden tijdig en doelmatig kunnen worden uitgevoerd en blijven we op koers met de doelstellingen uit het GRWP 2024-2028.

De verhoging van het krediet leidt tot een structurele stijging van de kapitaallasten met € 40.000 vanaf 2027. De kapitaallasten worden gedekt vanuit de voorziening Gemeentelijk Rioleringsplan, waardoor er per saldo geen gevolgen zijn voor het saldo van de begroting vanaf 2027 en verder.

Actualisatie investering Wegenbeleidsplan jaarschijf 2026

De kosten van het groot onderhoud aan wegen worden vanaf 2026 niet langer rechtstreeks vanuit de voorziening opgenomen, maar overgeheveld naar het krediet. Om dit te realiseren, wordt het krediet in de jaarschijf 2026 verhoogd met € 2.500.000 naar € 5.810.000. Deze verhoging leidt tot een extra kapitaallast van € 100.000 structureel per jaar vanaf 2027.

Actualisatie investering Wegenbeleidsplan jaarschijf 2027

De kosten van het groot onderhoud aan wegen worden vanaf 2026 niet langer rechtstreeks vanuit de voorziening opgenomen, maar overgeheveld naar het krediet. Om dit te realiseren, wordt het krediet in de jaarschijf 2027 verhoogd met € 2.500.000 naar € 5.810.000. Deze verhoging leidt tot een extra kapitaallast van € 100.000 structureel per jaar vanaf 2028.

Actualisatie investering Wegenbeleidsplan jaarschijf 2028

De kosten van het groot onderhoud aan wegen worden vanaf 2026 niet langer rechtstreeks vanuit de voorziening opgenomen, maar overgeheveld naar het krediet. Om dit te realiseren, wordt het krediet in de jaarschijf 2028 verhoogd met € 2.500.000 naar € 5.810.000. Deze verhoging leidt tot een extra kapitaallast van € 100.000 structureel per jaar vanaf 2029.

Opvoering investering Beschoeiingen jaarschijf 2029 hout

In het kader van de actualisatie van het Meerjaren Onderhoudsplan (MJOP) voor civiele kunstwerken zijn de benodigde onderhoudskredieten opnieuw beoordeeld. Op basis van de laatste inzichten is het onderhoudsprogramma geactualiseerd, wat heeft geleid tot enkele bijstellingen in de geplande werkzaamheden en bijbehorende budgetten. Daarnaast zijn de voorzieningen voor groot onderhoud schoeiingen meerjarig afgeraamd. Dit komt doordat er de komende jaren vrijwel geen werkzaamheden in het groot onderhoud van schoeiingen zijn voorzien; bij schoeiingen gaat het in de praktijk vaak om volledige vervanging in plaats van onderhoud.  Hierdoor valt er structureel € 217.000 vrij binnen de exploitatie voor groot onderhoud schoeiingen. Dit bedrag bestaat uit twee delen: € 118.000, opgenomen in de najaarsnota 2025, en € 99.000, opgenomen in de begroting 2026. Het volledige bedrag wordt nu ingezet voor de verplaatsing naar kredieten, zodat hiermee de bijbehorende kapitaallasten kunnen worden gedekt. Voor het krediet Beschoeiingen jaarschijf 2029 hout is een verhoging van € 375.000 benodigd. Met deze bijstelling zorgen we ervoor dat de onderhoudsopgaven tijdig en verantwoord kunnen worden uitgevoerd, met behoud van de kwaliteit, veiligheid en functionaliteit van de civiele kunstwerken. Dit voorstel leidt tot een structurele verlaging van het saldo begroting vanaf 2030 van € 19.000.

Opvoering investering Bruggen jaarschijf 2029

Op basis van het geactualiseerde meerjarig onderhoudsplan (MJOP) voor bruggen is gebleken dat aanvullende investeringen noodzakelijk zijn om de instandhouding en veiligheid van de bruggen te waarborgen. Hiervoor wordt voorgesteld om in 2029 een nieuw krediet van € 350.000 beschikbaar te stellen.

De jaarlijkse kapitaallasten die hiermee gemoeid zijn, bedragen structureel € 17.500 per jaar en gaan in vanaf 2030. Deze lasten leiden vanaf 2030 tot een structurele verlaging van het saldo begroting met € 17.500 per jaar.

Opvoering investering Openbare verlichting project Oosthuizen Noord

Voor het project Oosthuizen Noord is het noodzakelijk om een nieuwe eigen ov-voedingskabel aan te leggen. De kosten voor deze aanleg zijn geraamd op circa €100.000. Om de geplande opleverdatum van november 2026 te kunnen halen, is het noodzakelijk om het extra budget van €100.000 beschikbaar te stellen. De investering wordt over een periode van 20 jaar afgeschreven, wat leidt tot een structurele kapitaallast van circa €5.000 per jaar, ingaande vanaf 2027.

Dit voorstel leidt tot een structurele verlaging van het saldo begroting vanaf 2027 met € 5.000.

Opvoering investering RKAV Volendam vervangen kunstgras veld 1 (onderbouw en toplaag)

Conform het MJOP Buitensportaccommodaties wordt de verwachte vervanging kunstgrasveld veld 1 RKAV Volendam in 2029 opgevoerd. Onderbouw en Toplaag. Voorgesteld wordt om hiervoor een investeringskrediet van € 800.000 beschikbaar te stellen.

Opvoering investering RKAV Volendam vervangen veld 6 totale veld natuurgras

Conform het MJOP Buitensportaccommodaties wordt de vervanging veld 6 RKAV in 2029 opgevoerd. Dit betreft een vervanging van het totale veld natuurgras. Voorgesteld wordt om hiervoor een investeringskrediet van € 80.000 beschikbaar te stellen. Bij een afschrijvingstermijn van 20 jaar leidt dit tot een jaarlijkse afschrijvingslast van € 4.000 per jaar.

Opvoering investering Sporthal Bolwerck: levensduur verlengende renovatie

Sporthal het Bolwerck is grondig toe aan een grote renovatie. Het betreft levensduur verlengende renovatie zodat de sporthal weer minimaal 25 jaar mee kan. Het gaat onder andere om het renoveren van de buitenschil en de kleedkamers en het vervangen van het dak. Het gaat om een totale investering van € 595.000. Voorgesteld wordt om in 2027 een investeringskrediet van € 595.000 beschikbaar te stellen voor de renovatie van sporthal het Bolwerck. Een afschrijvingstermijn van 25 jaar zorgt voor een afschrijvingslast van € 24.000. Deze bijstelling leidt tot een structurele verlaging van het saldo 2029 en verder met € 24.000.

Opvoering investering Wegenbeleidsplan jaarschijf 2029

De kosten van het groot onderhoud aan wegen worden vanaf 2026 niet langer rechtstreeks vanuit de voorziening opgenomen, maar overgeheveld naar het krediet. Om dit te realiseren, wordt het krediet in de jaarschijf 2029 verhoogd met € 2.500.000 naar € 5.810.000. Ook was de jaarschijf 2029 nog niet eerder opgenomen in het MIP, dus wordt bij deze ook het jaarlijkse kredietbedrag van € 3.310.000 gelijk toegvoegd. Deze verhogingen leiden tot een extra kapitaallast van € 232.000 structureel per jaar vanaf 2030.

Deze pagina is gebouwd op 10/03/2025 10:58:37 met de export van 10/03/2025 10:46:01